Het doel is dat de betrokken partijen leren van dit onderzoek. Tevens is een doel om testen en oefenen te stimuleren om zo de informatiebeveiliging te verbeteren. Door goede praktische voorbeelden op dit thema met elkaar te delen kan dit thema verder worden gestimuleerd. Testen en oefenen vormen essentiële onderdelen van professionele informatiebeveiliging. Door te testen ontstaat een concreet beeld van de kwaliteit van de informatiebeveiliging en de verbeterpunten hierin. Door te oefenen kunnen de verbeterpunten worden aangepakt. Vanuit deze gedachte is er behoefte aan een onderzoek dat resulteert in een praktisch en gedragen advies dat antwoord geeft op de volgende onderzoeksvragen: 1. Wat is de huidige situatie van testen en oefenen in het kader van informatiebeveiliging bij de sectoren provincies,gemeenten en waterschappen? 2. Wat is op dit gebied de gewenste situatie en behoefte bij deze overheden? 3. Wat is nodig om de gewenste inzet van testen en oefenen ten behoeve van de verbetering van informatiebeveiliging door deze overheden te bereiken
De productie en consumptie van voedselproducten is op dit moment verantwoordelijk voor een groot deel van de milieubelasting en uitstoot van broeikasgassen. Het wordt daarom steeds belangrijker om manieren te vinden om de milieueffecten van voedsel te verminderen, bijvoorbeeld door gedragsveranderingen bij consumenten. Het doel van het huidige onderzoek is om inzicht te krijgen in de huidige (wetenschappelijke) kennis over gedragsdeterminanten en digitale gedragsveranderingsinterventies die een duurzaam voedingspatroon stimuleren met als doel tot aanbevelingen te komen voor het stimuleren van een duurzaam en gezond voedingspatroon van inwoners van Noord-Nederland. Het onderzoek is uitgevoerd door het lectoraat Transformational Media van NHL Stenden Hogeschool en maakt deel uit van het door SNN-gesubsidieerde project ‘Van Veggie Lab naar Veggie Farm Fab’.
Hogeschool Utrecht (HU) wil zich dóórontwikkelen naar een inclusieve en diverse gemeenschap waar studenten zich thuis voelen en zich verbonden voelen met de hogeschool en met hun medestudenten. Met het programma Hogeschool Utrecht Gemeenschapsvorming en Studentbetrokkenheid (HUGS) wil de HU van 2019 tot en met 2024 werken aan het verwezenlijken van wensen van studenten en door middel van gemeenschapsvorming en studentbetrokkenheid bijdragen aan de kwaliteit van onderwijs. De lectoraten Participatie en Stedelijke Ontwikkeling, Organiseren van Waardig Werk en Didactiek van het bèta- en technologieonderwijs zijn gevraagd het HUGS-programma met praktijkgericht onderzoek te begeleiden en te volgen (Van Heijst, Schulte, De Vos, Dikkers, & Savelsbergh, 2019). Het HUGS-programma heeft als doel het bevorderen van gemeenschapsvorming en studentbetrokkenheid binnen Hogeschool Utrecht. In deze notitie onderzoeken we deze begrippen en zetten we diverse inzichten vanuit de literatuur naast elkaar. We ronden af met een overzicht van de werkbare bestanddelen uit de aangehaalde theorieën.
Diverse partijen, zowel marktpartijen als kennisinstellingen, gaan in 2020 samenwerken in een pilot om te toetsen in hoeverre zij de plant kardoen (familie van de artisjok distel) in haar volle potentieel kunnen gebruiken voor diverse commerciële doeleinden, zoals bloemen, voedsel, composiet en een lamp. Er wordt in deze pilot onderzoek gedaan naar: - Gebruik van reststromen als bodemverbeteraar - Teelt van kardoen - Verwerking van kardoen
Snelheid is één van de belangrijkste basisrisicofactoren in het verkeer. Hoe sneller er gereden wordt in een auto hoe groter de kans op (zware) ongevallen2 en hoe hoger de uitstoot. Veel verkeersveiligheidsbeleid spitst zich daarom toe op het voorkomen van te hoge snelheden en het voorkomen van te grote snelheidsverschillen. ISA, Intelligente Snelheid Adaptatie, is een van de technologische oplossingen die kan bijdragen aan het voorkomen van te hoge snelheden in auto’s. ISA kent vele verschijningsvormen, van informerend (via slimme technologie wordt de bestuurder geïnformeerd over de geldende maximumsnelheid) tot dwingend (de auto wordt fysiek beperkt om harder te rijden dan de maximumsnelheid). Inmiddels bestaat voldoende bewijs dat de acceptatiegraad van ISA hoog kan zijn, wanneer het systeem perfect werkt. De praktijk is echter weerbarstig, doordat systemen (soms) technisch kunnen falen of onvoldoende correcte informatie doorgeven aan de bestuurder. Dit staat de acceptatie van ISA in de weg; niet in de laatste plaats omdat onderzoek heeft aangetoond dat bestuurders hogere normen hanteren voor het accepteren van technisch falen in zelfrijdende voertuigen5. Een (rijtaakondersteunend)systeem moet ten alle tijden beter functioneren dan de mens. In ACTI-I wordt dit spanningsveld onderzocht. De vraag luidt: Welke impact heeft technisch falen op de acceptatie van ISA? Deze vraag wordt beantwoord middels 1) literatuuronderzoek naar falen en acceptatie van technologische systemen; 2) rijsimulator/deelnemersonderzoek naar de waardering voor ISA en of, en zo ja hoe, de waardering verandert al naar gelang het falen van het systeem toeneemt. We werken hiervoor samen met drie MKB’s die ISA systemen ontwikkelen en verkopen aan particulieren en de overheid. De resultaten van ACTI-I zullen worden gepubliceerd en vormen de basis voor een RAAK-MKB onderzoek naar de relatie tussen technisch falen en de bestuurdersacceptatie van ISA en andere geavanceerde rijhulpsystemen
De installatiebranche staat voor een aantal grote uitdagingen. Het personeel vergrijst en minder jongeren kiezen voor een baan in de installatiebranche. Tegelijkertijd vindt er een inhoudelijke transitie plaats, mede gedreven door technologische innovaties van prestatiegericht installeren naar mensgericht installeren. Het betekent dat installaties in gebouwen niet alleen energiezuinig behoren te zijn maar ook behoren zij bij te dragen aan het welzijn en de gezondheid van de gebruikers. Ook het huidige personeel zal op een andere manier moeten gaan werken dan gewend te zijn. Grotere bedrijven zetten meer en meer opkomende technologieën in, maar hoe snel kan het MKB hierin meebewegen? En zullen deze ontwikkelingen meer jongeren naar de branche trekken? Doel Het OMTECH_IDGB project onderzoekt in hoeverre het MKB in de installatiebranche gereed is om te kunnen werken met opkomende technologieën, zoals bijvoorbeeld AI en AR. Vragen zijn: Hoe opereert het MKB in de installatiebranche bij het gebruik van AI en AR? Wat zijn aantrekkelijke use cases voor het gebruik van opkomende technologieën? Hoe krijgen wij onze mensen, maar ook jongeren gereed om te werken in een digitale werkomgeving? Resultaten Overzicht van use cases, animatie over werken met AI en AR in de installatiebranche en een RAAKpro vooraanmelding over inzet van AI en AR in de installatiebranche. Looptijd 01 november 2020 - 31 mei 2021 Aanpak Literatuurstudie/deskresearch naar opkomende technologieën, AI en AR, zowel binnen als buiten de installatiebranche. Inventariseren van het gebruik en inzet van opkomende technologieën in de installatiebranche. Ophalen van ‘use cases’ in de praktijk d.m.v. interviews. Bijeenkomsten met de praktijk. In een samenstelling van professionals, ontwikkelaars, branche organisaties, MKB partijen en groot bedrijven op dit thema. Met als doel om het verder uitwerken en scherp stellen van de vraag te bewerkstelligen. In dit project wordt tevens samengewerkt met het Centre of Expertise Smart Sustainable Cities.