Elles van Noorel en Sascha Rasch hebben in het tweede jaar van de academische pabo een literatuuronderzoek geschreven over transleerlingen en LHBT+-leerlingen in het basisonderwijs onder leiding van Ingrid Zijlstra. Zij hebben deze kennis samengevoegd tot een informatief en praktisch artikel. Achtereenvolgens worden de definitie, de prevalentie, de ervaringen van LHBT+-leerlingen en adviezen aan de school en leerkrachten benoemd. Daarbij worden nog specifieke adviezen voor de bovenbouw en onderbouw gegeven.
MULTIFILE
A previous study found a variety of unusual sexual interests to cluster in a five-factor structure, namely submission/masochism, forbidden sexual activities, dominance / sadism, mysophilia, and fetishism (Schippers et al., 2021). The current study was an empirical replication to examine whether these findings generalized to a representative population sample. An online, anonymous sample (N = 256) representative of the Dutch adult male population rated 32 unusual sexual interests on a scale from 1 (very unappealing) to 7 (very appealing). An exploratory factor analysis assessed whether similar factors would emerge as in the original study. A subsequent confirmatory factor analysis served to confirm the factor structure. Four slightly different factors of sexual interest were found: extreme, illegal and mysophilic sexual activities; light BDSM without real pain or suffering; heavy BDSM that may include pain or suffering; and illegal but lower-sentenced and fetishistic sexual activities. The model fit was acceptable. The representative replication sample was more sexually conservative and showed less sexual engagement than the original convenience sample. On a fundamental level, sexual interest in light BDSM activities and extreme, forbidden, and mysophilic activities seem to be relatively separate constructs.
DOCUMENT
Full text via link. Het kabinet wil het huidige systeem van loonkostensubsidie voor werkgevers inruilen voor een systeem waarbij iemand die niet genoeg verdient zelf aanvullende bijstand moet aanvragen. Voor de bijna 200.000 werknemers die niet in staat zijn om zelfstandig het wettelijk minimumloon te verdienen, betekent dit dat zij bij de gemeente zelf een aanvulling op hun inkomen moeten aanvragen. Een slecht idee, vinden betrokkenen en deskundigen
LINK
Het onderzoeksproject ‘jong-leren met verschil’ beoogt zicht te krijgen op de kracht van diversiteit door op zoek te gaan naar de aanwezige ervaringskennis van studenten met diverse achtergronden. Studenten worden (betaald) ingezet als onderzoekers binnen het project. Via interviews gaan de studenten op zoek naar de levensverhalen van medestudenten. Uiteindelijk ontwikkelen zij producten die inzetbaar zijn binnen de HU. Doel Het doel is om het verschil en de kracht van diversiteit zichtbaar te maken. Studenten ontwikkelen specifieke competenties; blijken in staat regels om te buigen, leren ‘spelen’ met meerdere identiteiten, weten uitdagingen of problemen (soms noodgedwongen) om te zetten in voordelen. Het project richt zich op drie doelgroepen om antwoord te krijgen op de onderzoeksvraag: Hoe maken studenten met verschillende achtergronden en deel-identiteiten een samenhangend verhaal van hun leven, in toenemend diverse samenleving? De drie groepen bestaan elk uit zeven studenten die worden geworven als student-onderzoeker: Studenten met een -al dan niet gedwongen- migratieverleden Studenten+ LHBT+-studenten De student-onderzoekers interviewen zes studenten (waarvan een interview met henzelf) en maken deel uit van een team. Het team komt jaarlijks acht keer bij elkaar. Resultaten Met de ontwikkelde producten willen we de kracht van diversiteit binnen de HU-gemeenschap belichten. Ieders ervaringen en ervaringskennis rond diversiteit staan hierbij centraal. In vier podcasts gaat het over (grappige) misverstanden over taal die je kunt meemaken wanneer Nederlands niet je moedertaal is. In de film vertellen studenten en medewerkers over hoe het is om binnen de HU te studeren en te werken met een diverse achtergrond. In het tijdschrift schrijven studenten en medewerkers over hun ervaringen met (hun eigen) diversiteit in & om de HU. Looptijd 01 november 2019 - 01 november 2021
Er bestaat groeiende belangstelling bij musea, goede doelen en grote festivals voor Virtual Reality. Deze instellingen hebben vaak interesse voor complexere interactieve VR-installaties met een duidelijke persuasieve intentie, zoals attitude- of gedragsverandering bij het publiek. Dit onderzoeksvoorstel richt zich op de ontwikkeling van een ‘grammatica’ voor het ontwerpen van interactieve VR installaties die zich richten op ‘reflection’ en ‘persuasion’. Uitgangspunt daarvoor is het ‘model for dimensions of interaction in VR’ dat in een eerder Raak MKB project is ontwikkeld. Het model beschrijft vier verschillende vormen van interactie in VR. Met dit onderzoek wordt een belangrijke nieuwe stap gezet door het conceptuele model te concretiseren en te onderzoeken in hoeverre deze ingezet kunnen worden voor de doelen persuasion en reflection. In hoeverre kunnen interactieve design elementen bijdragen aan het effect van VR als ‘perspective shifter’? In Fase 1 wordt het conceptuele model ingekleurd door een analyse van interactie strategieën in bestaande VR-installaties. De analyse van de installaties wordt vergezeld door interviews met de makers waarbij gevraagd wordt naar hun motief voor de implementatie van deze interactieve elementen en hun reflectie daarop. In Fase 2 worden de aldus verkregen inzichten en hypothesen gekoppeld aan theorie over media effecten, toewerkend naar een format voor VR als perspective shifter. Dit format vormt de basis voor Fase 3, waarin in samenwerking met kennispartners een concept voor een VR installatie met het thema VR for Diversity wordt ontwikkeld. Deze installatie wordt geproduceerd door één van de consortiumpartners en zal ingezet worden voor een serie experimenten waarmee wordt nagegaan hoe VR als perspective shifter kan dienen en welke rol interactieve (verhaal)elementen daarbij kunnen spelen. Parallel aan het onderzoekstraject worden experts meetings en workshops georganiseerd en zal de verkregen kennis worden bestendigd binnen onderwijsafdelingen aan de Hogeschool van Amsterdam en Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht.