© 2025 SURF
In de interviewserie met lectoren: filosoof Nico de Vos is dragend lector Participatie en Stedelijke Ontwikkeling. Zijn lectoraat onderzoekt de maatschappelijke impact van sport, kunst en gemeenschappen (community development). ‘Participatie moet niet alleen gericht zijn op de kwetsbare mensen in de samenleving.’ Een interview over andere manieren van samenleven, over nieuwe onderzoeksvormen en echte impact, in "de nulde lijn" van de Utrechtse samenleving.
LINK
“Bij de invoering van ‘Passend Onderwijs”, inmiddels alweer zo’n vijf jaar geleden, was ik intern begeleider. Maar mijn taken werden steeds meer door de leerkrachten zelf ingevuld, zodat mijn taak veranderde. Dit jaar sta ik met veel plezier drie dagen als co-teacher in een bovenbouw meerleerjarenklas.”
Onderzoek binnen Hogeschool Zuyd naar hoe zelforganisatie binnen teams zou kunnen worden bevorderd en wat daarbij de rol van de teamleider zou kunnen zijn.
Zuyd Hogeschool koerst op zelforganisatie voor (opleidings)teams. Zelforganisatie wordt opgevat als het binnen de bestaande context en kaders van de hogeschool bevorderen van eigen verantwoordelijkheid van teams en medewerkers voor de organisatie en verdere ontwikkeling van een opleiding. De complexiteit van de organisatie en het onderschrijven van de professionaliteit van de medewerkers maken zelforganisatie tot een gewenst uitgangspunt. Samenwerking, regelruimte, verantwoordelijkheid, proactief handelen en verbindend leiderschap worden verbonden aan het begrip zelforganisatie. De onverwachte taakstellingen die de Corona-pandemie met zich meebracht versterkten dit besef. Met de dankbetuiging in De Limburger van 20 maart 2021 sprak het College van Bestuur waardering uit voor onder meer de gebleken zelforganisatie.
Cijfers van het Centraal Bureau voor Statistiek (Kernindicatoren maart 2012) laten zien dat Nederland op diverse domeinen in het publieke domein problemen heeft, grote en kleine, die samenhangen met het gedrag van burgers. Zo stonden we in februari van dit jaar gezamenlijk voor het eerst meer dan tien miljard euro rood. Het aantal Nederlanders met overgewicht is in twintig jaar tijd verdubbeld. Nog steeds gebruiken te veel mensen (en dan vooral jongeren) één en hetzelfde, gemakkelijk te raden wachtwoord voor diverse persoonlijke accounts op internet. De emissie van CO2 in Nederland is in de afgelopen tien jaar alleen maar gestegen. En er is ondanks een daling in het aantal slachtoffers een groeiende onrust over geweld tegen (zorg) hulpverleners. Het besef dat we als samenleving financiële en maatschappelijke problemen hebben, leidt wel tot veel onderlinge discussie en oprechte zorgen, maar nog te weinig tot een aanpassing van ons individuele gedrag. Wie maatschappelijke en financiële vraagstukken in de samenleving wil oplossen zal het gedrag van zeer grote aantallen mensen effectief moeten beïnvloeden. Dat gaat echter niet lukken als we ons daarbij alleen richten op het versterken van de kennis, het bewustzijn en de houding van mensen. Complexe collectieve vraagstukken in het publieke domein waar het individuele belang en de directe opbrengst niet meteen voelbaar zijn voor de gemiddelde burger vragen om creatieve en innovatieve publiekscommunicatie. Hybride vormen publiekscommunicatie die zowel het rationele als het irrationele van de mens aanspreken.
White paper Media Future Week Almere Het jaar 2011 werd door Neelie Kroes (Europees Commissaris ‘Digitale Agenda’) afgesloten met de presentatie van een nieuwe Europese richtlijn die ervoor moet zorgen dat overheden meer data voor hergebruik ter beschikking stellen. Open data is volgens Kroes 'goud waard'. Ook binnen de Nederlandse overheid groeit de aandacht voor open data. In de door het rijk geïnitieerde wedstrijd ‘Apps voor Nederland’ (http://www.appsvoornederland.nl/) konden deelnemers mobiele applicaties ontwikkelen met beschikbare overheidsdata. Onder die ontwikkelaars waren eerstejaars studenten Communication & Media Design van de Hogeschool Utrecht. Zij hebben eind vorig jaar enthousiast gepionierd en succesvolle concepten bedacht die gezien de overeenkomsten met de ‘prijswinnende applicaties’ (http://www.appsvoornederland.nl/nieuws/winnaars‐apps‐voor‐nederland‐bekend) zeker kans van slagen zouden hebben. Zie bijvoorbeeld de web‐based app ‘iHBO’ (http://www.appsvoornederland.nl/apps/ihbo) van Rein Krijgsman, Robert van Assenbergh en Pjotr Sen. Deze applicatie biedt aankomend studenten, ouders en decanen informatie op maat om een weloverwogen en goed geïnformeerde studiekeuze te kunnen maken. Het was volgens de studenten leuk en leerzaam om nieuwe dienstverlenende
CONCEPT 15-01-2012: gebaseerd op het Rapport ‘Gedragsverandering via campagnes’ van het Ministerie van Algemene Zaken; Zie Renes, et al., 2011 De publiekscampagnes van de Nederlandse rijksoverheid zijn effectiever in het realiseren van kennisoverdracht dan in het (op korte termijn) veranderen van houding en gedrag (zie o.a. Jaarevaluatie Postbus 51-campagnes 2009, 2010). Nederlandse ministeries hechten steeds meer belang aan gedragseffecten en gebruiken dit ook als criterium om de effectiviteit van campagnes te beoordelen. Momenteel zijn veel campagnes nog gebaseerd op klassieke modellen die sterk uitgaan van systematische informatieverwerking en rationeel keuzegedrag (Wevers, Renes, Van Woerkum, 2010). Door groeiend inzicht dat deze modellen niet meer voldoen, heeft de vraag hoe communicatie effectiever kan bijdragen aan gedragsverandering het afgelopen jaar veel aandacht gekregen binnen de Dienst Publiek en Communicatie (DPC), onderdeel van het Ministerie van Algemene Zaken, en verantwoordelijk voor het uitvoeren en evalueren van Postbus 51 campagnes.
Gezondheidsproblemen, zoals overgewicht, roken en diabetes komen veelvuldig voor in de Nederlandse samenleving. Om het aantal gezondheidsproblemen terug te dringen is er in de afgelopen jaren gekozen voor een leefstijlbenadering. In een leefstijlbenadering staat niet één punt centraal dat moet veranderen aan het ongewenste gedrag (bijvoorbeeld stoppen met roken), maar een complex van gedragingen en gewoonten. Wanneer er veranderingen optreden zijn deze een krachtigere voorspeller van uiteindelijke gezondheidseffecten, dan veranderingen die het gevolg zijn van een enkelvoudige benadering. Het bewerkstelligen van deze veranderingen lijkt echter moeilijker. Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) zet daarom verschillende maatregelen in om de leefstijl van de Nederlandse bevolking te veranderen. Eén van de middelen is het subsidiëren van campagnes waarin de (ongezonde) leefstijl centraal staat. Deze 'leefstijlcampagnes' hebben tot doel om de Nederlandse bevolking bewust te maken van de gezondheidsnorm en het aanzetten tot een gezonder leefpatroon. Of deze campagnes effect sorteren in de samenleving wordt in grote mate bepaald door de keuzes die gemaakt zijn tijdens de ontwikkeling ervan. Hierbij gaat het dan niet zozeer om waar het campagneteam voor kiest, maar het waarom van de keuze. Keuzes dienen idealiter niet alleen gebaseerd te worden op (praktijk)ervaring en intuïtie, maar ook op wetenschappelijke theorieën. Het gebruik van theorieën wordt in de praktijk echter vaak als iets lastigs ervaren, zoals een respondent in dit onderzoek het verwoordde: 'Je hebt een soort water en olie naast elkaar, dat mengt niet vanzelf'.