In opdracht van de VNG is onderzoek verricht naar de invloed van digitalisering en technologische ontwikkelingen op de juridische functie van gemeenten en de vraag op welke wijze hierop adequaat kan worden ingespeeld. Dit thema is zeer actueel. Technologische ontwikkelingen in de maatschappij stellen gemeenten voor (beleidsmatige) uitdagingen. Digitalisering biedt veel kansen om gemeentelijke dienstverlening en besluitvorming te verbeteren, maar kent tegelijkertijd risico’s. Door de recente toeslagenaffaire staan kwaliteit, rechtvaardigheid en transparantie van overheidsbesluitvorming terecht in het middelpunt van de belangstelling. De inzet van technologie en algoritmes speelt bij dienstverlening en besluitvorming een steeds belangrijkere rol. Dit geldt ook bij gemeentelijke besluitvorming. De uitdaging is om de kansen die technologie biedt te benutten, maar tegelijkertijd juridische kwaliteit te borgen en de menselijke maat te behouden.
DOCUMENT
Legal management is een nieuw vakgebied, dat de praktijkvan juridische professionals vanuit een organisatiekundigperspectief benadert. Binnen organisaties heeft legalmanagement het doel de kwaliteit van de juridische functiete optimaliseren. In deze unieke uitgave schetsen experts deontwikkeling van dit nieuwe vakgebied en gaan zij in op destand van zaken van het legal management in verschillendesectoren van de Nederlandse rechtspraktijk: de centrale endecentrale overheid, het bedrijfsleven en de advocatuur.Voor iedereen die geïnteresseerd is in de organisatie vanjuridische dienstverlening en juridische processen.
DOCUMENT
full text via link met HU account. Met de introductie van de opleiding HBO-Rechten is begin 21ste eeuw beoogd een waaier van juridische beroepen te creëren. Dit artikel beschrijft in hoeverre dat op dit moment is gelukt. Hiertoe is onderzoek (vragenlijst en casestudy) uitgevoerd naar de functievorming voor en werkervaring en ambitie van de afgestudeerde HBO-jurist. We keken hierbij ook specifiek naar de functies en beroepen die traditioneel door academisch gevormde juristen worden vervuld. Vanuit beroepsvormingstheorieën van onder meer Mok en de onderzoeksresultaten wordt de vraag beantwoord of zich een eigenstandige functie HBO-jurist ontwikkelt (als voorloper van een eigen beroep), zoals oorspronkelijk de bedoeling was. Dat levert verrassende inzichten op. Anders dan beoogd blijkt de HBO-jurist zich met name te meten aan de academisch gevormde jurist. Dat wordt enerzijds zichtbaar doordat zij er massaal voor kiezen om door te studeren aan de universiteit. Anderzijds blijkt dat uit het feit dat de eerste crossovers zich aandienen in het bedrijfsleven, waar HBO-juristen niet meer geweerd lijken te kunnen worden uit voorheen aan academische juristen (niet-toga) voorbehouden functies. Een volwaardige HBO-juristfunctie of -beroep zien wij derhalve op korte termijn niet ontstaan.
LINK
Tijdens de COVID-19 pandemie worden aan burgers wetten en regels opgelegd en vrijheden ingeperkt, met grote en kleine gevolgen. Mensen kunnen hun geliefden beperkt zien en verliezen hun inkomen of woning. Dit onderzoek wil inzicht geven in keuzes die burgers maakten in relatie tot een specifieke coronamaatregel, door middel van verhalen uit de praktijk. Daarbij staat centraal wat het met iemand heeft gedaan. Heeft de burger bijvoorbeeld, overwogen zijn of haar recht te halen?Doel Professionals bewust maken wat - juridische - zelfredzaamheid in de praktijk betekent voor het realiseren van toegang tot het recht in deze bijzondere tijd. Resultaten Er worden twaalf korte documentaires gemaakt die de verhalen vertellen van de getroffenen tijdens de COVID-19 pandemie. In het bijzonder gaat het over hoe zij specifieke maatregelen hebben ervaren en of zij hebben geprobeerd hun recht te halen. Hieronder zijn de drie meest recente freedomentaries te bekijken. De Verpleegkundig Teamleider IC Charlot heeft het coronavirus van verschillende kanten ervaren, zowel privé doordat ze zelf besmet raakte, als in haar werk. 'In mijn functie als teamleider voel ik me verantwoordelijk voor het welzijn van patiënten en medewerkers. Maar ook in het hebben van vertrouwen dat die maatregelen er niet zonder reden zijn (...). We hebben zorgverlening en organisatie aan moeten passen door maatregelen, terwijl die het voor ons ook draaglijker moesten maken door het aantal besmettingen te reduceren. Dat voelde soms dubbel.' De leraar “Geen leerachterstand, maar een leefachterstand”, zo omschreef een scholier de coronasituatie in een ingezonden brief in de Volkskrant. Leraar Remy Balisteri kan zich hierin vinden. “Er zijn bepaalde ontwikkelingen in je leven die je niet zomaar even overdoet.” We hebben ons veel grondwettelijke vrijheden, zoals het recht op onderwijs, zonder al teveel morren laten afpakken, vindt hij. De coronatijd heeft Remy ervaren als een strijd met de waarden waar hij voor staat in het onderwijs, legt hij in deze freedomentarie uit. Een muzikant De coronamaatregelen gezien door de ogen van een muzikant. Voor Laura van der Stoep is muziek haar levensader. Vanwege de coronamaatregelen ervaart ze dat die live dialoog met het publiek is verdwenen en hoezeer ze dit nu juist mist. De mantelzorger In deze freedomentarie vertelt Monique Steijns haar verhaal, die afscheid heeft moeten nemen van haar vader die in een verpleeghuis woonde. De coronamaatregelen brachten rondom zijn overlijden extra druk met zich mee, vertelt ze. Looptijd 01 oktober 2020 - 28 februari 2021 Aanpak In dit visueel mediaonderzoek worden mensen geïnterviewd over hoe zij emotioneel, financieel of anderzijds geraakt zijn door een COVID-19 maatregel. De getroffenen worden via de sneeuwbal methode benaderd. De interviews zijn gebaseerd op een systemisch perspectief. Hoe verhouden wij ons in tijden van crisis tot regels en het rechtssysteem? Zijn er herkenbare patronen?
Vanaf de start heeft de City Deal Kennis Maken (CDKM) een stevige impuls gegeven aan de samenwerking tussen onderwijsinstellingen Koning Willem I College, Yuverta, Fontys, HAS green academy, Avans Hogeschool en Jheronimus Academy of Data Science1, Juridische Hogeschool en de gemeente ’s- Hertogenbosch. In de pioniersfase tot 2022 hebben projecten en activiteiten plaatsgevonden waar studenten, docenten en onderzoekers hebben bijgedragen aan maatschappelijk stadsopgaven. Daarbij werd voortgebouwd op de energie die er al was in de organisatie en intrinsieke motivatie van betrokken professionals om met het thema Positieve Gezondheid aan de slag te gaan. Daarmee is een kansrijke voedingsbodem ontstaan voor opschaling en verduurzaming. Deze voedingsbodem is in 2022 verstevigd met de ondertekening van het Bossche Onderwijsinnovatie Akkoord. Hierin spreken de partners met elkaar de ambitie uit dat elke Bossche student (nu 30.000) ten minste één keer in zijn/haar studietijd in een multidisciplinaire of multilevel context kan bijdragen aan de gezamenlijke maatschappelijke opgaven binnen de thema’s Samen Gezond (positieve gezondheid), Duurzaamheid en Den Bosch Datastad. Nu, in 2023, wordt gekozen om de samenwerking uit te diepen met een focus op het thema Groene en Gezonde Leefomgeving. De volgende drie aspecten versterken om te komen tot concretere implementatie en opschaling: verduurzaming van de huidige samenwerking, het koppelen van onderwijs en onderzoek aan actuele gezondheidsvragen in de stad, en het ontwikkelen van een methode om de impact van de samenwerking te meten. De ambitie is van 2023-2025 door alle consortiumpartners een groeiend aantal studenten en docenten interdisciplinair en multilevel te laten samenwerken aan het bevorderen van de Groene en Gezonde Leefomgeving in ’s-Hertogenbosch. Dit gebeurt op programmatische wijze aan de hand van vijf programmalijnen: 1. Gezamenlijke kennisontwikkeling 2. Leer- en experimenteeromgevingen in de stad. 3. Een “loketfunctie” voor verbinding vraag en aanbod 4. Impactmeting 5. Communicatie & activatiestrategie
Participatiewet, social return, baanafspraakbanen, quotumheffing – van MKB’ers wordt gevraagd werkplekken te creëren voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. De Quotumwet kan zelfs een boeteheffing opleggen als er onvoldoende werkplekken voor arbeidsbeperkten komen. De overheid dwingt MKB’ers hiermee over te gaan tot inclusief werkgeverschap. MKB’ers uit o.a. de bouw, afvalverwerking en schoonmaak kunnen geschikte werkplekken bieden en zijn bereid om hun bedrijf te richten op deze sociale innovatie. In de praktijk blijkt echter dat het MKB geen invulling kan geven aan deze innovatie, omdat kandidaten niet worden aangeleverd en/of niet over de juiste capaciteiten beschikken en omdat wet- en regelgeving belemmerend werkt. MKB’ers willen dit verbeteren samen met gemeenten. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de Participatiewet. MKB’ers ervaren dat gemeenten zich wel willen opstellen als partner van het bedrijfsleven, maar dat dat in de praktijk niet lukt. MKB’ers willen een structurele samenwerking met gemeenten tot stand brengen, waarbij ze zelf meer sturing geven aan de selectie en plaatsing van kandidaten, met minder regels. Omdat ze niet weten hoe ze dit van de grond kunnen krijgen vragen ze de Hanzehogeschool Groningen hiervoor handvatten te bieden. Gemeenten willen hier graag aan meewerken, omdat zij een beter beeld willen krijgen van de concrete behoeften van MKB’ers waardoor de door hen ingezette werkgeversbenadering beter aansluit op individuele MKB’ers. Door de nieuwe kennis van het project over een effectieve werkgeversbenadering zijn studenten beter voorbereid op de praktijk van de uitvoering van de Participatiewet en social return. De Hanzehogeschool Groningen zal samen met 26 MKB-bedrijven, MKB-Nederland Noord, De Normaalste Zaak, de gemeente Groningen en de Rijksuniversiteit Groningen, een werkplan met spelregels ontwikkelen voor structurele samenwerking van MKB met gemeenten, waardoor MKB’ers kunnen voldoen aan de verplichtingen in het kader van social return en de Participatiewet en daadwerkelijk uitvoering kunnen geven aan inclusief werkgeverschap.