Een brand in een openbaar gebouw is een ingrijpende gebeurtenis, waarbij in enkele minuten grotel materiële schade kan ontstaan. Het voorkomen van schade binnen het eigen perceel (gebouw en inventaris) is geen doelstelling van het Bouwbesluit. Het doel van de brandveiligheidsvoorschriften in het Bouwbesluit 2012 zijn het voorkomen van slachtoffers (gewonden en doden) en het voorkomen van schade aan derden (buurpercelen). MinBZK,2012). Om slachtoffers te voorkomen worden bijvoorbeeld eisten gesteld aan de aanwezigheid, capaciteit en het beschermingsniveau van vluchtroutes. Voor het ontruimen van gebouwen gaat het Bouwbesluit 2012 ui van een optimale verdeling van personenstromen over uitgangen en vluchtroutes. Om deze maximale efficiëntie te bereiken is vluchtwegaanduiding noodzakelijk. Om deze vluchtroute ook bij mogelijke verstoringen (zoals brand of stroomuitval) te kunnen gebruiken stelt de wetgever eisen aan de zichtbaarheid van de vluchtroute. Deze vluchtwegaanduiding is onderwerp van onderzoek in het voorliggende onderzoek.
MULTIFILE
Dit onderzoeksproject heeft als doel het oplossen van knelpunten die zich voordoen bij het uitgeven van publicaties en aldus kennis te produceren over het verwerven en behouden van economisch en cultureel kapitaal in de uitgeefsector, ook in digitale tijden. De snelheid van debat en publicatie is in de gedigitaliseerde samenleving sterk toegenomen. Dit betekent dat de beschikbaarheid van betrouwbare, kwalitatieve en verzorgde informatie onder druk staat. Uitgeverijen spelen van oudsher een belangrijke rol in het maatschappelijk debat door het publiceren van zulke informatie. Zij ervaren echter moeite om mee te gaan in de hoge omloopsnelheid. Het versnellen van het proces van uitgeven is niet vanzelfsprekend gunstig. Te vaak gaat namelijk een van de drie succespijlers in het vak - snelheid, kwaliteit en positionering - ten koste van de andere. Toepassingen en methoden uit de digitale technologie kunnen in dit proces ten voordele worden aangewend. De in de vraagarticulatie geïdentificeerde knelpunten liggen op het gebied van verwachtingsmanagement, redactie en publieksbereik. Deze knelpunten houden de optimalisering van het uitgeefproces op gebied van snelheid, kwaliteit en positionering tegen, en verzwakken de positie van de uitgever als producent van economisch en cultureel kapitaal en als aanjager van een veerkrachtige samenleving. Dit project onderzoekt hoe (digitale) applicaties en werkmethoden het uitgeefproces kunnen optimaliseren om deze maatschappelijke functie te verstevigen. Het state-of-the-art-onderzoek heeft daarvoor de volgende veelbelovende strategieën uitgewezen: 1) modulair werken, waarbij het uitgeefproces wordt opgedeeld in losse onderdelen; 2) automatisering, waarbij kleine stappen in het uitgeefproces worden geautomatiseerd; 3) hybride en publieksspecifieke formats, waarbij met verschillende vormen van publicatie wordt geëxperimenteerd. Dit leidt tot volgende hoofdvraag: Welke toepassingen en werkwijzen uit de digitale technologie, vallend binnen de strategieën van modulair werken, automatisering en nieuwe formats, kunnen worden ingezet om de knelpunten in het uitgeefproces op gebied van verwachtingsmanagement, het redactietraject en nieuwe publieken te verhelpen, met het oog op het versterken van het economisch en cultureel kapitaal van de sector? Na het gedetailleerd in kaart brengen van de knelpunten en het uitvoeren van een vergelijkingsanalyse van bestaande state-of-the-art tools, worden oplossingen ontwikkeld in de genoemde categorieën. Deze oplossingen worden in de uitgeefpraktijk getest alvorens doorontwikkeld te worden tot werkbare prototypes voor de gehele sector. Het onderzoek wordt uitgevoerd in multidisciplinaire teams, waarin professionals uit het werkveld samenwerken met onderzoekers. Deze oplossingen opereren in de bredere context van disciplines als publishing studies en communicatiewetenschap, creatieve industrie en zelfstandige MKB-bedrijven, en innovatie in de cultureel-maatschappelijke tak van de economie. De ontwikkelde software en handleidingen en de theoretische kennis worden publiekelijk ontsloten en gedeeld met alle stakeholders. Het consortium bestaat uit drie hogescholen, en uitgevers, vormgevers en softwareprogrammeurs, en heeft ruime ervaring opgebouwd in innovatief en toegepast onderzoek in een gedigitaliseerd domein. Het consortium wordt ondersteund door de Vereniging van Zelfstandige Uitgevers en heeft een uitgebreid internationaal netwerk. De partners zetten zich in om bij te dragen aan de versteviging van de concurrentiepositie van uitgevers en professionals in de boekproductie, met de ambitie het economische en culturele kapitaal van de uitgevers te behouden.
De fysiotherapie is continue en innovatief in beweging voor verschillende patiëntpopulaties. Eén van deze populaties zijn CerebroVasculair Accident (CVA)-patiënten. De gevolgen van een CVA kunnen ingrijpend zijn en deze populatie heeft baat bij fysiotherapie. Fysiotherapeutische oefentherapie met behulp van muziek lijkt een goede manier om CVA-patiënten te behandelen. Muziek heeft positieve effecten op het brein en muziekbeleving kan leiden tot beter bewegen. Ondanks de huidige wetenschappelijke evidentie en bestaande muziektoepassingen binnen de gezondheidszorg is er nog weinig bekend over toepassingen binnen de fysiotherapie. En dat terwijl er uit eerder onderzoek blijkt dat er een wens is onder fysiotherapeuten om meer muziek toe te passen in de praktijk. Voor dit praktijkgerichte onderzoek gaat het lectoraat Leven Lang in Beweging van Avans Hogeschool een uniek samenwerkingsverband aan met ArtEZ Hogeschool voor de Kunsten, het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF), fysiotherapiepraktijken, muziektherapeuten, fysiotherapeuten en CVA-patiënten om de volgende onderzoeksvraag te beantwoorden ‘Op welke manier kan muziek als aanvullende interventie ingezet worden tijdens een fysiotherapeutisch behandeltraject bij CVA-patiënten in de chronische revalidatiefase om loopkwaliteit, therapietrouw, beweegplezier en kwaliteit van leven te vergroten en valangst te verminderen?’ Door middel van een literatuurstudie, enquêtes, interviews en een focusgroep worden ervaringen, belemmerende en bevorderende factoren in kaart gebracht en wordt een behandeladvies ontwikkeld. Vervolgens wordt het ontwikkelde behandeladvies in de praktijk getoetst en doorontwikkeld via een pilot. In de pilot zullen 20 CVA -patiënten door de gespecialiseerde fysiotherapeuten behandeld worden volgens het behandeladvies en worden de behandeluitkomsten in kaart gebracht. Na evaluatie met alle betrokken partijen zal het behandeladvies aangepast worden en landelijk worden uitgedragen. Daar zit muziek in!
Valongelukken zijn een groot én groeiend probleem onder thuiswonende ouderen. Ze vormen een acute bedreiging voor een zelfredzaam leven. ‘Valpreventie’ is effectief om het valrisico en daarmee het aantal valongelukken te verkleinen. Slechts een klein deel van de ouderen neemt deel aan valpreventieprogramma's. Dit komt onder andere doordat mensen zich pas laat bewust worden van hun verhoogde valrisico. Valpredictie kan bijdragen aan het tijdig inzetten van valpreventie. Doel Het doel van OudFIT is inzicht krijgen in de haalbaarheid van het automatisch monitoren van loopsnelheid, om zo laagdrempelig vorm te geven aan valpredictie in de wijk bij pré-kwetsbare ouderen. Relevantie Dit onderzoek heeft de volgende meerwaarde voor de praktijk: De huidige wijze van het monitoren van loopsnelheid vindt plaats in een laboratoriumsetting en is niet volledig realistisch voor loopsnelheid in het dagelijks leven Monitoring van loopsnelheid inclusief een indicatie voor ‘actie’ wordt nu pas gedaan als ouderen al onder behandeling zijn van een fysiotherapeut De app wordt beheerd door de burger, die zelf kan bepalen met wie hij zijn gegevens deelt. Dit maakt dat álle zorgverleners kunnen profiteren van dit project Resultaten Een getest prototype van een technologische oplossing die laagdrempelig ingezet kan worden door thuiswonende ouderen om hun loopsnelheid te monitoren. Inzicht in haalbaarheid om dit prototype toe te passen in de wijk voor valpredictie, vertaald naar een praktisch implementatieplan. Intensivering bestaande, regionale samenwerkingsverbanden op het gebied van valpreventie in de keten Verbinding van onderwijs en praktijkgericht onderzoek over de grenzen van het eigen domein (fysiotherapie en ICT) Looptijd 01 oktober 2021 - 01 juli 2023 Aanpak In de eerste fase van het project wordt een, voor dit project specifieke, app ontwikkeld die GPS-data uit sensoren van een IOS/Android-based mobiele telefoon kan uitlezen en hieruit loopsnelheid kan berekenen. Ook wordt een gebruikersinterface ontwikkeld voor het weergeven van de loopsnelheid. In de tweede fase wordt de ontwikkelde app getest onder de doelgroep. Eerst in een kleine groep op gebruiksvriendelijkheid en haalbaarheid, daarna in een grotere groep om betrouwbaarheid en validiteit te kunnen meten ten opzichte van huidige manieren op loopsnelheid te meten. De derde fase van het project is gericht op het genereren van aanbevelingen voor implementatie.