Breedtesport en topsport ontwikkelen zich in een verschillende richting, maar blijven elkaar beinvloeden. Deze beinvloeding kan worden onderscheiden naar effecten die samenhangen met de veronderstelde aanvoerfunctie van de breedtesport en effecten die voortkomen uit de veronderstelde aanjaagfunctie van de topsport. Beide functies maken onderdeel uit van de zogenoemde 'double pyramid theory'. Volgens deze theorie brengen duizenden sportbeoefenaars een paar Olympische kampioenen voort (aanvoerfunctie), terwijl deze kampioenen door hun rolmodel weer duizenden mensen stimuleren om één of andere vorm van sport te gaan beoefenen (aanjaagfunctie). Onderzoek wijst echter uit dat er geen sprake is van een gelijke mate van beïnvloeding tussen topsport en breedtesport. De topsport kan niet zonder breedtesport, maar andersom is dit in veel mindere mate het geval. Breedtesporters ontlenen vooral als publiek veel plezier aan de topsport, maar een groot deel van de sportbeoefenaars, vooral buiten verenigingsverband, zal in hun sportbeoefening nauwelijks een relatie met de topsport ervaren.
DOCUMENT
In 2016 zijn de TU Delft, De Haagse Hogeschool en andere hogescholen een samenwerking gestart om in co-creatie met kinderen beweegactiviteiten te ontwerpen. Er is een groot aantal werkvormen ontwikkeld waarmee het inlevingsvermogen en de creativiteit van basisscholieren worden gestimuleerd. Tegelijkertijd komen gymleraren en groepsleerkrachten meer te weten over wat de klas en het individu “beweegt” en waar behoefte aan is in de gymles.
DOCUMENT
Veel van onze favoriete voedingsmiddelen zijn gefermenteerd: brood, kaas, yoghurt, chocolade, koffie, olijven, salami, zuurkool, wijn, bier. De techniek van fermenteren is eeuwenoud en geniet een toenemende belangstelling. Wat gebeurt er in een product, tijdens een fermentatieproces, op het niveau van micro-organismen en moleculen? Hoe ontstaan de complexe smaken? Zijn gefermenteerde producten veilig en gezond? Welke rol kan fermentatie spelen in duurzame voedselproductie? Deze reader geeft antwoorden op deze vragen. Toepassing als onderwijsmateriaal (bovenbouw vo, mbo, hbo); bevat twee recepten en verwijzingen naar video’s en experimenten.Deze tekst verscheen in verkorte vorm in: Lugtenberg, Ben. (Red.) (2023). "Gezond met Microben".
DOCUMENT
Inaugurele rede van Harry van Delft, lectoraat AgroFood Marketing. De AgroFoodSector staat voor een aantal forse uitdagingen en fundamentele veranderingen in relatie tot een sterk groeiende wereldbevolking, de noodzaak tot verduurzaming, en “opdrogende” hulpbronnen. Ook de eisen van afnemers en de externe omgeving ontwikkelen zich snel. Het verdienmodel staat ter discussie, want marges in delen van de foodketen zijn te laag. Naast de route van efficiency en schaalgrootte, wordt een andere marsroute naar de toekomst steeds belangrijker; die waarin de klant en toegevoegde waarde centraal staan. Dat vraagt om een sterkere externe oriëntatie, om continue innovatie en echte bereidheid samen te werken. In deze ontwikkeling speelt marketing een belangrijke rol. Juist de marketeer is bij uitstek geschikt de kansen en uitdagingen van de markt te verbinden met de kracht en sterkte van de onderneming. En wel zo dat de klant en zijn omgeving belangrijker worden dan de prijs. AgroFoodMarketing ontwikkelt op die manier waarde voor alle stakeholders; niet alleen voor de shareholders. Een enorme verandering, die uitdagend en complex is. Dit toekomstbeeld vraagt om mensen met competenties waarmee we als sector in staat zijn het roer om te gooien. Mensen die ondernemen met het gezicht naar de markt, die goed kunnen samenwerken, die de creativiteit en het lef hebben om te innoveren. We hebben nieuwe helden nodig. Aan het opleiden en inspireren van deze mensen draagt het lectoraat AgroFoodMarketing van de HAS Hogeschool actief bij.
DOCUMENT
Het beroepsonderwijs staat voor de opgave zich te ontwikkelen van een industriele diplomafabriek naar een loopbaancentrum. In dit boek laat het Lectoraat Pedagogiek van Beroepsvorming van de Haagse Hogeschool/TH Rijswijk zien hoe moeilijk het is deze overgang te maken. Vanuit een zestal invalshoeken wordt het onderwijs van de Haagse Hogeschool/TH Rijswijk tegen het licht gehouden. Nog te vaak blijkt dat onderwijsinnovatie minder op feiten dan op fabels is gebaseerd. Daarmee is dit boek voor alle docenten en hun managers bijzonder interessant.
DOCUMENT
De meeste mensen (er)kennen het belang van goede voeding en voldoende beweging, maar toch is de verleiding groot om ’s avonds met een zak chips op de bank neer te ploffen en lekker niks te doen. Voor iedereen herkenbaar: zo rond een uur of 10 ’s avonds op de bank voor de tv het moment dat trek in een lekkere snack opkomt. Eigenlijk wil je niet, want je weet dat je achteraf spijt krijgt. Uiteindelijk zwicht je toch. Echter je belooft jezelf de zak niet helemaal leeg te eten. Twee uur later zet je de tv uit en is de zak chips leeg. Een mooi voorbeeld van gedrag waarbij goedbedoelde, rationele intenties het hebben verloren van intrinsieke impulsen en extrinsieke verleidingen.
DOCUMENT
Welk soortelijk gewicht heeft sociaal beleid, en aan welke dynamiek is het onderhevig? Hoe zwaar weegt het in het Haagse? Is het verbeteren van de sociale kwaliteit van onze samenleving een opdracht die opkan tegen het equivalent daarvan in de economische en fysieke sfeer? En is het soortelijk gewicht van sociaal beleid de afgelopen jaren gedaald? (Hebben stoffen eigenlijk altijd eenzelfde soortelijk gewicht? Zou water als het bevriest en ijs wordt een ander soortelijk gewicht krijgen?) In deze bundel wordt vanuit diverse hoeken stilgestaan bij het soortelijk gewicht van sociaal beleid. De teksten zijn geschreven en samengebracht als Liber Amicorum voor Wim Woertman, ter gelegenheid van diens afscheid van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
DOCUMENT
Korte evaluatie ADAMAS opleidingstraject en netwerkpraktijk voor Credible Messengers en zomerprogramma voor jongeren
DOCUMENT
In het basismodule wetenschappelijke vaardigheden ontwikkelen de studenten meer begrip van methodologie en statistiek binnen de sport en beweegsector, alsook een kritische houding ten aanzien van onderzoeksresultaten. Omdat de Master of Sports een deeltijdstudie is en alle studenten ook werken in de beroepspraktijk, kan de student een bijdrage leveren aan het meer evidence-based maken van de beroepspraktijk op zijn werkplek. Zo heeft Bart van Gastel in opdracht van de Gelderse Sport Federatie een praktijkonderzoek uitgevoerd naar het effect van het aanleren van een B-Fit pauze-activiteit in de gymles op het spelen op het schoolplein bij 11- en 12-jarige meisjes.
DOCUMENT