'Nederland bereidt zich voor op de gevolgen van klimaatverandering en past de leefomgeving hierop aan. Met een stijgende temperatuur krijgen we extremere regenbuien, hittegolven, langere droge periodes met bodemdaling, terwijl de zeespiegel juist stijgt. Klimaatverandering heeft grote gevolgen voor de leefbaarheid in steden, de gezondheid van mensen en de economie, dus zoeken overheden, ondernemers en kennisinstellingen naar nieuwe praktische toepasbare oplossingen om de stad toekomstbestendig te maken en de leefbaarheid te verbeteren. Hierbij is samenwerken en beproefde innovatie van groot belang en kunnen klimaatproeftuinen een grote rol spelen. '
LINK
De melkveehouderij draagt bij aan klimaatverandering via broeikasgassen, verarming biodiversiteit via uitstoot van ammoniak, en slechte waterkwaliteit door nitraat, fosfor en pesticiden. Broeikasgassen worden veroorzaakt door pens fermentatie, mestopslag en -aanwending en door veenoxidatie. De kwaliteit van oppervlaktewater, lucht en bodem staan zwaar onder druk. Daarom is de melkveehouderij genoodzaakt om een systeemtransitie aan te gaan en mee te bewegen richting een toekomstbestendige melkveehouderij, volgens de kaders van het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) en het Frysk Programma Landelijk Gebied (FPLG). De huidige bedrijfsvoering past niet bij doelen die gesteld zijn in het NPLG voor de toekomst.Fieldlabs worden ontworpen om kennis- en innovatiebehoeften te vervullen door samenwerkingsverbanden te creëren voor innovaties in een realistische experimentele omgeving, waarbij co-creatie centraal staat. In Friesland ontwerpen wij een fieldlab voor melkveehouderij op veen-, klei- en zandgrond, waarbij nog 15 melkveehouders betrokken zullen worden. Er wordt gezocht naar enthousiastelingen en voorlopers voor dit project. Tijdens dit project gaan wij verder uitzoeken of dit één overkoepelend fieldlab met de drie verschillende grondsoorten (klei, veen en zand) als sub-fieldlabs gaat worden, of drie losse, en of het gebied wordt uitgebreid naar Noord-Nederland (dus inclusief Groningen en Drenthe).Het ontwerpplan omvat inventarisatie, analyse en anticipatie op nichevorming en structurele veranderingen, met ontwerpen voor fieldlabs en functies, inclusief randvoorwaarden zoals financiering en evaluatie. In het kader van PPLG worden innovaties ondersteund via fieldlabs in verschillende transitiepaden, waaronder hightech open systemen, duurzame landbouw en versterking van de relatie tussen landbouw en maatschappij. Het transitiepad 'Natuur en landschap' richt zich op behoud en ontwikkeling van natuurlijke waarden. Door middel van deze transitiepaden en ondersteuning van PPLG wordt innovatie gestimuleerd en draagt men bij aan een toekomstbestendige landbouwsector.
MULTIFILE
Sinds de jaren 50 heeft in de landbouw een aanzienlijke schaalvergroting plaatsgevonden. De veerkracht en de herkenbaarheid van agrarische landschappen zijn daardoor sterk afgenomen. Ook hebben de schaalvergroting en de daarmee gepaard gaande intensivering een negatieve impact gehad op de biodiversiteit, de bodem en het water. Veel groenblauwe structuren zoals poelen en houtige landschapselementen zijn verdwenen. Hoe brengen we die met het Aanvalsplan Landschap versneld terug?
MULTIFILE
The Netherlands is facinggreat challenges to achieve (inter)national climate mitigation objectives inlimited time, budget and space. Drastic innovative measures such as floatingsolar parks are high on political agendas and are entering our water systems.The clear advantages of floating solar (multifunctional use of space) led to afast deployment of renewable energy sources without extensive research toadequately evaluate the impacts on our environment. Acquisition ofresearch data with holistic monitoring methods are urgently needed in order toprevent disinvestments.In this project 10 SMEs with different expertiseand technologies are joining efforts with researchers and four public parties(and 12 indirectly involved) to answer the research question “Which monitoringtechnologies and intelligent data interpretation techniques are requiredto be able to conduct comprehensive, efficient and cost effective monitoring ofthe impacts of floating solar panels in their surroundings?"The outputs after a two-yearproject will play a significant and indispensable role in making Green EnergyResources Greener. Specific output includes a detailed inventory of existingprojects, monitoring method for collection/analysis of datasets(parameters/footage on climate, water quality, ecology) on the effects offloating solar panels on the environment using heterogeneous unmanned robots,workshops with public & private partners and stakeholders,scientific and technical papers and update of national guidelines for optimizingthe relationship between solar panels and the surrounding environment. Projectresults have a global interest and the consortium partners aim at upscaling forthe international market. This project will enrich the involved partners withtheir practical knowledge, and SMEs will be equipped with the new technologiesto be at the forefront and benefit from the increasing floating solar marketopportunities. This project will also make a significant contribution tovarious educational curricula in universities of applied sciences.The Netherlands is facinggreat challenges to achieve (inter)national climate mitigation objectives inlimited time, budget and space. Drastic innovative measures such as floatingsolar parks are high on political agendas and are entering our water systems.The clear advantages of floating solar (multifunctional use of space) led to afast deployment of renewable energy sources without extensive research toadequately evaluate the impacts on our environment. Acquisition ofresearch data with holistic monitoring methods are urgently needed in order toprevent disinvestments.In this project 10 SMEs with different expertiseand technologies are joining efforts with researchers and four public parties(and 12 indirectly involved) to answer the research question “Which monitoringtechnologies and intelligent data interpretation techniques are requiredto be able to conduct comprehensive, efficient and cost effective monitoring ofthe impacts of floating solar panels in their surroundings?"The outputs after a two-yearproject will play a significant and indispensable role in making Green EnergyResources Greener. Specific output includes a detailed inventory of existingprojects, monitoring method for collection/analysis of datasets(parameters/footage on climate, water quality, ecology) on the effects offloating solar panels on the environment using heterogeneous unmanned robots,workshops with public & private partners and stakeholders,scientific and technical papers and update of national guidelines for optimizingthe relationship between solar panels and the surrounding environment. Projectresults have a global interest and the consortium partners aim at upscaling forthe international market. This project will enrich the involved partners withtheir practical knowledge, and SMEs will be equipped with the new technologiesto be at the forefront and benefit from the increasing floating solar marketopportunities. This project will also make a significant contribution tovarious educational curricula in universities of applied sciences.
De verstedelijking levert een grote bijdrage aan de afname van biodiversiteit, de uitstoot van broeikasgassen en de impact van klimaatverandering. Het vraagt om innovatie in gebruik van bouwmaterialen, toepassing van groen en nieuwe vormen van stedelijke samenwerking. Natuurinclusieve gebiedsontwikkeling biedt kansen om verschillende actuele opgaven van de stad integraal op te pakken zoals biodiversiteitsverlies, klimaatmitigatie via CO2-reductie, klimaatadaptatie en mobiliteitstransitie. Er is echter een sterk tekort aan kennis om ecologisch en biobased te bouwen en hoe dit op gebouw, kavel, gebied en ecosysteemniveau precies te organiseren en financieren. Van de vele recente innovaties in de natuurinclusieve bouw en gebiedsontwikkeling is nog nauwelijks bekend wat de verschillende waarden zijn voor de gebruiker en onderliggende ecosysteem. In dit project wordt onderzocht wat de knelpunten en kansen zijn voor een transitie naar natuurinclusiviteit bij gebiedsontwikkeling in management en uitvoering, en welke handvatten ontwikkeld kunnen worden om de transitie te versnellen. Op basis van de gesprekken met praktijkpartners, richten we ons op drie aspecten van natuurinclusieve gebiedsontwikkeling: biobased bouwmaterialen, natuurlijke vergroening en de governance aspecten. Deze onderdelen worden onderzocht in een verschillende case studies waarin diverse natuurinclusieve gebiedsopgaven liggen. Via vergelijkend onderzoek worden succes- en faalfactoren in kaart gebracht en handvatten voor natuurinclusieve gebiedsontwikkeling geïdentificeerd. Het onderzoek richt zich met de drie casussen op de drie schaalniveaus van gebiedsontwikkeling: Spoorzone Waarder voor gebouwniveau, Amsterdam Knowledge Mile Park voor straatniveau en Almere Centrum-Pampus voor gebiedsniveau. Het tweejarig onderzoek wordt uitgevoerd door een consortium van vier hogescholen en diverse innoverende werkveldpartijen waarbij de acht versnellingssessies resultaten “versnellen” en tussentijds delen met de praktijk. Door reflecties van het brede werkveld wordt de toepasbaarheid van de producten in de praktijk geborgd. Het project leidt onder andere tot uitgangspunten voor natuurinclusieve gebiedsontwikkeling, een vertaling in een programma van eisen en een daaraan gekoppeld puntensysteem voor aanbestedingen.
Verhoging van het organisch stofgehalte in de Nederlandse landbouwbodems staat hoog op de politieke agenda omwille van diverse beleidsopgaven, waaronder klimaatmitigatie, klimaatadaptatie en duurzaam bodembeheer. De landbouwsector zet zich in om de gestelde doelen te bereiken. Afhankelijk van grondsoort en bedrijfsvoering kan het organisch stofgehalte dalen, gelijk blijven of stijgen. Voor een positieve organische stofbalans, i.e. vastlegging van koolstof, moet een agrariër maximaal investeren in teeltmaatregelen. Dit vergt maatwerk per grondsoort, regio en bouwplan. Om de juiste teeltmaatregelen te stimuleren wordt gewerkt aan beloningssystemen om de ondernemers tegemoet te komen in de kosten. Om de voortgang te monitoren is hierbij een adequate meetmethode essentieel. Gangbare methoden voor het meten en monitoren van het organisch stofgehalte in de bodem blijken onvoldoende nauwkeurig voor dit doel. In het kader van het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) is het relevant om zicht te hebben op het actuele organische stofgehalte in landbouwpercelen en op de locaties waar het haalbaar is om extra koolstof in de bodem vast te leggen, alsook op de teeltmaatregelen die inzetbaar zijn om dat te bewerkstelligen, gegeven variatie in landgebruik, grondsoort, water, etc. Doel van dit project is om ruimtelijk inzicht geven in het handelingsperspectief voor een verbeterd bodembeheer om het organisch stofgehalte in de bodem te verhogen. Recent onderzoek heeft uitgewezen dat met beelden van de Setinel-2 satelliet op een relatief fijnmazige schaal (20x20 m) kan worden geschat wat het koolstofgehalte in de bodem is. Door een slimme combinatie met rekenmodellen wordt een bruikbare tool ontwikkeld voor het monitoren van het organisch stofgehalte in minerale landbouwbodems en het maken van kaarten met zowel actuele als potentieel haalbare organische stofgehaltes per regio. Daarnaast wordt een beslisboom gemaakt voor goede bodembeheerpraktijken.