Background:Ecstasy (3,4-methylenedioxymethamphetamine (MDMA)) has a relatively low harm and low dependence liability but is scheduled on List I of the Dutch Opium Act (‘hard drugs’). Concerns surrounding increasing MDMA-related criminality coupled with the possibly inappropriate scheduling of MDMA initiated a debate to revise the current Dutch ecstasy policy.Methods:An interdisciplinary group of 18 experts on health, social harms and drug criminality and law enforcement reformulated the science-based Dutch MDMA policy using multi-decision multi-criterion decision analysis (MD-MCDA). The experts collectively formulated policy instruments and rated their effects on 25 outcome criteria, including health, criminality, law enforcement and financial issues, thematically grouped in six clusters.Results:The experts scored the effect of 22 policy instruments, each with between two and seven different mutually exclusive options, on 25 outcome criteria. The optimal policy model was defined by the set of 22 policy instrument options which gave the highest overall score on the 25 outcome criteria. Implementation of the optimal policy model, including regulated MDMA sales, decreases health harms, MDMA-related organised crime and environmental damage, as well as increases state revenues and quality of MDMA products and user information. This model was slightly modified to increase its political feasibility. Sensitivity analyses showed that the outcomes of the current MD-MCDA are robust and independent of variability in weight values.Conclusion:The present results provide a feasible and realistic set of policy instrument options to revise the legislation towards a rational MDMA policy that is likely to reduce both adverse (public) health risks and MDMA-related criminal burden.
MULTIFILE
Schön describes the way a designer engages with their materials as a “conversation”. In clothing design this typically involves tangible and situated actions such as draping, ripping, and cutting—actions that evoke responses from the fabric at hand. Dynamic fabrics—surface- changing fabrics that combine digital and physical states— are still novel fashion-design materials. When working with the digital, intangible qualities of these fabrics, how does a dialogue unfold for designers accustomed to working physically with fabrics? In this paper we examine the design process of Phem, a collection of garments that use dynamic fabrics that function similarly to augmented reality. We reflect upon the improvisations required to satisfy a productive dialogue with the digital forms of these materials. We conclude with a discussion that proposes revisiting Schön’s notion of a conversation in the context of digital forms, and use Ingold’s perspectives on making to inform this inquiry.
Column ter gelegenheid van het afscheid van Jan Houben als lid van de Raad van Bestuur van Fontys.Jongeren blijken in duurzame ontwikkeling steeds vaker belangrijke nichespelers te zijn. Pleidooi om in het hbo onderwijs aan te sluiten bij vernieuwende fantasieën en de wens om zich te onderscheiden met spannende - veelal in jeugdcultuur wortelende- experimenten.
In de eindrapportage van het RaakPro IMDEP project [1] hebben we aangegeven dat ten aanzien van demo 6 niet alle gestelde onderzoeksvragen beantwoord konden worden. Het plan was om de in Nederland ontwikkelde CIGS zonnecelmodule van Solliance op een façade te vergelijken met verschillende commerciële dunne film zonnecel-modules en een standaard silicium zonnecel module op de balustrade van het balkon van Flexhouse. In het IMDEP project zijn voor november 2015 wel de 2 commerciële dunne film zonnecelmodules en de standaard silicium zonnecel modules gerealiseerd. Na overleg met projectpartner TNO-Solliance is komen vast te staan dat de benodigde dunne CIGS modules van Solliance binnen de projectperiode van IMDEP niet te voorzien waren, maar wel voor het einde van 2016. Bij het eindevent waar meer dan 40 bedrijven uit de zonne-energie en bouw wereld aanwezig waren, werd nogmaals herhaalt dat ze graag meer kennisinteractie en informatie over de ontwikkelingen van (dunne) film zonnepaneel wilde krijgen. We zouden graag in de periode tot januari 2018 de volgende onderzoeksvraag, die we in het IMDEP project niet konden afronden en in de eindrapportage en eindevent benoemd is, dan ook graag in de Top-up regeling van SIA willen onderzoeken. Dit in nauwe samenwerking met Solliance. Hoe is de performance (elektrische opbrengst) en de reliability van het CIGS product van Solliance ten opzichte van commerciële producten standaard silicium, commerciële CIGS en dunne film silicium producten in een gevel toepassing gedurende een periode van een half jaar en kunnen deze produkten op korte termijn op de markt een rol gaan spelen? Dit top-up project is voor Solliance en Hyet van belang omdat het inzicht geeft in hoe hun producten zich verhouden tot de commerciële producten en hoe hun producten door hun potentiele klanten ontvangen worden. De Wijk van Morgen bij Zuyd Hogeschool is een ideale locatie om bedrijven en onderzoeksgroepen bij deze ontwikkelingen te helpen. Voor dunne film zonnepanelen wordt een grote markt verwacht, omdat ze: - veel lichter gemaakt kunnen worden; - makkelijker op maat gemaakt kunnen worden; - en op grote schaal ook goedkoper gemaakt kunnen worden. Installateurs en andere partijen in de bouwwereld zijn zeer geintereseerd naar de komst van deze produkten, omdat ze nieuwe markten voor hun kunnen openen, waar nu niet silicium zonnepanelen gebruikt kunnen worden. Mede het IMDEP project is aanjager geweest voor het lectoraat Zonne-energie in de Gebouwde Omgeving. Het heeft de mogelijkheid geboden om kennis uit te bouwen over demonstratie en monitoring van zonnepanelen. Het heeft in 2016 geleid tot een onderzoekslijn van 4 fte, waarbinnen 2 TKI projecten en 1 Interreg project lopen. Dit Top-up project geeft de mogelijkheid om deze onderzoekslijn verder te versterken. [1] Eindrapportage IMDEP, 26-4-2016.