Artikel over het bedrijventerrein Werkspoorkwartier in Utrecht dat ‘circulair herontwikkeld’ wordt. Wat is dat en welk effect dat op het gebied heeft, blijkt lastig in kaart te brengen, merken onderzoekers van de Universiteit Utrecht en Hogeschool Utrecht. (bron: https://www.gebiedsontwikkeling.nu/artikelen/hoe-meet-je-het-effect-van-een-circulaire-herontwikkeling)
LINK
Een heel huizenblok met historische gebouwen weggevaagd voor een parkeergarage. In de jaren ’70 is dit gebeurd in het centrum van Groningen, op steenworp afstand van de Vismarkt. Een tijd waarin automobiliteit erg hoog op de agenda stond. Tegenwoordig is dat wel anders. Binnensteden zijn steeds meer het domein van fietsers en wandelaars. In 2024 zal de centrumgarage (opgeleverd in 1973) in eigendom zijn van de gemeente Groningen. Met het oog op het afbouwen van automobiliteit in binnensteden wordt deze locatie dan ook herontwikkeld: de parkeerfunctie verdwijnt. Een dergelijke grote herontwikkeling in een buurt waar de leefbaarheid onder druk staat vereist een gebiedsbrede benadering. Door gebruik te maken van de methodiek van de ‘innovatiewerkplaats’ heeft de Hanzehogeschool in samenwerking met de gemeente Groningen de herontwikkeling van de centrumgarage onderzocht. Bewoners en ondernemers zijn bevraagd over hun persoonlijke ervaringen, het dagelijks leven en het ondernemen in de buurt. Met veldwerk en conceptontwikkeling zijn verrassende en bruikbare inzichten verkregen over de kansen en bedreigingen voor de transformatie. Deze praktijkbespreking focust enerzijds op hoe een dergelijke herontwikkelingslocatie een impuls kan geven aan de binnenstad en anderzijds hoe deze ontwikkelopgave methodisch benaderd kan worden met inzet van onderwijs en onderzoek vanuit een hogeschool.
DOCUMENT
Dit is het onderzoeksrapport voor de Herontwikkeling van de Noorderstraat, Ulrum. De projectgroep die dit verslag heeft geschreven bestaat uit een multidisciplinair team bestaande uit één student van Bouwkunde en Architectuur: Marlon Mulder, één student Civiele Techniek, Raymond Wierenga en een studente Human Technology, Cindy Wiegman De Noorderstraat in Ulrum voelt op dit moment niet aan als de hoofdstraat van het dorp, ondanks dat deze dat wel is. De projectgroep streeft ernaar om de Noorderstraat weer zijn oude allure terug te brengen, door middel van het bedenken van passende concepten. De concepten zijn bedacht naar aanleiding van een door de projectgroep uitgevoerd onderzoek. Na gedegen onderzoek, bleek dat het concept van een dorpsplein het best naar voren kwam. Naar aanleiding van dit rapport, is het Adviesrapport Herontwikkeling van de Noorderstraat, Ulrum gemaakt. Hierin staan de eindconcepten voor de Noorderstraat.Studentonderzoek in het kader van het thema Werklandschappen.
DOCUMENT
Paper naar aanleiding van een presentatie over herontwikkeling waarbij de case studie projecten steenfabriek in Wirdum (Gr.) en Sint Petruskerk in Eindhoven zijn behandeld.In dit artikel wordt ingegaan op het spanningsveld tussen behoud en ontwikkeling van monumenten. De problematiek wordt geschetst vanuit een analyse van beleid en praktijk. Hoe worden fysieke aanpassingen aan monumenten benaderd vanuit het perspectief van de monumentenzorg? En waar liggen knelpunten in het herontwikkelingsproces in de praktijk? Dit laatste wordt belicht vanuit twee case studie onderzoeken: de vervallen steenfabriek Tichelwerk in Wirdum en de Energieke Sint Petruskerk in Eindhoven. Beide voorbeelden laten zien dat het herontwikkelingsproces ook wordt gestuurd door mechanismen die niet per definitie gerelateerd zijn aan de cultuurhistorische waarden van de gebouwen. Door deze mechanismen te doorgronden kunnen herbestemming en energiebesparing worden ingezet als middel voor het behoud van monumenten.
DOCUMENT
Een holistisch perspectief op binnenstedelijke herontwikkeling Spatial Planning http://www.uu.nl/agenda/promotie-een-holistisch-perspectief-op-binnenstedelijke-herontwikkeling Promovendus Rien van Stigt onderzoekt waarom het moeilijk is om milieukwaliteit een prominente plaats te geven in de besluitvorming over ruimtelijke plannen. In zijn proefschrift ontwikkelt hij een holistisch perspectief op het complexe proces van compacte binnenstedelijke herontwikkeling. De kwaliteit van de stedelijke leefomgeving is essentieel in duurzame stedelijke ontwikkeling. Die kwaliteit staat met name bij compacte binnenstedelijke herontwikkeling onder druk, en daarom is milieukwaliteit een belangrijke factor in het plannen van zulke ontwikkelingen. Uit de literatuur over de integratie van milieubeleid blijkt dat dit, vooral op lagere bestuurlijke niveaus, niet altijd goed lukt. Er is nog geen overtuigende verklaring waarom dit zo is. Promotor(es): Prof.dr. P.P.J. Driessen en Prof.dr. T.J.M. Spit
DOCUMENT
Brownfields is een container begrip voor verlaten, ondergebruikte, verloederde en her te gebruiken gebieden. Ze bestaan uit (voormalige) industriële, militaire, infrastructurele en commerciële terreinen. Brownfields kennen milieuproblemen als gevolg van (bodem)verontreiniging, vastgoedproblemen en/of sociale problemen, of het beeld bestaat dat deze problemen er zijn. De problematiek kan dus zowel reëel als vermoed zijn. Hergebruik van Brownfields vraagt om maatregelen. Brownfields zijn niet eenduidig en verschillen in omvang, problematiek, historie, sociale en fysieke omgeving. Brownfields zijn dus geen eenduidige gebieden, waardoor een eenduidige aanpak ook niet mogelijk is. Brownfields zijn veelal verweven in hun stedelijke omgeving. Zij hebben impact op deze omgeving, en de omgeving op hen. Herontwikkelen van voornoemde ‘klassieke’ brownfields vraagt dan ook per definitie een stedelijke gebiedsontwikkelingsaanpak. Een herontwikkeling van brownfields kan ecologisch, economische en sociale voordelen voor zijn omgeving hebben. Herontwikkeling vraagt minder gebruik van nieuwe infrastructuurwerken en een intensiever ruimtegebruik dan bij greenfields en kan daarom efficiënter in ruimtegebruik zijn. Ook kan een diensten-intensieve herontwikkeling van brownfields substantieel bijdragen aan de regionale en zelfs nationale economie. Een herontwikkeling van Brownfields is veelal niet zelfstandig rendabel: sluitende exploitatie op projectniveau is lastig. Investeren van publiek geld in Brownfields is echter wel aantrekkelijk: de private multiplier kan van een factor vijf tot zelfs het meervoudig oplopen.
MULTIFILE
In februari 2017 is de komst van honderden nieuwe student-bewoners in de Groningse wijk Paddepoel volop in voorbereiding. Een aantal nieuwbouwcomplexen voor jongeren zijn in het najaar van 2017 al voltooid. De toekomstige wooncomplexen waar dit rapport over gaat, worden gebouwd in het hart van Paddepoel, direct ten zuiden van het winkelcentrum. Daar is het oude Rabokantoor inmiddels volledig gesloopt; voorbereidingen voor de herontwikkeling van de GAK-locatie zijn gestart. Op beide locaties verrijzen de komende jaren studenten- en jongerencomplexen, en appartementen in de vrijehuursector. Omdat de ontwikkeling van deze nieuwbouwcomplexen in het centrum tegelijkertijd kansen biedt tot transformatie van het gehele openbare gebied ertussenin en eromheen, heeft de werkgroep Bouwen & Duurzaamheid van Cocreatie Paddepoel begin 2016 contact gezocht met de Hanzehogeschool Groningen. De gedachte was om studenten in samenwerking met bewoners ideeën te laten ontwikkelen voor zowel de openbare ruimte als het winkelcentrum, dat slechts door de Pleiadenlaan gescheiden is van de Rabo- en GAK-locaties Studenten van de opleiding Vastgoed & Makelaardij hebben in het kader van een onderzoeks- en adviessemester de opdracht gekregen een bijdrage te leveren aan de gezamenlijke herontwikkeling van dit gebied, op zodanige wijze dat toekomstige student-bewoners van deze complexen uitgenodigd worden ‘met hun gezicht naar de wijk’ te komen wonen. Met andere woorden, het is de bedoeling dat de cocreatieve herontwikkeling van het centrumgebied eraan bijdraagt dat toekomstige studenten goed landen in de wijk Paddepoel, dat zij daadwerkelijk gebruik gaan maken van voorzieningen in de wijk en in contact komen met de huidige bewoners.
DOCUMENT
Hoe schept de fysieke ruimte de juiste condities voor haar gebruikers? Dit is een terugkerende uitdaging bij iedere gebiedsontwikkeling en herontwikkeling. In de huidige tijd is het temeer urgent vanwege de vergaande verdichting van onze steden, de stedelijke vernieuwing en de introductie van nieuwe 'on-Nederlandse' woonmilieus. Zo verdubbelt het aantal woontorens van boven de honderd meter de komende zes jaar. Hoe zorgen we dat die nieuwe fysieke ruimtes een leefbare woonomgeving creëren? Deze vraag is specifiek relevant voor het schaalniveau van de straat. Dat is onze gedeelde publieke ruimte en maken we dagelijks 'de sociale stad'. Nieuwe biometrische technologie biedt de kans om de relatie tussen fysiek en sociaal beter in beeld te krijgen.
MULTIFILE
DOCUMENT