Na vele jaren van samenwerking om het Stadshart van Lelystad te verbeteren, laat onderzoek van de rekenkamer Lelystad zien dat er nog steeds uitdagingen zijn. De rekenkamer wilde met het onderzoek inzicht geven in hoe de gemeenteraad effectief invloed kan hebben op het Stadshart en welke concrete stappen de raad kan zetten voor de komende tijd. Het onderzoek wijst uit dat het belangrijk blijft om het Stadshart compacter, levendiger en groener te maken. Ondanks verbeteringen rond het Theaterkwartier en de Promesse, is verdere verbetering nodig. Samenwerking tussen de gemeente en partners uit de private en maatschappelijke sector is essentieel voor het verder versterken van het Stadshart. Hoewel de raad betrokken is, lijkt zijn rol meer gericht te zijn op het plannen en maken van regels, dan op daadwerkelijk sturen en controleren. Er ontbreekt bovendien een planmatige aanpak voor de gewenste transformatie van het Stadshart.
LINK
Amsterdam’s Schiphol capacity is limited to 500,000 air traffic movements per year and currently is reaching the limit. For that reason, Schiphol Group decided to divert the non-hub related traffic to the regional airport in Lelystad. This airport will be upgraded to handle commercial traffic, mainly low cost carriers. We used a divide and conquer approach in SIMIO modules in which we included the main elements in the system namely airspace, runway, taxiways and airport stands for analyzing the future performance and potential operative problems of the airport. An analysis of the different operative areas of the system was performed and we could identify problems due to the emergent dynamics once the different subsystems interacted between them.
DOCUMENT
In Nederland is grond beschikbaar waar meer mogelijk is dan wat het huidige bestemmingsplan aangeeft. Ondergewaardeerde grond definiëren wij als grond die niet (of niet meer) geschikt is voor vollegrondsteelten. Huidige trends en ontwikkelingen bieden steeds meer mogelijkheden om landbouw op ondergewaardeerde grond te realiseren. Tegelijkertijd bieden deze gronden kansen voor het aanleggen van zonnepanelen en -weides voor het realiseren van de klimaatdoelen. Het is al langer bekend dat er verschillende teelten mogelijk zijn onder zonnepanelen en dat dit win-win situaties oplevert voor zowel de zonnepanelen als de teelten. Daarnaast heeft een zogenoemd Agrivoltaic systeem zowel ecologische, financiële alsook maatschappelijke voordelen. Over vollegrondsteelten onder zonnepanelen is veel bekend. Over bovengrondse teelten onder PV-panelen mist kennis. In dit onderzoek wordt onderzocht wat de randvoorwaarden zijn van bovengrondse teelten onder zonnepanelen. Om toe te werken naar testoptellingen in de praktijk wordt middels literatuur- en expertonderzoek onder andere uitgezocht welke stukken grond in aanmerking komen, wat belemmeringen in huidige wet- en regelgeving zijn en welke teelten geschikt zijn om bovengronds onder zonnepanelen te telen. Een kleine praktijkopstelling zal een eerste indruk geven van operabiliteit. In het consortium, welke partijen uit de agro-food en energiesector beslaat, wordt actief kennis en kunde gedeeld en geïntegreerd met betrekking tot zonnepanelen, teelten en ziektebestrijding, afzetmogelijkheden en het circulair inrichten van de keten, met als doel om bovengrondse teelten onder zonnepanelen grootschalig in de praktijk te gaan realiseren.
Deze aanvraag presenteert een voorstel voor onderzoek naar de logistieke organisatie en besturing van korte ketens voor bedrijfscatering. In dit project werken Hogeschool van Amsterdam, Aeres Hogeschool en Technische Universiteit Eindhoven samen met publieke en private partijen in de keten ‘van boer tot bord’. De wens om meer te eten uit de korte keten (dat betekent een korte afstand in aantal schakels of kilometers tussen producent en consument) groeit onder consumenten, bedrijven en overheden. Het wordt gezien als een mogelijkheid om het voedselsysteem te verduurzamen. In de praktijk blijkt het voor producenten, cateraars en inkopers niet eenvoudig om het aandeel dat zij afzetten of inkopen in de korte keten te vergroten. Ze weten niet hoe ze deze stap kunnen maken, zonder dat de kosten stijgen, de leverbetrouwheid daalt of de logistieke efficiëntie afneemt. Het doel van dit RAAK-Pro project is om onderzoek te doen naar en oplossingen te vinden voor de obstakels in logistiek en besturing die opschaling van korte ketens in de weg staan. Hiertoe wordt een ontwerpend onderzoek uitgevoerd met drie casestudies, waarbij ketenpartners en onderzoekers samenwerken volgens de aanpak van het collaborative business model, en een synthesestudie met aandacht voor generalisatie en systeemverandering. De casestudies bestuderen de catering van: - Het provinciehuis van Flevoland in Lelystad; - Het stadhuis en de werf van gemeente Almere; - Zeven campussen van de Universiteit en Hogeschool van Amsterdam. Het project kent de volgende activiteiten: 1. Analyseren van de huidige en gewenste situatie inclusief waardeproposities en obstakels, met als resultaat een set van ontwerpvoorwaarden; 2. Ontwerp van integrale logistieke concepten en een doorrekening van de effecten; 3. Ontwikkeling van een actieplan voor de verschillende ketenpartners om de logistieke concepten in de praktijk te realiseren; 4. Ontwikkeling van wetenschappelijke kennis over korte keten typologieën en logistieke aandachtspunten daarbij.
In dit project staat de volgende praktijkvraag centraal: ‘Op welke wijze kunnen leerkrachten in het basisonderwijs hun leerlingen verbeeldingskracht bijbrengen?’ Met dit project willen we nieuwe kennis vergaren over het ontwikkelen van ‘creatief denken’, in het bijzonder het verbeelden van oplossingen voor problemen op het snijvlak tussen cultuur- en techniekeducatie, in het basisonderwijs. Zowel in cultuur als in techniek wordt gezocht naar nieuwe vormen en uitingen, naar oplossingen voor uitdagingen die de cultuur en de techniek ons stellen. Deze oplossingen moeten eerst verbeeld worden, voordat ze kunnen worden besproken, uitgewerkt en gerealiseerd. Verbeeldingskracht is daarom een belangrijke ‘21st Century Skill’ die expliciet aandacht verdient in het basisonderwijs. Het project wordt uitgevoerd door Hogeschool Windesheim Flevoland in en met de basisscholen De Driesprong in Lelystad en De Ontdekking in Almere, in samenwerking met de Flevolandse organisatie voor Cultuureducatie FleCK. Om de ontwikkeling van verbeeldingskracht in de onderwijspraktijk te kunnen initiëren en volgen, wordt op de twee basisscholen een professionele leergemeenschap ingericht. Daarin ontwikkelen leraren, geholpen door deskundigen met educatieve, technische en culturele kennis van Hogeschool Windesheim Flevoland en FleCK, zelf lessen waarin kinderen oplossingen voor problemen met zowel een technische als een culturele component moeten verbeelden, realiseren en evalueren. Hiermee worden Kerndoelen uit de domeinen Wereldoriëntatie (met name Natuur en Techniek), Kunstzinnige Oriëntatie (met name Beeldende Vorming) gecombineerd met de ontwikkeling van vaardigheden voor de 21ste eeuw. Dit onderwijs wordt op de basisscholen in de praktijk gebracht, onderzocht en geëvalueerd met de betrokken leraren.