BackgroundStroke is a major cause of disability globally, with high recurrence rates despite the implementation of secondary prevention strategies. Promoting physical activity and reducing sedentary behaviour are critical to mitigate these risks. Collaborative research approaches, including citizen science, offer promising methods for developing more effective and sustainable interventions by leveraging patient insights and lived experiences across different research stages.ObjectivesThis scoping review explored the application of citizen science approaches in developing interventions targeting physical activity and sedentary behaviour for people with stroke.MethodsFollowing Arksey and O’Malley’s framework and the PRISMA-ScR checklist, five databases were searched. We included empirical studies involving stroke patients in research on physical activity or sedentary behaviour interventions. Data was extracted on terminology, collaboration methods, and participant roles and analysed using the Participation Matrix framework. Methodological rigor was assessed using the CASP qualitative checklist.ResultsFourteen studies were included, most published after 2020 and originating from diverse countries. Terms like “co-design,” “co-creation,” and “patient and public involvement” were prevalent, but “citizen science” was not explicitly mentioned. Methods for active involvement of stroke patients included focus groups, workshops, and advisory panels. Stroke patients primarily participated as advisors or partners during intervention design, with minimal involvement in early research stages, data analysis, or dissemination. Researchers predominantly held decision-making roles.ConclusionsCitizen science in stroke research is still developing, with limited patient involvement across research phases. Expanding the depth and scope of patient involvement could enhance the relevance and long-term impact of interventions.
DOCUMENT
Begin 2020 heeft de gemeente Den Haag aan De Haagse Hogeschool (Lectoraat Urban Ageing) gevraagd om samen met Hulsebosch Advies en AFEdemy een integrale monitor te ontwikkelen en uit te voeren waarbij, door middel van kwalitatieve en kwantitatieve methoden, onderzoek wordt gedaan naar de stand van zaken van Den Haag als seniorvriendelijke stad en tevens te kijken naar huidige trends aangaande ouderen. Tevens vroeg de gemeente om de ontwikkeling van een meetinstrument dat in de toekomst eenvoudig bij herhaling kan worden ingezet voor onderzoek: de standaard Age Friendly Cities and Communities Questionnaire (AFCCQ) voor ouderen1. In een stadsenquête en in zogenaamde stadsateliers zijn ouderen gevraagd naar hun bevindingen. In totaal hebben 393 Haagse ouderen meegedaan aan de enquête en 50 aan de stadsateliers. De aan de ouderen gestelde vragen gingen over de volgende acht onderwerpen die volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) gezamenlijk de seniorvriendelijkheid van een stad bepalen: ●Huisvesting; ●Sociale participatie; ●Respect en sociale inclusie; ●Burgerschap en werkgelegenheid; ●Communicatie en informatie; ●Sociale en gezondheidsvoorzieningen; ●Buitenruimte en gebouwen; ●Transport; ● en aanvullend, een negende domein: Financiën. CC-BY NC ND https://www.dehaagsehogeschool.nl/onderzoek/lectoraten/details/urban-ageing#over-het-lectoraat
MULTIFILE
"In den beginne is de relatie", opent de nieuwe lector Mantelzorg, dr. Deirdre Beneken genaamd Kolmer, dit boekje. En daarmee geeft ze in één zin aan waar het lectoraat Mantelzorg om draait. Het lectoraat Mantelzorg is tot stand gekomen op initiatief van de gemeente Den Haag in samenwerking met De Haagse Hogeschool. De gemeente Den Haag is al jaren actief - met diverse partners in de stad - gericht op het verbeteren van de ondersteuning van mantelzorgers. Den Haag staat bekend als een stad met vele contrasten: arm-rijk, zand-veen, Hagenaer-Hagenees, autochtoon-allochtoon. Eén ding is echter helder: ondanks deze contrasten zijn wij mensen en worden wij in meerdere of mindere mate geconfronteerd met de kwetsbaarheden van het leven. Soms leiden die tot een afhankelijkheidsrelatie van een ander: een mantelzorger of een beroepskracht. De zorgverlening heeft zich inhoudelijk sterk ontwikkeld. De Haagse Hogeschool kent diverse opleidingen waarin het verlenen van zorg centraal staat. In de Academie voor Gezondheid en de Academie voor Sociale Professies is vakbekwaamheid een kernwoord. Maar er is een risico dat de balans in het uitoefenen van het vak doorslaat naar het “volgens protocol” uitvoeren van het vak. Dit is voor de zorgpraktijk niet wenselijk. In die praktijk ontmoeten onze zorgprofessionals de zorgvrager en diens naasten, de mantelzorgers. In Den Haag zijn naar schatting 79.000 mantelzorgers boven de 16 jaar. Hiervan zijn ongeveer 12.000 mantelzorgers zwaar- tot overbelast. Dat is vijftien procent. En dat is veel. Dat betekent dat één op de zeven mensen die hun naaste verzorgen zwaar- tot overbelast is. Veel mantelzorgers hebben naast de zorg ook vaak nog hun werk, gezin sociale leven en andere activiteiten. Voor mantelzorgers is het vanzelfsprekend dat zij zorg verlenen. Zij zullen niet snel klagen. Maar het feit blijft dat de combinatie van zorg met gezin en werk zwaar is. Daarom is het belangrijk dat deze mantelzorgers af en toe tijd voor zichzelf kunnen nemen en de zorg tijdelijke aan anderen kunnen overlaten. De gemeente Den Haag vindt het belangrijk hier iets aan te doen. In het Haags Mantelzorgakkoord 2011-2014 “Mantelzorg : samen zorgen” is het vergroten van de toegankelijkheid van respijtzorg een belangrijk thema. De gemeente Den Haag is één van de twaalf partners van dit Mantelzorgakkoord. In het Collegeakkoord 2010-2014 “Aan de slag” wordt eveneens aandacht besteed aan deze problematiek en worden middelen hiervoor gereserveerd. Dankzij mantelzorgers kunnen zorgsystemen overeind blijven. Mantelzorgers vormen een belangrijke taak in de samenleving. Mantelzorgtaken kunnen niet volledig vervangen worden door de professionele zorg, dit betekent dat mantelzorgers onbetaalbaar zijn. Het is belangrijk dat er een goede afstemming plaatsvindt tussen zorgvrager, mantelzorger en professional, de zogenoemde zorgtriade. (voorwoord van Rob Brons, voormalig voorzitter van het College van Bestuur van De Haagse Hogeschool en Karsten Klein, wethouder Jeugd, Welzijn en Sport gemeente Den Haag)
DOCUMENT
Met de toenemende drukte in de stad neemt ook het autogebruik toe. Deze toename zorgt voor extra druk op de veiligheid en gezondheid voor mens en natuur. Om de negatieve impact van verkeer te mitigeren kan gekeken worden naar strengere eisen aan hinder en uitstoot. Met Smooth Traffic Management (STM) wordt gewerkt aan het verminderen van de negatieve verkeerseffecten rond ‘gevoelige locaties’ door bestuurders middels een navigatiesysteem een alternatieve, omgevingsbewuste route aan te bieden.
DOCUMENT
Publicatie bij de rede van Jasmijn Holla, in verkorte vorm uitgesproken bij de aanvaarding van de functie van lector Kracht van Sport en Bewegen aan Hoogeschool Inholland in Haarlem op 23 juni 2022. Het lectoraat Kracht van Sport en Bewegen richt zich met praktijkgericht onderzoek op het benutten van de potentiële gezondheidswaarde en sociaal-maatschappelijke waarde van sport, bewegen en een gezonde leefstijl. In aansluiting op de uitstroomprofielen van de bacheloropleiding Sportkunde, waaraan het lectoraat nauw verbonden is, heeft het lectoraat speciale aandacht voor het stimuleren van sport, bewegen en een gezonde leefstijl in de zorg, de wijk en op het werk. In dit boekje worden de onderzoekslijnen 'Aangepast Sporten en Bewegen', 'Sport en Maatschappij' en 'Gezondheidsmanagement' beschreven. Aan de hand van de overkoepelende onderzoeksthema's leefstijl, technologie en inclusie worden de achtergrond en visie gepresenteerd van waaruit het lectoraat werkt.
DOCUMENT
Tijdens psychologiecolleges krijgen studenten een foto voor hun neus. De vraag is, wat zie je. Wat blijkt: de ene student ziet meteen een jonge vrouw, de andere een heks. Wie heeft gelijk? Pas na lang kijken zien beide studenten zowel een een jonge vrouw als een heks. Een goede manier om studenten er van bewust te maken dat een bepaalde manier van kijken bepaald wat je ziet.
DOCUMENT
Een bundel columns geschreven naar aanleiding van het afscheid van Jan Houben van de Raad van Bestuur van Fontys Hogescholen. Gemeenschappelijk thema van de columns is de kracht die innovaties geven.
DOCUMENT
Afscheidsrede uitgesproken door prof. dr. Eveline Wouters, lector Health Innovations and Technology, Fontys Hogeschool en hoogleraar Succesvolle technologische innovaties in de zorg, Tilburg University op 10 januari 2025
DOCUMENT
De Forum-aflevering in nummer 6 van De Psycholoog over de inzet van ervaringsdeskundigheid gaat volgens Jan Verhulst in wezen over hoe de hulpverlener (de psycholoog of psychotherapeut) zich tijdens de sessie opstelt. Hoeveel kan en mag de hulpverlener van zichzelf laten zien, zijn eigen ervaringen therapeutisch gebruiken? ‘Van mijn gebluf is nooit iemand slechter geworden.’ Simona Karbouniaris en Clara Koek reageren.
DOCUMENT
Mantelzorgers van mensen met niet-aangeboren hersenletsel kunnen wel wat ondersteuning gebruiken. Maar wat voor ondersteuning? Zijn ze overbelast? En welke behoefte hebben zij? Om antwoord te geven op die vragen is het handig een set vragenlijsten te gebruiken die hun belasting en draagkracht in kaart brengt. In dit artikel laten we zien hoe je deze set kunt inzetten bij mantelzorgers van getroffenen door hersenletsel
DOCUMENT