Met landelijke verkiezingen van 2021 achter de rug en de gemeenteraadsverkiezingen van 2022 in het vooruitzicht is het een goed moment om de houding van Amsterdamse jongeren tegenover verkiezingen te verkennen. Wat beweegt jongeren om wel of niet te stemmen, en welke rol speelt politiek in hun leven? Jongeren die niet stemmen lijken zich misschien weinig bewust van politieke en maatschappelijke kwesties, maar is dit eigenlijk wel zo? Interesseert politiek ze niet of laten zij misschien op andere manieren hun stem horen?
DOCUMENT
De opkomst bij de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2022 was ‘historisch’ laag, zo kopten verschillende kranten. Het landelijk gemiddelde lag op 51 procent, 5 procent lager dan in 2018. In sommige gemeenten lag de opkomst ruim onder het gemiddelde en was de daling nog groter. Rotterdam had met 38,9 procent de laagste opkomst van heel Nederland; een daling van bijna 8 procent t.o.v. 2018. De opkomst bereikte dus een dieptepunt, maar was tegelijkertijd niet helemaal verrassend. De opkomst bij gemeenteraadsverkiezingen ligt structureel een stuk lager dan bij de Tweede Kamerverkiezingen. Bovendien is er sinds het midden van de jaren 1990 al sprake van een geleidelijke daling (Vollaard e.a. 2022, p. 14). In Rotterdam ligt de opkomst bij de gemeenteraadsverkiezingen al decennia onder die van de andere drie grote steden, met uitzondering van de oplevingen in 2002 (opkomst Leefbaar Rotterdam) en 2006 (tweestrijd Leefbaar Rotterdam-Partij van de Arbeid) (OBI 2022, p. 10).
DOCUMENT
Het SP verziekingsprogramma 2010-2015 is in de pers omschreveen als klassiek maar ook als heel herkenbaar. Klassiek heeft niet alleen de betekenis van ouderwets maar ook vertrouwd en degelijk. Meest opvallende punt in het programma is de belastingverhoging voor het toptarief en een extra 65% schijf. Verder een beperking van de hypotheekrenteaftrek tot huizen met een waarde van max 350.000 Al met al een sociaal en solidair programma.
DOCUMENT
De opkomst bij de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2022 in Nederland was historisch laag. In Den Haag lag de opkomst op 43 procent. Het opkomstpercentage verschilde sterk tussen wijken. Voor dit onderzoek zoomen we in op vijf wijken: Bouwlust en Vrederust; Laakkwartier en Spoorwijk (beide met een opkomst onder de 30 procent); Mariahoeve en Marlot; Staten- en Geuzenkwartier (opkomst rond het stedelijk gemiddelde) en de Vogelwijk (met 77 procent een relatief hoge opkomst). Doel en vraagstelling Het doel van het onderzoek is inzicht bieden in de beweegredenen van stemmers en niet-stemmers in verschillende wijken en het bieden van handelingsperspectieven voor de gemeenteraad, het college en de gemeentelijke organisatie. De drie hoofdvragen van het onderzoek zijn: - Wat zijn de motieven van stemmers en niet-stemmers? - Hoe kunnen we verschillen verklaren tussen wijken en groepen bewoners? - Welke handelingsperspectieven kunnen worden ontwikkeld, zowel voor het bevorderen van de opkomst als het vergroten van de betrokkenheid van bewoners bij de gemeentepolitiek?
DOCUMENT
In deze tekst staan twee vormen van participatie centraal: de burger als kiezer en als co-producent. De auteurs staan stil bij de verhoogde aandacht voor participatie door de ontwikkelingen op drie terreinen te beschrijven, t.w. politieke participatie, vrijwilligerswerk en leefbaarheid in wijk en stad. Telkens trachten ze de internationale en landelijke discussie te vertalen naar de Eindhovense situatie. Uiteraard zijn er nog vele andere vormen van participatie, zoals sportparticipatie, cultuurparticipatie en niet te vergeten arbeidsparticipatie. Dit artikel beperkt zich tot de min of meer vrijwillige vormen van participatie waarbij de relatie met de overheid in het geding is. Andere vormen van participatie (zoals op de arbeidsmarkt) en de vraag of die concurreren met bijvoorbeeld vrijwilligerswerk komen niet aan bod. De tekst sluit af met een aantal algemene observaties en beleidssuggesties.
DOCUMENT
Het huidige college van B&W en de gemeenteraad hebben aan het begin van hun regeerperiode een sociale agenda 2003-2006 voor Eindhoven opgesteld. Preventie en participatie zijn de kernbegrippen uit die nota. In maart 2006 zijn er nieuwe gemeenteraadsverkiezingen. Uit de huidige sociale agenda is het Sociaal Debat Eindhoven ontstaan. In de driehoek van overheid (gemeente Eindhoven), kennisinstelling (Fontys Hogeschool Sociale Studies) en werkveld (Loket W) praten de verschillende professionele kernpartners uit het maatschappelijk middenveld al enkele jaren met elkaar over actuele thema's uit de sociale agenda. De resultaten van het Sociaal Debat Eindhoven willen we met deze publicatie naar buiten brengen, om daarmee het debat te verbreden. Lokaal beleid gaat er, zeker in de sociale infrastructuur, weer meer toe doen. Landelijke ontwikkelingen als de Wet Werk en Bijstand of de Wet Maatschappelijke Ondersteuning betekenen een decentralisering van beleid en meer ruimte voor lokaal (sociaal) beleid. Het is ook om die reden dat we deze publicatie verluchten met artikelen uit het Eindhovens Dagblad. Niet alleen de lokale politiek wordt belangrijker, ook de lokale media.
DOCUMENT
Dit paper onderzoekt de oorsprong van Geert Wilders' media-appeal. Geen Nederlandse politicus heeft in de voorbije vijf jaar zoveel journalistieke aandacht gegenereerd als de leider van de Partij voor de Vrijheid (PVV). Althans, dat is een wijdverbreid idee onder politici, academici en journalisten zelf. Hier staat de vraag centraal wat Wilders aantrekkelijk maakt als onderwerp en bron van nieuws voor Nederlandse journalisten. Daartoe wordt eerst een overzicht gegeven van theorieën die verklaren hoe (rechts-) populistische politici media-aandacht verkrijgen. In het algemeen geldt daarbij dat zij - om succesvol te zijn - evenwicht trachten te vinden tussen een outsiderpositie die hen nieuwswaardig maakt, en een establishment-positie die hen geloofwaardigheid verschaft bij zowel publiek, medepolitici als media. In een secundaire analyse worden vervolgens 62 studies onderzocht die in de voorbije jaren zijn gedaan naar Wilders en naar zijn verhouding met de media. Hieruit blijkt dat Wilders in sterke mate voldoet aan het profiel van de rechts-populistische politicus uit de literatuur, maar dat hij tegelijkertijd een autoriteit, effectiviteit en legitimiteit bezit die hem mainstream maken. Beide - ogenschijnlijk tegenstrijdige - beelden van de PVV-leider verklaren zijn aantrekkingskracht voor journalisten: dat van outsider én dat van insider. Hij komt daarmee vergaand tegemoet aan medialogica en wat deze van politici vraagt. Bovendien verschaffen de felle reacties van tegenstanders hem extra publiciteit: reacties die hij vaak zelf oproept door zijn emotionele, provocatieve en confronterende boodschap.
DOCUMENT
Volt doet in tien gemeenten mee aan de gemeenteraadsverkiezingen. De partij presenteert zich als de eerste Europese partij en veel journalisten en kiezers namen deze boodschap voor zoete koek aan: de partij is echter vooral Duits-Nederlands: daar zit het merendeel van de leden die beslissen over het programma wat in heel Europa aan de man moet worden gebracht. Dat laatste is niet eenvoudig: er is geen enkele reality check of alle Europese ambities ook aansluiten bij andere landen dan Nederland en Duitsland.
MULTIFILE
Full text via link. Volgens het opleidingsdocument in het hoger onderwijs is het sociaal werk een ‘talig’ beroep. Maar dat is eenzijdig en onhoudbaar. Kunst en creativiteit kunnen professionals ‘meertalig’ maken, betogen drie lectoren van verschillende hogescholen.
LINK