* Poster 1 - Weet wat er leeftDoor data van computer vision, eDNA, geuren en omgevingssensoren te voeden aan een AI systeem, kan de verspreiding van soorten in kassen snel worden bepaald. Met TKI PPS Weet wat er leeft wordt een dergelijk systeem ontwikkeld. De HAS is betrokken bij de werkgroep Vision* Poster 2 - Weet wat er leeft: Hoe meer hoe beter?Het aantal soorten op een vangplaat kan van invloed zijn op de performance van een Vision model. Hier testten we in hoeverre het mogelijk is om automatisch verschillende plaatsoorten op plakplaten te herkennen* Poster 3 - Weet wat er leeft: Bestrijders in the pictureHet aantal soorten op een foto kan van invloed zijn op de performance van een Vision model. Hier testten we in hoeverre het mogelijk is om automatisch verschillende biologische bestrijders te herkennen* Poster 4 - Weet wat er leeft: Een licht schijnen op telefoonsOm automatische beeldherkenning goed te kunnen gebruiken moet een model goed zijn afgestemd op het uiteindelijke gebruik. Hier testen we het effect van verschillende telefoons en lichtcondities op de performance* Poster 5 - Weet wat er leeft: Combineren van Vision en eDNAZowel computer vision als eDNA technieken worden steeds meer gebruikt om soorten te monitoren. Ze kennen beiden hun voordelen en beperkingen. In deze studie onderzoeken we hoe ze elkaar kunnen aanvullen* Poster 6 - Weet wat er leeft: Optimaliseren van modelEen model is zo goed als de data waar het op getraind is. Door grote verschillen in aantallen insecten en locaties, kan bias plaatsvinden. In dit project is trainingsdata van een Custom Vision model aangepast en is bepaald of het model daar beter van wordt* Poster 7 - Weet wat er leeft: Combinatie van techniekenPlaatmonitoring in de kas is arbeids- en kennisintensief. In dit onderzoek is onderzocht op welke manier automatische beeldherkenning en eDNA elkaar aanvullen in zowel een gecontroleerde al sin een praktijkomgeving als alternatieve monitoringstechnieken* Poster 8 - Weet wat er leeft: verschillende platenHet Custom Vision model (CV2) dat gebruikt wordt binnen het project is getraind op gele droge platen. Hier onderzoeken we of dat model ook geschikt is voor andere platen, of dat het nodig is nieuwe modellen te trainen* Poster 9 - Weet wat er leeft: plakplaten door de tijdIn de praktijk blijven plakplaten om te monitoren meerdere weken in de kas hangen. Dit kan invloed hebben op de performance van een model, omdat insecten verouderen en de dichtheid toeneemt
MULTIFILE
Dit document is één van de twee eindproducten voor de module Green Protorype Platform. In dit deel is te lezen hoe ons proces verlopen is en ook hoe we doelstellingen behaald hebben die vooraf gesteld zijn. Tot slot is een bondige beschrijving te lezen over urban farming. Dit is een samenvatting van het onderzoek dat het eerste blok heeft plaatsgevonden. Aangezien de tijd in het eerste blok voornamelijk gestoken is in research doen, lijkt de productie op het eerste gezicht wat weinig. Het is echter goed om te weten dat het onderzoek uit blok 1 ons ontzettend geholpen heeft om in blok 2 het schetsontwerp te maken. Dit schetsontwerp is ook meteen het tweede eindproduct. Het is een opzichzelfstaand boekje, zodat daar alleen inhoudelijk op eigenschappen van het schetsontwerp ingegaan kan worden. Als bijlage bij dit procesdocument is het artikel toegevoegd dat we samen hebben geschreven voor het vak Lezingencarrousel. Dit artikel gaat nog dieper in op de kenmerken van urban farming, en kan dan ook gelezen worden als een toevoeging aan dit document. Het is niet geschreven voor het GPP, maar kan wel van waarde zijn voor het platform. Het onderzoek dat we gedaan hebben in blok 1 voor het GPP, heeft deels bijgedragen aan het tot stand komen van het artikel.
AANLEIDING In het RAAK-MKB project ‘Gelijkspanning breng(t) je verder’ heeft De Haagse Hogeschool, specifiek de opleiding Elektrotechniek, ervaren dat de opkomst van het onderwerp ‘Gelijkspanning’ (ook wel DC) in het beroepenveld sterk samenhangt met ontwikkelingen in het vakgebied van ‘Vermogenselektronica’ of ‘Power Eletronics’. Het beroepenveld vraagt steeds vaker om steeds meer kennis op dit vakgebied, in het kader van bijvoorbeeld de energietransitie, Smart Grids, Internet-of-Things etc. Om deze kennis op een goed gestructureerde wijze over te dragen aan studenten, moeten er een aantal belemmeringen worden weggewerkt. Een van deze belemmeringen is de beperkte beschikbaarheid van kennis; het vakgebied is relatief nieuw en nog sterk in ontwikkeling. Binnen De Haagse Hogeschool is door de opleiding Elektrotechniek (met kennis van de nog weg te werken belemmeringen) de bewuste keuze gemaakt om zich binnen Nederland te willen profileren met het onderwerp ‘Gelijkspanning’. Vanuit het eerdere RAAK-MKB project ‘Gelijkspanning breng(t) je verder’ werden hiertoe een eerste vak en practicum ontwikkeld: Vermogenselektronica 1. Hierin worden beginselen van DC-DC omvormers behandeld. DC-DC omvormers zorgen voor het transformeren van DC-spanningen, om energie bij hoge spanningen en dus lage verliezen te kunnen transporteren. Vanaf het huidige collegejaar (2015-2016) is ook een tweede vak op dit gebied toegevoegd aan het curriculum: Vermogenselektronica 2: hierin worden DC-AC omvormers op hoofdlijnen behandeld. Deze omvormers zorgen ervoor dat veel gebruikte types motoren aangedreven kunnen worden met gelijkspanning. Deze hoofdlijnen staan in de ogen van het beroepenveld nog (te) ver af van toepassingen waarmee zij werken. Daarbij moet gedacht worden aan bijvoorbeeld elektrische mobiliteit (specifieke types motoren), verlichting (DC-DC), distributietechnieken (DC-DC op hogere vermogens) of slimme netten (integratie van energietechniek, communicatietechnologie en regeltechniek / embedded systems). DOELSTELLING Het doel van het project is het opstellen van een implementatiewijze ter verdere invulling van de onderwerpen ‘Gelijkspanning’ en ‘Vermogenselektronica’ in het curriculum van de opleiding Elektrotechniek voor de teamleider van Elektrotechniek van De Haagse Hogeschool om de gewenste profilering te kunnen realiseren. ACTIVITEITEN Vanuit de curriculum commissie van de opleiding Elektrotechniek wordt opdracht gegeven aan een apart team om het implementatievoorstel voor te bereiden. Hierin werken twee docent/onderzoekers samen met de teamleider en enkele extern specialisten. In vijf opeenvolgende stappen wordt op een top-down manier gewerkt aan 1. Formuleren competenties voor DC 2. Hoofdstromen curriculum inrichten 3. Uitwerken vakinhoudelijke gebieden Elektrotechniek (‘leeg vel papier’) 4. Koppelen opzet aan bezetting en kennis in het team en bij partners 5. Voorbereiden besluitvorming RESULTAAT Op deze wijze wordt een heldere visie ontwikkeld op het benodigde onderwijs om het onderwerp gelijkspanning gestructureerd aan te kunnen bieden. Daarbij gaat het om vakinhoudelijke kennis in vakken, met bijbehorende practica en projecten. Om deze kennis goed aan te bieden wordt nadrukkelijk ook de samenwerking met andere kennisinstellingen (zoals Zuyd Hogeschool en de TU-Delft) gezocht.
Er vindt een grootschalige technologische transformatie plaats, waarbij gebouwen en gebouwonderdelen steeds ‘slimmer’ gemaakt kunnen worden. Echter, deze technologische vooruitgang gaat gepaard met een verandering, niet alleen in de manier waarop gebouwen functioneren, maar ook in de manier waarop deze ontwikkeld en gebouwd worden. Naast grote technologische veranderingen vinden er ook invloedrijke maatschappelijke veranderingen plaats, vergrijzing en een grotere grijze druk zijn daar twee van. Dit project wil een interactief bouwdeel ontwikkelen wat mensen met dementie helpt langer zelfstandig thuis te wonen. Hiervoor is het ondersteunen van de zelfstandigheid belangrijk voor de quality of life van deze groep. De te ontwikkelen interactieve woonkamer heeft als doel om te ondersteunen en stimuleren bij ADL, mobiliteit en oriëntatie. Deze interactieve woonkamer wordt ontwikkeld door verschillende MKB partijen die technologie hebben die op een of andere manier een bijdrage kan leveren aan het bovenstaande doel. Daarnaast zijn de HAN, HvA en TU/e betrokken als kennispartners bij het project. Het doel is om een aanpak voor de ontwikkeling van interactieve bouwonderdelen en één innovatieve en interactieve ruimte (de interactieve woonkamer) in twee living labs te testen. Het eerste living lab zal als technische test dienen waarin het eerste prototype verbeterd kan worden. Het tweede living lab zal zijn in DrieGasthuizenGroep, waar een tweede prototype geïnstalleerd wordt en waar de reactie, acceptatie en effect op bewoners, zorg en mantelzorg bekeken kan worden. Deze publieke partner wordt betrokken bij het gehele design proces, zodat de input en behoeften van deze verschillende stakeholders al vroeg in het proces ingebracht worden. Dit iteratieve proces zal uiteindelijk niet alleen leiden tot een interactieve woonkamer die beter bij de behoefte van de gebruiker aansluit, maar ook tot een betere acceptatie bij implementatie in de praktijk.
Despite Dutch Hospitality industry’s significant economic value, employers struggle to attract and retain early career professionals at a time when tourism is forecasted to grow exponentially (Ruël, 2018). Universally, hospitality management graduates are shunning hospitality careers preferring other career paths; stimulating the Dutch Hospitality to find innovative ways of attracting and retaining early career professionals. Following calls from the Human Resource Management (HRM) community (Ehnert, 2009), we attribute this trend to personnel being depicted as rentable resources, driving profit’’ often at personal expense. For example, hotels primarily employ immigrants and students for a minimum wage suppressing salaries of local talent (Kusluvan, et al 2010, O’Relly and Pfeffer, 2010). Similarly, flattening organizational structures have eliminated management positions, placing responsibility on inexperienced shoulders, with vacancies commonly filled by pressured employees accepting unpaid overtime jeopardizing their work life balance (Davidson, et al 2010,). These HRM practices fuel attrition by exposing early career professionals to burnout (Baum et al, 2016, Goh et al, 2015, Deery and Jog, 2009). Collectively this has eroded the industry’s employer brand, now characterized by unsocial working hours, poor compensation, limited career opportunities, low professional standing, high turnover and substance abuse (Mooney et al, 2016, Gehrels and de Looij, 2011). In contrast, Sustainable HRM “enables an organizational goal achievement while simultaneously reproducing the human resource base over a long-lasting calendar time (Ehnert, 2009, p. 74).” Hence, to overcome this barrier we suggest embracing the ROC framework (Prins et al, 2014), which (R)espects internal stakeholders, embraces an (O)pen HRM approach while ensuring (C)ontinuity of economic and societal sustainability which could overcome this barrier. Accordingly, we will employ field research, narrative discourse, survey analysis and quarterly workshops with industry partners, employees, union representatives, hotel school students to develop sustainable HRM practices attracting and retaining career professionals to pursue Dutch hospitality careers.