In deze handreiking vindt u handvatten om een project op te zetten waarin senioren zelf filmpjes maken over verbeterpunten in hun eigen leefomgeving. De filmpjes worden gedeeld met relevante stakeholders om concrete verbeteringen teweeg te brengen en bij te dragen aan het creëren van een leeftijdsvriendelijke omgeving. Deze handreiking kan gebruikt worden door onderzoekers, docenten en studenten die samen met senioren willen onderzoeken wat verbetermogelijkheden zijn om de leefomgeving leeftijdsvriendelijker te maken. Met het oog op de vergrijzing en de toename van het aantal senioren dat in steden zal wonen de komende jaren, is het creëren van leeftijdsvriendelijke steden en gemeenschappen van groot belang. Een leeftijdsvriendelijke omgeving is een omgeving die voldoende voorwaarden biedt om daar prettig oud te worden en er te kunnen blijven wonen. In deze handreiking gaan we uit van het model van Age friendly cities and communities van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO, 2007). Dit model onderscheidt diverse aspecten die van belang zijn: voldoende mogelijkheden voor (openbaar)vervoer; toegankelijke gebouwen en schone en veilige openbare ruimte; passende huisvesting; mogelijkheden voor betaalbare en toegankelijke activiteiten; begrijpelijke communicatie en informatie; respectvolle benadering en aandacht voor senioren; maatschappelijke participatie en werkgelegenheid; voldoende voorzieningen van zorg en welzijn.
DOCUMENT
Begin 2020 heeft de gemeente Den Haag aan De Haagse Hogeschool (Lectoraat Urban Ageing) gevraagd om samen met Hulsebosch Advies en AFEdemy een integrale monitor te ontwikkelen en uit te voeren waarbij, door middel van kwalitatieve en kwantitatieve methoden, onderzoek wordt gedaan naar de stand van zaken van Den Haag als seniorvriendelijke stad en tevens te kijken naar huidige trends aangaande ouderen. Tevens vroeg de gemeente om de ontwikkeling van een meetinstrument dat in de toekomst eenvoudig bij herhaling kan worden ingezet voor onderzoek: de standaard Age Friendly Cities and Communities Questionnaire (AFCCQ) voor ouderen1. In een stadsenquête en in zogenaamde stadsateliers zijn ouderen gevraagd naar hun bevindingen. In totaal hebben 393 Haagse ouderen meegedaan aan de enquête en 50 aan de stadsateliers. De aan de ouderen gestelde vragen gingen over de volgende acht onderwerpen die volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) gezamenlijk de seniorvriendelijkheid van een stad bepalen: ●Huisvesting; ●Sociale participatie; ●Respect en sociale inclusie; ●Burgerschap en werkgelegenheid; ●Communicatie en informatie; ●Sociale en gezondheidsvoorzieningen; ●Buitenruimte en gebouwen; ●Transport; ● en aanvullend, een negende domein: Financiën. CC-BY NC ND https://www.dehaagsehogeschool.nl/onderzoek/lectoraten/details/urban-ageing#over-het-lectoraat
MULTIFILE
The present study examined the reliability and validity of the Hebrew version of the Age-Friendly Cities and Communities Questionnaire (AFCCQ-IL). The present study was conducted in all four Israeli cities, acknowledged as age-friendly during the time of the study in June–July 2023, namely: Tel Aviv-Jaffa, Herzliya, Kfar Saba, and Jerusalem. A total of 223 Hebrew speakers over the age of 65 participated in the study. Structure validity was confirmed via confirmatory factor analysis and reliability was established. Slight dissatisfaction was noted regarding respect and social inclusion. There was variability across the four cities with Jerusalem fairing worse than the other three cities. The findings are of relevance for urban planners and policy stakeholders.
MULTIFILE
Een groeiend aantal ouderen in goede gezondheid Meer en meer mensen Nederland slagen erin gezond en wel ouder te worden. Van ouderen wordt gevraagd zo lang mogelijk zelfstandig te wonen, gelukkig te zijn, niet eenzaam te worden en vooral vitaal en gezond te blijven. Dat gaat allemaal niet vanzelf. Het vraagt heel wat inspanningen van alle betrokkenen: op de eerste plaats van de oudere burgers zelf en hun netwerk, maar ook van de (lokale) overheid, de zorg- en welzijnsprofessionals, het bedrijfsleven en de winkeliersvereniging. Het is een kunst en uitdaging om deze partijen zo op elkaar betrokken te laten zijn en met elkaar te laten samenwerken, dat zij in gezamenlijkheid dingen tot stand brengen die ouderen ook echt helpen om gezond, vitaal en gelukkig te zijn. Of om het met Hendrik Groen misschien iets realistischer te formuleren: ‘iets van het leven te maken’. Deze samenwerking gedijt pas goed in een omgeving waarin oudere burgers, professionals, ambtenaren en ondernemers bereid en in staat zijn om kennis, ervaringen, wijsheden te delen én van elkaar te leren. Dat dit vaak niet vanzelf gaat, laat ook de huidige praktijk zien. Een breed senioren kennisknooppunt op stedelijk niveau kan hierin een belangrijke taak vervullen. Een dergelijk knooppunt verbindt en regisseert de bestaande kennis, netwerken en ervaringen voor haar achterban: oudere burgers, professionals en het bedrijfsleven. Het herkent lacunes en zet aan tot actie in de wijken.
MULTIFILE
Dit is een verkennend onderzoek voor zowel OCW als andere stakeholders. Aan dit onderzoek kunnen geen harde conclusies verbonden worden. Het onderzoek heeft louter de bedoeling te illustreren hoe leren en werken in een turbulente omgeving in de praktijk plaats vindt. Bron: Leren in een turbulente omgeving.
DOCUMENT
AanleidingHet klimaat verandert en dit brengt extremere weersomstandigheden met zich mee. Om de leefbaarheid en veiligheid van inwoners in Hollands Noorderkwartier te waarborgen is het van belang om de omgeving klimaatbestendiger te maken. VraagIn dit onderzoek richten we ons op de vraag wat nodig is om inwoners daadwerkelijk aan te zetten om klimaatadaptieve maatregelen te nemen in en om hun woning. OnderzoekOm deze vraag te beantwoorden hebben wij, het lectoraat psychologie voor een duurzame stad van de Hogeschool van Amsterdam, een verkenning gedaan van wetenschappelijke literatuur en praktijkgerichte onderzoeksrapporten op het gebied van burger-participatie bij klimaatadaptatie. Daarnaast hebben we 64 bewoners gesproken in drie sessie in verschillende regio’s in Hollands Noorderkwartier. In dit rapportIn dit rapport beschrijven we onze bevindingen en geven we op basis daarvan aanbevelingen over hoe inwoners kunnen worden betrokken bij klimaatadaptatie.
DOCUMENT
Naarmate leerlingen ouder worden, lijkt de fysieke activiteit van leerlingen af te nemen. Dit terwijl het aantal gereguleerde uren lichamelijke opvoeding toeneemt in het voortgezet onderwijs (VO) ten opzichte van het primair onderwijs (PO). De veranderde omgeving waaraan VO-leerlingen worden blootgesteld lijkt een belangrijke factor in de verklaring van de teruggang. Hoe dit precies zit, is tot op heden echter weinig over bekend. Inzicht krijgen in hoe en waar deze teruggang lijkt plaats te vinden, helpt daarom om het probleem gericht(er) te kunnen aanpakken en om LO’ers beter in staat te stellen hierin een belangrijke bijdrage aan te leveren.
DOCUMENT
Lector Sanne de Vries startte tien jaar geleden als lector bij het lectoraat Gezonde Leefstijl in Stimulerende Omgeving (GLSO). In het afgelopen decennium veranderde de focus van het lectoraat én groeide de kenniskring uit tot een maatschappelijk betrokken groep onderzoekers met impact in het werkveld. Een terugblik op tien jaar onderzoek met de lector die zelf minimaal drie keer per week sport en houdt van gezond én lekker eten.
DOCUMENT
Lectorale rede van Dave van Kann gehouden ter gelegenheid van zijn inauguratie als lector ‘Leren Bewegen in en rondom de School’ bij Lectoraat Move to Be van Fontys Sporthogeschool. Dave geeft in zijn rede aan op welke directe thematische focus hij zich in het bijzonder zal gaan richten in zijn lectorschap (de themalijnen Leren Bewegen en Beweegvriendelijke Omgeving). In lijn met de lectoraatsprojecten en -ambities geeft Dave zijn zienswijze op de thematiek ‘Leren Bewegen in en rondom de School’ weer en houd hij een pleidooi om in gezamenlijkheid met alle betrokkenen de komende jaren te werken aan een actieve generatie waarin bewegen meer vanzelfsprekend is en voor iedereen mogelijk.
DOCUMENT
Lia van Doorn, lector Innovatieve Maatschappelijke Dienstverlening bij de Hogeschool Utrecht hield op 19 november vorig jaar de Marie Kamphuislezing. Hier een beknopte weergave.
DOCUMENT