In het project Curious Hands doen Vanessa van’t Hoogt en Imka Buurke onderzoek naar manieren om maakonderwijs een centralere plek te geven op scholen. Bij leren maken is de balans tussen structuur en ruimte geven cruciaal. In deze bijdrage belichten de onderzoekers de eerste bevindingen uit twee pilotstudies bij werkplaatsen van Academie Minerva en E-labs in het voortgezet onderwijs.
DOCUMENT
In de jaren tachtig van de vorige eeuw trad de blaasmuziek uit de luwte van het dorpsplein en maakten veel blaasorkesten een stevige groei door. In het nieuwe millennium ziet de blaasmuzieksector er heel anders uit. Evenals in de rest van de cultuursector hebben zich in de wereld van de harmonieorkesten, fanfares en brassbands allerlei verschuivingen voorgedaan. Dirigenten zoeken naar manieren om de blaasmuziek te positioneren als volwaardige vorm van amateurkunst. In het werk van de dirigent zijn muzikale, docerende en meer persoonlijke rollen te onderscheiden. In dit artikel wordt beschreven welke rollen dit zijn en hoe dirigenten door middel van een geïntegreerde inzet van het gehele rollenportfolio een antwoord kunnen geven op veranderingen in de sector. Leiderschap en Lifelong Learning zijn daarbij belangrijke uitgangspunten.
MULTIFILE
Inleiding op het themanummer over Curious Minds - Kunsteducatie van Cultuur + Educatie, waarin de uitgangspunten van talentkrachtige kunsteducatie worden uiteengezet.
DOCUMENT
In hun bijdrage laten Imka Buurke en Vanessa Bakhuizen-van ’t Hoogt zien hoe zintuigelijke ervaringen als voelen en horen tijdens het leren maken een essentiële rol spelen. Met voorbeelden uit hun onderzoeksprojecten maken ze duidelijk dat tijdens het maken handen en hoofd, doen en denken, hand in hand gaan
MULTIFILE
Het stellen van open, onderzoekende vragen is een van de drie pedagogisch-didactische strategieën bij talentgericht onderwijs. In een pilotstudie is onderzochtin hoeverre deze aanpak toepasbaar is binnen instrumentale lespraktijken. Herman Veenker belicht de achtergronden en resultaten van deze studie.
DOCUMENT
Gastredacteur van het themanummer 'Curious Minds - Kunsteducatie' van het tijdschrift Cultuur+Educatie
DOCUMENT
In elke les kan het voorkomen dat leerlingen niet meer weten hoe ze verder moeten. Dat geldt eens te meer voor kunstlessen, waarin routes naar een oplossing minder vast liggen. Hoe kan de leerkracht hen weer op weg helpen? In dit artikel verkennen Ineke Haakma, Linda Hendriks en Henderien Steenbeek aan de hand van twee casussen de mogelijkheden van scaffolding in kunstlessen.
LINK
Te gast zijn Marije Kesselring en Dorien Graas, onderzoeker en lector bij verschillende jeugdlectoraten, met wie ik spreek over het thema de pedagogische basis. Marije deed promotieonderzoek naar de Pedagogical Civil Society, een begrip dat haar promotor Mischa de Winter eerder al had geïntroduceerd en dat gaandeweg veranderd is in het begrip de pedagogische basis, naar analogie van het begrip de sociale basis. Dorien is als lector en daarvoor onder meer als betrokkene bij de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling al lange tijd pleitbezorger van dit thema. De pedagogische basis is het idee dat andere mensen dan de ouders vanzelfsprekende medeopvoeders zijn van kinderen. Denk aan informele medeopvoerders zoals buurtgenoten en formele professionals zoals leraren en medewerkers van de kinderopvang. Onderliggend idee is dat opvoeden niet overgelaten wordt aan ouders en als het mis gaat aan pedagogische specialisten, maar dat we 'allemaal opvoeders' zijn. Dat is ook de naam van het overheidsprogramma dat Marije onderzocht heeft op het begrip Pedagogical Civil Society. Omdat Civil Society betekent dat burgers onderling hun zaken regelen, is de geschiktere naam pedagogische basis gekozen. Dat betekent dat andere ouders en professionals rondom kinderen mee opvoeden als onderdeel van hun professie en dat de gemeente hen daarin stimuleert en ondersteunt. Marije en Dorien pleiten ervoor dat de pedagogische relatie en pedagogisch handelen normaal is in school en samenleving en dat we met elkaar spreken en reflecteren over hoe breed ons normaal is, zodat pedagogiek niet alleen aan specialisten wordt overgelaten.
LINK
Doel van dit onderzoek is om te komen tot een methodologie maakonderzoek, die zowel bruikbaar is voor de creatieve praktijken als voor het maakonderwijs. Op HKU wordt vanuit vier onderzoeksgebieden gewerkt aan onderzoek voor, door of naar creatieve maakprocessen in combinatie met de rol van technologie, interdisciplinariteit, ondernemerschap en overdracht. De artistieke praktijk, het creatieve proces, het maken, werkt daarbij door op alle aspecten van het maakonderzoek. Om te komen tot een methodologie maakonderzoek is het nodig om samen te werken met de maakonderzoekers van de onderzoeksgebieden en met de makers uit de creatieve praktijk. Veel van de kennis die makers gebruiken is aan den lijve verbonden, en impliciet. Als we dit soort kennis effectief willen ontsluiten en gebruiken, hebben we een methodologie nodig die hierop inspeelt. Om op een natuurlijk wijze de slag te kunnen slaan tussen de maakpraktijken en het maakonderwijs is het wenselijk dat deze makers ook docent zijn, of tenminste werkzaam zijn voor de educatieve praktijk. In dit onderzoek wordt samengewerkt met makers-docenten van vier verschillende HKU Schools: HKU College, HKU Design, HKU Music & Technology en HKU Fine Art. De vraag die in dit onderzoek centraal staat, is: Welke methodologie maakonderzoek kan worden afgeleid uit de staande praktijken van maakonderzoek, waarin onderzoek voor, door en naar maakprocessen wordt gedaan? De aanpak van dit onderzoek is ontwerpend van aard. Het onderzoek volgt een cyclisch proces, waarbij de ontwikkeling van een methodologie maakonderzoek de focus is. Er wordt gewerkt van klein naar groot, van lokaal naar interlokaal. Vanuit de onderzoeksgebieden en het onderwijs van HKU naar het landelijke kunstonderwijs en mogelijk daarbuiten. Met verwevenheid van onderzoek en onderwijs. Als opbrengst wordt naast het bijdragen aan een methodologie maakonderzoek, een bundeling van werkvormen, casuistiek en tools opgeleverd voor gebruik in het onderwijs.