In het hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van thema's en methodische benaderinswijzen van de belangrijkste kwalitatieve jeugdonderzoeken uit de jaren vijftig tot en met negentig van de vorige eeuw. Na een aanloopperiode in de jaren vijftig en zestig, die gekenmerkt wordt door een relatief theoriearme benadering en het gebruik van eenvoudige dataverwerkingstechnieken, volgde in de jaren zeventig een periode waarin surveyonderzoeken met kwantitatieve dataverzamelings- en verwerkingsmethoden domineerden. Vanaf de jaren tachtig vond er een opleving van het kwalitatieve jeugdonderzoek plaats. Er kwam meer aandacht voor theorievorming over de relatie tussen jeugd en samenleving en er ontstond een veelzijdigheid aan onderzoeksbenaderingen. Achtereenvolgens worden beschreven: longitudinaal onderzoek, intergenerationeel onderzoek, historisch jeugdonderzoek, intercultureel vergelijkend onderzoek, multicultureel onderzoek, beleidsondersteunend onderzoek. Voorts wordt een overzicht gegeven van de meest gebruikte onderzoeksinstrumenten en dataverwerkingsmethoden in kwalitatief jeugdonderzoek.Tot slot wordt aandacht besteed aan de voor- en nadelen van multidisciplinair en interdisciplinair versus monodisciplinair jeugdonderzoek.
DOCUMENT
Vergelijking van de plaats die seksualiteit inneemt in het leven van jongeren voor en na de seksuele revolutie. Intergenerationeel vergelijkend onderzoek.
DOCUMENT
Het gedachtegoed van het project ‘Naar Verantwoorde Rebellie’ vormt het fundament voor de bevindingen in dit whitepaper. Daarbij gaat het om inspiratie, tips en concepten die leiden tot rebelse initiatieven in de ouderenhuisvesting. Dat is geen overbodigheid, want er is een toenemende behoefte aan collectieve woonvormen voor ouderen die tussen zelfstandig wonen en verpleegzorg in zitten. Vooral voor ouderen met een laag en middeninkomen zijn de mogelijkheden beperkt. Het aanbod van geschikte tussenwoningen is simpelweg te summier (1). Dat vraagt dus om nieuwe initiatieven! Daarnaast hebben jongeren en starters het al geruime tijd erg lastig op de woningmarkt. De problematiek is bekend: het is haast een mission impossible om een betaalbare woning te kopen, en het meest deprimerende is dat de piek volgens de berekening van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties pas in 2024 wordt bereikt (2). Het is een urgent probleem, maar in de praktijk komt dat onvoldoende tot uiting. Deze groep heeft behoefte aan een helpende hand, en daarom wordt in dit whitepaper gekeken of de initiatieven voor ouderen ook voor jongeren en starters van waarde kunnen zijn. Sterker nog, of zij onderdeel van de oplossing kunnen worden. Helaas zijn we niet in de ban van ‘slechts’ een crisis, maar van meerdere crises. De woningcrisis wordt namelijk vergezeld door de klimaat- en coronacrisis, en op het moment van schrijven daar bovenop zelfs een koopkracht- en energiecrisis (3, 4, 5). Een hoop ingrediënten voor een boel ellende als we lukraak met onsamenhangende oplossingen aan komen zetten. Het is een complexe puzzel geworden die, onder tijdsdruk vanwege de klimaatdoelstellingen en groeiende onvrede, weloverwogen oplossingen vereist. Bij de bouw van toekomstige woningen moet er derhalve rekening gehouden worden met een plethora aan vereisten, die in dit whitepaper aan bod komen. In het vervolg wordt uiteengezet waar een geschikte tussenwoning aan dient te voldoen, evenals een denkrichting die beschrijft hoe een intergenerationele collectieve woonvorm kan worden vormgegeven. De lezer wordt meegenomen in een verhaal dat eerst de huidige marktsituatie en trends beschrijft, vervolgens de problemen en uitdagingen aankaart, om ten slotte een concrete oplossing aan te dragen. Hierbij wordt rekening gehouden met een veelvoud aan belangrijke variabelen zoals de locatie, voorzieningen, activiteiten, demografische kenmerken, en vorm- en zingeving van het wooncomplex (6). Het gaat nadrukkelijk om een denkrichting die op een inclusieve manier, en met inbegrip van hedendaagse toepassingen en best practices, een originele en vooral kwalitatief hoogwaardige oplossing biedt voor het beperkte woningaanbod. Creativiteit en woongenot staat in dit whitepaper centraal; de wensen van potentiële bewoners worden geïnventariseerd en meegenomen in de uiteindelijke oplossing. Door middel van gesprekken met experts worden echter ook de technische haalbaarheid en betaalbaarheid zo goed als mogelijk geborgd. De uiteenzetting leidt ten slotte tot een virtueel ontwerp dat als inspiratiebron fungeert voor zowel toekomstige bouwers als bewoners van soortgelijke wooncomplexen. Geïnteresseerden kunnen een virtuele tour van het intergenerationele woningcomplex volgen. Via de link op pagina 29 kunt u het concept bekijken.
MULTIFILE
Kwalitatief jeugdonderzoek kende in de jaren vijftig en zestig van de twintigste eeuw een bloeiend bestaan, maar verdween in de jaren negentig, om daarna met een veelzijdigheid van onderzoeksbenaderingen te herrijzen. Het -voornamelijk beleidsondersteunende- kwalitatieve jeugdonderzoek uit de eerste periode was theoriearm en werd gekenmerkt door het gebruik van eenvoudige dataverwerkingstechnieken. De opleving van het kwalitatieve jeugdonderzoek in de jaren tachtig, ging gepaard met meer theorievorming over jeugd en samenleving. In dit artikel worden methodische mogelijkheden en knelpunten van longitudinaal onderzoek, intergenerationeel onderzoek, historisch jeugdonderzoek,intercultureel vergelijkend onderzoek en multicultureel onderzoek belicht. Geconstateerd wordt dat er de afgelopen decennia weliswaar een consolidering heeft plaats gevonden van het kwalitatieve onderzoek, maar dat dit vergezeld is gegaan van een theoretische fragmentering: vele (deel)disciplines werken naast en langs elkaar. Tevens als hoofdstuk verschenen in Levering, B.& Smeyers P.(red.)(1999).Opvoeding en onderwijs leren zien. Een inleiding in interpretatief onderzoek.Amsterdam: Boom. Pp.113-132.
DOCUMENT
Tuinvergroening is een belangrijk onderdeel van de aanpak van (stedelijke) maatregelen tegen klimaatverandering en biodiversiteitsverlies. De achtertuin kan als het ware fungeren als een plek waar klimaatadaptie en natuurherstel op microniveau kan plaatsvinden. Ook al bestaan er veel interventiemethodes zoals groene tuintips en adviezen, is het belangrijk om deze te specificeren en tekoppelen aan de belevingswereld van verschillende tuinbezitters. Binnen het projectburgerwetenschappelijke participatieproject Pientere Tuinen rondom tuinvergroening is er de wens om een beter beeld te krijgen van de motivaties en belemmeringen. In opvolging van een kwantitatief onderzoek onder projectdeelnemers doet dit rapport verslag van een opvolging op basis van interviews met zeven tuinbezitters in de Regenboogbuurt, Almere als case study. Deze bewoners is gevraagd wat hun motiveert of tegenhoudt rondom de inrichting van de achtertuin om een beterbeeld te krijgen waar mogelijke barrières liggen rondom vergroening.
DOCUMENT
Beschouwing over de seksuele opvoeding in Nederlandse gezinnen op basis van intergenerationeel onderzoek naar seksualiteit van jongeren en onderzoek naar communicatie tussen ouders en jongeren over seksualiteit.
DOCUMENT
Deze publicatie benoemt 19 ontwerpprincipes die docenten kunnen gebruiken om hun lessen op innovatieve en didactische wijze te ondersteunen met onderwijstechnologie. Denk bijvoorbeeld aan co-constructie, simulatie of rollenspel. Dit overzicht kwam tot stand na systematisch literatuuronderzoek in het onderzoeksproject Designing and Evaluating Innovative Mobile Pedagogies. Het lectoraat Teaching, Learning & Technology participeerde in dit project met diverse internationale partners.
DOCUMENT
Op basis van de resultaten van een kwalitatief en intergenerationeel onderzoek onder 57 Nederlandse gezinnen, wordt inzicht gegeven in de seksuele opvoeding in gezinnen, zowel vanuit het perspectief van jongeren als van hun ouders. Hoe wordt over seksualiteit gecommuniceerd en hoe waarderen jongeren en ouders de seksuele opvoeding binnen hun eigen gezin? Hoewel de meeste ouders de intentie hebben om hun kinderen op een actieve en communicatieve manier te begeleiden,worden ze hiervan weerhouden door hun eigen restrictieve seksuele opvoeding evenals door respect voor het prive leven van hun kinderen. Jongeren geven te kennen dat zij altijd op hun ouders kunnen rekenen, maar zien seksualiteit als een domein waar hun ouders niets mee te maken hebben.
DOCUMENT
In de 'Pedagogische Canon – Bronnen van betekenis’ vind je een serie portretten van onderwijswetenschappers en -denkers, uit heden en verleden. Hun werk is van betekenis voor een beter verstaan van goede onderwijspraktijk. In deze aflevering Jan Masschelein, emeritus professor wijsgerige pedagogiek verbonden aan het Laboratorium voor Educatie en Samenleving van de KU Leuven. Masschelein presenteert kritisch pedagogisch denken en onderzoek als een tocht die ons de wereld invoert. ‘Het leidt niet tot dé kennis of dé waarheid, maar naar de ervaring dat men zelf deel is van wat er wordt gezegd en gedacht.’
LINK
Door de onderwijsexpertraad van de Stuurgroep Ondervoeding is een onderwijshulpmiddel ontwikkeld, het zogenaamde leerdoelenoverzicht, dat bij kan dragen aan de verbetering van het ondervoedingsonderwijs in de Bachelor Verpleegkunde. De expertraad beoogt hiermee toekomstige verpleegkundigen voor te bereiden op het leveren van adequate voedingszorg aan zorgvragers om ondervoeding te voorkomen en te behandelen. Vijf vragen aan drie van de zes ontwikkelaars, Jellie Zuidema, Canan Ziylan en Debbie ten Cate.
LINK
Door de onderwijsexpertraad van de Stuurgroep Ondervoeding is een onderwijshulpmiddel ontwikkeld, het zogenaamde leerdoelenoverzicht, dat bij kan dragen aan de verbetering van het ondervoedingsonderwijs in de Bachelor Verpleegkunde. De expertraad beoogt hiermee toekomstige verpleegkundigen voor te bereiden op het leveren van adequate voedingszorg aan zorgvragers om ondervoeding te voorkomen en te behandelen. Vijf vragen aan drie van de zes ontwikkelaars, Jellie Zuidema, Canan Ziylan en Debbie ten Cate.
LINK