Dit is een testitem bedoeld voor functioneel beheerders bij de Hogeschool Utrecht om te beoordelen.Als mogelijk bron wordt vermeld: Dijk, M. van, & Gellaerts, S. L. (2022). Zorgvuldig ict-gebruik : een eerste kennismaking met het zorgvuldig gebruik van ict (7e druk). Wolters KluwerPag 98 - Privacyrecht, pag 103 Auteursrecht.
DOCUMENT
De zorgsector verwerkt zeer gevoelige persoonsgegevens, waaronder gezondheidsgegevens. Bij onvoorzichtige omgang, kan dit een grote impact hebben op de rechten en vrijheden van natuurlijke personen. eHealth moet daarom voldoen aan het vereiste van data protection by design. Wanneer hieraan niet is voldaan, is het zaak om handhavend op te treden ter voorkoming van datalekken. Sinds de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) van toepassing is, bereikten meerdere datalekken het voorpaginanieuws waarbij eHealth niet voldeed aan voornoemde verplichting. In dit artikel onderzoeken de auteurs in hoeverre de in de AVG opgenomen handhavingsmogelijkheden met bijbehorende rechtsmiddelen de bescherming van persoonsgegevens waarborgen bij de inzet van eHealth.
DOCUMENT
Onder invloed van digitalisering en internet is de afgelopen jaren de discussie over auteursrechten in het journalistieke veld opgelaaid. Verschillende aspecten spelen een rol in deze discussie. Sommigen benadrukken het belang van de online rechten van de makers en stellen dat het traditionele systeem van auteursrechten in de digitale wereld aan een update toe is. In 2008 opende de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) bijvoorbeeld een plagiaatdienst terwijl ook het Algemeen Nederlands Persbureau (ANP) onlangs een meldpunt in het leven heeft geroepen om ongeoorloofd hergebruik van hun nieuwsberichten in kaart te brengen. Anderen vinden auteursrecht in deze digitale tijd een achterhaald systeem. De sector zou zich volgens hen in plaats daarvan moeten richten op nieuwe manieren om geld te verdienen met nieuws. Modellen gebaseerd op Creative Commons zijn misschien wel geschikter om rechtenkwesties te regelen. In het kader van het Designing the Daily Digital project (3D) brengt de 3D Academy deze discussie in kaart. In deze bundel belicht een gevarieerde groep auteurs in een aantal mini-essays de verschillende kanten van het debat. Erik Huizer, algemeen directeur van TNO Informatiemaatschappij, verzorgt de inleiding op deze bundel. We zijn alle auteurs zeer erkentelijk voor hun bijdragen en hopen dat hun essays een vruchtbaar uitgangspunt zullen zijn bij de discussies die de komende tijd over auteursrechten en journalistiek gevoerd zullen worden.
DOCUMENT
An investigation into whether or not young people studying in higher education in the Netherlands have modified their download behaviour, in the light of a legal obligation to block The Pirate Bay (TPB) by Dutch Internet Service Providers (ISPs). In the lawsuit, it is argued that a blockade by the ISPs would be an effective measure to stop downloading from The Pirate Bay. In this study the target group was asked if they think that their download behaviour is modified by the blockade.
DOCUMENT
Arbeidsmigranten worden aan hun lot overgelaten. De regering neemt aarzelend een regierol op zich, maar beperkt zich vooralsnog tot handhaving en huisvesting. Het faciliteren van maatschappelijke participatie van arbeidsmigranten wordt systematisch genegeerd.
LINK
Het proefschrift gaat in op de werkwijze, het belang en het gedrag van muziekuitgevers, de pioniers van de muziekindustrie. Sinds de uitvinding van de boekdrukkunst geven muziekuitgevers composities uit op bladmuziek of licenseren zij deze. Door het succes van de grammofoonplaat werden de uitgevers een eeuw geleden uit het centrum van de macht van de muziekindustrie verdreven door de platenmaatschappijen die de geluidsopnames van muziek gingen exploiteren. De verborgenheid van de muziekuitgeversbranche komt enerzijds voort uit de onduidelijke positie van de muziekuitgevers in de culturele waardeketen van de muziekindustrie en anderzijds door de historische wirwar aan rechten. Opvallend genoeg is er weinig wetenschappelijke aandacht geweest voor deze industrie zeker in tegenstelling tot de aandacht voor de platenmaatschappijen, dit onderzoek hoopt daar verandering in te brengen. Machtige positie door digitalisering van muziek Het proefschrift van Wierda is een longitudinale studie die een periode van honderd jaar omvat. Muziekuitgevers verwerven een deel van het auteursrecht van een liedje, indien de componist muziek wenst uit te geven. Door deze wijze komt de uitgever voor de componist op zodat ze beide inkomen uit het intellectueel eigendom vergaren als of het liedje op plaat verschijnt of live ten gehore wordt gebracht. Muziekuitgevers wensen mede ten behoeve van de componist, inkomen te vergaren. Waar ook maar muziek geconsumeerd wordt eisen zij het recht van gebruik op. Dit kan zijn bij live entertainment, televisie, internet en games. Het bijzondere volgens het proefschrift is dat door de digitalisering na honderd jaar dynamiek de uitgevers weer in belang toenemen, doordat de handel in de fysieke geluidsdragers van de platenmaatschappijen tanende is. De muziekindustrie neigt naar een ‘rights industry’ waarin qua werkwijze de uitgevers al eeuwen in gespecialiseerd zijn. De huidige uitgevers kenmerken zich dan ook als ondernemers die weer dichter tegen de componist aankruipen en zich op deze wijze dynamisch profileren in de nieuwe tijd.
DOCUMENT
DOCUMENT
Boeren moeten de kans krijgen om zelf maatregelen te treffen voor duurzaam waterbeheer, vindt lector Wolter van der Kooij van Aeres Hogeschool. Dit vraagt wel een andere opstelling van de waterschappen. Geen naleving van de ‘water moet zo snel mogelijk weg’-doctrine en minutieuze handhaving van de regels, maar ruimte voor droogtebestrijding, maatwerk en experimenten.
LINK
De maatschappij verandert en aan trefwoorden is er geen gebrek. Er is een toenemende complexiteit en dynamiek. Er is een verandering gaande van een hiërarchische naar een netwerksamenleving. Door het wegvallen van oude kaders en het kleiner worden van de wereld zijn processen van onzekerheid en angst merkbaar. Ook de tijdsordening verandert met de gang naar een 24 uurs-economie, waarin op elk moment van de dag wel iets te doen dan wel iets loos is. In zo’n tijd wordt een grote wissel getrokken op tolerantie. Tolerantie zelf lijkt onder druk te staan: het wordt wel gezien als een duur woord voor onverschilligheid. Pleidooien voor zero tolerance zijn gangbaar. De druk om vooral de overtredingen van anderen hard aan te pakken, is aan de orde van de dag. In de wijk komt veel van de maatschappelijke problematiek geclusterd en geïntegreerd bijeen. Hier waakt de politie over de veiligheid in de wijk en daarbij weet elke betrokkene dat de politie dit niet alleen kan. Er is vertrouwen en samenwerking nodig tussen politie, partners en burgers. In de wijk blijkt de dagelijkse spanning tussen maximale vrijheid en maximale veiligheid. Een wijk kan niet volgestort worden met blikken veiligheid, er is een grens aan hoeveel veiligheid een wijk kan verdragen. Er is een toenemende vervlechting van de lokale wereld dichtbij en de globale wereld ver weg. In zo’n complexe wereld met diversiteit en autonome, soms boze burgers is het bepaald ingewikkeld om gezag te verwerven en te behouden. De politie heeft overal vrienden en al deze vrienden dringen bij de politie aan: de politieke en bestuurlijke krachten, de burger in de straat. De politiek vraagt meetbare prestaties en dito getallen, maar de werkelijkheid laat zich net als boeven niet altijd vangen. Daarbij hoort ook het omgaan met onzekere, eisende en in veelvoud verschijnende burgers. Waar een contrast is tussen objectieve veiligheid en subjectieve veiligheid is investeren in vertrouwen van de burger noodzaak. De politie heeft dan ook een verbindende functie: tussen repressie en handhaving enerzijds en hulpverlening en ondersteuning anderzijds, tussen oppakken en opvoeden, tussen veiligheid en vertrouwen. Verbinding tussen politie en partners (jeugdzorg, reclassering, sociale dienst, woningcorporatie, enz.) is een zogeheten kerntaak en daarbij is ook de wijkagent aan zet. In dit rapport staat de wijkagent centraal. Karlijn Schoonenberg, lid van de kenniskring van het lectoraat Grootstedelijke Ontwikkeling van De Haagse Hogeschool, heeft wijkagenten uit drie stedelijke milieus in de regio Haaglanden gevolgd en meermalen gesproken over hun werk, hun afwegingen, hun positie in het krachtenveld. Zo krijgen we inzicht in hun keuzes en hun invulling van de globale taakstelling ‘wijkagent’. Voor het lectoraat is inzicht in de dagelijkse wereld van burgers en professionals de grondstof van kennisontwikkeling.
DOCUMENT