Vlaamse en nederlandse scholen op pad om de leerlingzorg te ontwikkelen
DOCUMENT
Deze eindrapportage van het project ‘competenties van de zorgprofessional van de toekomst’ is uitgevoerd in opdracht van de Health Hub Utrecht, Coalitie Aantrekkelijke Arbeidsmarkt. De rapportage is tot stand gekomen met inbreng van een groot aantal mensen uit zorg, welzijn en opleidingen, die in dialoogsessies mee hebben gedacht over hoe de zorgprofessional van de toekomst goed toegerust kan worden. Met elkaar is gezocht naar de uitdagingen die zorg en welzijn, en opleidingen denken tegen te komen richting 2030 en er is nagedacht over richtingen die bijdragen aan het goed toerusten van deze professionals. De tweede publicatie betreft het tussenrapport: Competenties van de zorg- en welzijnsprofessional van de toekomst: Tussenrapportage ter afsluiting van fase 1. (Drs. J. Dijkstra RN, dr. M. Jacobs, Drs. B. Berkhout, 2023)
MULTIFILE
In het debat over kansengelijkheid wordt gepleit voor het later selecteren van leerlingen (zie bijv. Volkskrant, 27 augustus 2022). Dit om te bevorderen dat alle leerlingen voldoende kansen krijgen op onderwijs dat recht doet aan hun capaciteiten en ontwikkeling (Onderwijsraad, 2021). Ook in de stad Utrecht is er een groeiende aandacht voor heterogeniteit in het onderwijs in het kader van kansengelijkheid (Utrechtse Onderwijs Agenda 2023-2026). Academie Tien is een school waar heterogeniteit kenmerkend is. Academie Tien is een brede school in Utrecht voor mavo, havo, en vwo voor leerlingen vanaf 10 jaar. Op deze school bestaat een klas uit leerlingen van hetzelfde leerjaar, die onderwijs volgen op verschillende niveaus. De primaire taak van Academie Tien is om het onderwijs voor leerlingen te verzorgen. De ontwikkeling van leraren wordt echter niet gezien als een aparte bezigheid en is onlosmakelijk verbonden met de ontwikkeling van de leerlingen. Niet alleen omdat de nieuwe kennis en inzichten die leraren opdoen, teruggebracht worden naar de leerlingen (bijvoorbeeld in hoe de lessen ontworpen worden), maar ook omdat de school wil voorleven wat het betekent om onderdeel te zijn van een leergemeenschap. De ontwikkeling van leraren, die wordt begeleid door opleiders in het zogenoemde ‘Opleidingshuis’, is daarmee een krachtig voorbeeld voor de leerlingen.
DOCUMENT
Mentoren en ondersteuningscoördinatoren (onderwijsprofessionals) binnen het Pro Grotius College (hierna PG) ervaren een grote zorglast. Zij besteden een groot deel van hun begeleidingstijd voor leerlingen aan het acteren op vragen en ondersteuningsbehoeften die niet altijd onderwijs gerelateerd zijn. Om deze knelpunten op te lossen is een pilotproject op het PG gestart. Voor het project is een schoolmaatschappelijk werker aangesteld op de school, om leerlingen en ouders te ondersteunen bij hun hulpvragen. Het project is uitgevoerd in de periode november 2021 t/m juni 2024.
DOCUMENT
Overzicht van wat werkt geïllustreerd met uitspraken van professionals werkzaam in het onderwijs en de jeugdhulpverlening.
DOCUMENT
Voor leerlingen met een autismespectrumstoornis (ASS) die substantiële ondersteuning nodig hebben, is passend onderwijs lastig te realiseren. Deze leerlingen kunnen problemen laten zien in hun betrokkenheid bij de leertaak, wat gerelateerd is aan lage schoolprestaties en voortijdige uitval. Ze hebben baat bij een goede gezamenlijke ondersteuning van de leerkracht én de jeugdhulpverlener. Echter, leerkrachten hebben vaak weinig onvoldoende kennis en ervaring met ASS om de juiste ondersteuning te kunnen bieden en jeugdhulpverleners die op school ingezet worden, zijn meestal onvoldoende op de hoogte van wat er vanuit het onderwijs moet gebeuren. Leerkrachten en jeugdhulpverleners kunnen elkaar versterken, maar er is nog te vaak sprake van figuurlijke afstand en gebrek aan verbondenheid. Gezamenlijk professionaliseren kan ervoor zorgen dat het handelen van leerkrachten en jeugdhulpverleners en hun interprofessionele samenwerking worden versterkt, zodat deze professionals een integraal aanbod op maat kunnen maken en op een talentgerichte wijze de betrokkenheid van leerlingen met ASS kunnen ondersteunen. In ’t PASST Samen werken leerkrachten en jeugdhulpverleners (professionals) aan het versterken van hun handelen en hun interprofessionele samenwerkingsvaardigheden. Het doel daarvan is dat de betrokkenheid bij het leren van kinderen met een autismespectrumstoornis (ASS) vergroot wordt. Leerkrachten en jeugdhulpverleners ontwikkelen nieuwe kennis en vaardigheden die ze direct kunnen toepassen in hun werk. Hierdoor wordt hun handelingskracht om een integrale aanpak vorm te geven versterkt. Dit levert uiteindelijk tijdwinst op, omdat er preventief gewerkt wordt aanproblemen die samenhangen met een verlaagde betrokkenheid (bijv. interactieproblemen). Hierdoor worden de kansen voor kinderen met ASS vergroot.
DOCUMENT
Het Lectoraat Jeugd is door een Beleidsadviseur Sociaal Domein van de Gemeente Wijk bij Duurstede benaderd om de Pilot Onderwijs Zorg Arrangement (het OZA) in haar gemeente te evalueren. Binnen het OZA werken SBO-school De Driehoek, basisschool Het Baken en Loket Wijk (Sociaal Wijkteam) intensief samen met als doel kinderen binnen de gemeente op te vangen en zo te voorkomen dat zij aangewezen zijn op speciaal onderwijs buiten de gemeente. De Driehoek en het Baken verzorgen samen het onderwijsprogramma binnen de brede school Het Anker. Binnen het OZA worden zij ondersteund door de inzet van hulpverlening vanuit Loket Wijk (Collegevoorstel, 2017). De pilot werd vanaf januari 2017 gefinancierd door de gemeente en liep tot augustus 2018. Om tot besluitvorming te kunnen komen over al dan niet voortzetten van het OZA is de gemeente op zoek naar informatie over de meerwaarde van deze pilot. Dit in relatie tot de beoogde doelstelling: ‘Dat leerlingen onderwijs krijgen op de voor hen meest passende plek: daar waar zij zich in een veilige omgeving maximaal cognitief en sociaal emotioneel kunnen ontwikkelen. Zo mogelijk dichtbij huis en tevens in of dichtbij het regulier basisonderwijs, waar nodig ondersteund met specialistische voorzieningen.’ (Collegevoorstel zaaknummer 21231, 27 juni 2017, p. 1).
DOCUMENT
Het krijgen van een baan is voor jongeren afkomstig uit het Praktijkonderwijs geen vanzelfsprekendheid. Stages zijn heel belangrijk voor deze jongeren en wij denken dat stagedocenten daarbij een belangrijke rol vervullen. In een vijftal scholen voor Praktijkonderwijs is een praktijkgericht onderzoek gestart naar de aanpak van stagedocenten. Tijdens dit schooljaar willen wij u als lezer in drie bijdragen meenemen in het werk van de stagedocenten. Deze tweede keer gaat het over de activiteiten die stagedocenten zoal ondernemen en geven we een beeld van een paar jongeren: hoe het hen vergaat; gezien door de ogen van de stagedocent.Het derde deel gaat over de onderzoeksresultaten. Dan worden er uitspraken gedaan over het effect van de stagebegeleiding en essentiële randvoorwaarden.
DOCUMENT
Openbare les Prof. Micha de Winter Wat wij tegenwoordig jeugdzorg (of jeugdhulp) noemen, maakt deel uit van een veel bredere maatschappelijke opdracht: de zorg voor jeugd. De woorden lijken erg op elkaar, maar als we het over ‘jeugdzorg’ en ‘zorg voor jeugd’ hebben gaat het over heel verschillende werelden, die in de praktijk weinig verbinding met elkaar lijken te hebben. De jeugdzorg is een afgebakend terrein dat gaat over de professionele hulp voor gezinnen waarin de opvoeding van kinderen stagneert of ontspoort. Een echte maatschappelijke ‘sector’ dus, waarbij professionele opleidingen horen, kwaliteitsstandaarden, indicatiecriteria, protocollen en wetenschappelijk onderzoek dat bepaalt wat wel of niet effectief is. ‘Zorg voor jeugd’ is daarentegen een veel breder begrip, dat gaat over het geheel van onze maatschappelijke inspanningen om nieuwe generaties kinderen en jongeren groot te brengen en toe te rusten voor een volwassen bestaan. Het zijn weliswaar heel verschillende werelden, maar ze beïnvloeden elkaar enorm. Ze vormen communicerende vaten. Als de samenleving tekortschiet in de manier waarop zij kinderen en jongeren veiligheid en kansen weten te bieden, dan zullen we dat terugzien in de aard en hoeveelheid van problemen die we in de jeugdzorg tegenkomen. Als die samenleving er daarentegen in zou kunnen slagen om ouders en kinderen voldoende hoop en perspectief op een bevredigende en uitdagende toekomst te geven, dan zal het aantal klanten van de jeugdzorg aanmerkelijk afnemen.
DOCUMENT
Openbare les Dr. Saskia A.M. Wijsbroek & Prof.Dr. Micha de Winter. Veel verhandelingen over jeugdhulp of jeugdzorg beginnen met de constatering dat het met de meeste kinderen en jongeren in Nederland over het algemeen goed gaat. In allerlei internationale vergelijkingen komt de Nederlandse jeugd er gemiddeld gezien goed af, of het nu gaat om hun gezondheid, welbevinden, onderwijskansen of kwaliteit van leven (Bot e.a. 2013; De Looze e.a. 2014; UNICEF Office of Research 2013). Onmiddellijk na deze constatering volgt dan meestal de schaduwzijde: lang niet alle kinderen en jongeren delen in deze feestvreugde. Zo komt 10 tot 15% van de jeugdigen1 tussen 0 en 18 jaar in aanraking met jeugdhulp, jeugdbescherming of jeugdreclassering, groeit bijna 10% op in gezinnen die leven onder de armoedegrens, en neemt het aantal kinderen en jongeren dat verslaafd is aan genotsmiddelen of lijdt aan overgewicht al jaren toe (CBS 2017a, 2017b; Clarijs 2017; De Looze e.a. 2014). Afhankelijk van de bedoelingen die de auteurs van zulk soort teksten hebben, leiden ze vaak tot heel uiteenlopende conclusies. Wie graag wil onderstrepen dat het Nederlandse jeugdbeleid deugt, zal vreugdevol vaststellen dat het goed gaat met de jeugd. Wie echter vindt dat er van alles misgaat in datzelfde jeugdbeleid, en dat bijvoorbeeld de recente bezuinigingen op de professionele jeugdzorg veel te ver zijn gegaan, zal vooral de nadruk willen leggen op de groep die problemen ondervindt. In het nieuwe lectoraat Jeugd, ingesteld door de provincie Utrecht en Hogeschool Utrecht (HU), vervangen we deze ogenschijnlijke tegenstelling (gaat het nu goed of slecht met de Nederlandse jeugd?) door een benadering die kwaliteit van leven van álle kinderen en jongeren centraal stelt. Immers, in een samenleving waarin mensen steeds dichter op elkaar leven en in steeds meer opzichten afhankelijk van elkaar zijn, is de verdeling van levenskwaliteit een zaak van algemeen, gedeeld belang aan het worden
DOCUMENT