The purpose of this study was to analyse knowledge management research trends to understand the development of the field using a combination of scientometric, bibliometric, and visualisation techniques, subsequently developing a normative framework of knowledge management from the results.282 articles between the years 2010–2015 were retrieved, analysed, and visualised to produce the state of knowledge management during the selected timeframe. The results of this study provide a visualisation of the current research trends to understand the development of the knowledge management discipline. There are signals that the literature about knowledge management is progressing towards academic maturity. This study is one of the first studies to combine bibliometric and scientometric methods to assess productivity along with visualisation, and subsequently provide a knowledge management framework drawing from the results of these methods.
MULTIFILE
Within the Erasmus+ project Common European Numeracy Framework (CENF) (2018-2021) a framework was developed on numeracy in response to the challenges and needs of the 21st century.
DOCUMENT
Business decisions and business logic are an important part of an organization’s daily activities. In the not so near past they were modelled as integrative part of business processes, however, during the last years, they are managed as a separate entity. Still, decisions and underlying business logic often remain a black box. Therefore, the call for transparency increases. Current theory does not provide a measurable and quantitative way to measure transparency for business decisions. This paper extends the understanding of different views on transparency with regards to business decisions and underlying business logic and presents a framework including Key Transparency Indicators (KTI) to measure the transparency of business decisions and business logic. The framework is validated by means of an experiment using case study data. Results show that the framework and KTI’s are useful to measure transparency. Further research will focus on further refinement of the measurements as well as further validation of the current measurements.
DOCUMENT
In order to achieve much-needed transitions in energy and health, systemic changes are required that are firmly based on the principles of regard for others and community values, while at the same time operating in market conditions. Social entrepreneurship and community entrepreneurship (SCE) hold the promise to catalyze such transitions, as they combine bottom-up social initiatives with a focus on financially viable business models. SCE requires a facilitating ecosystem in order to be able to fully realize its potential. As yet it is unclear in which way the entrepreneurial ecosystem for social and community entrepreneurship facilitates or hinders the flourishing and scaling of such entrepreneurship. It is also unclear how exactly entrepreneurs and stakeholders influence their ecosystem to become more facilitative. This research programme addresses these questions. Conceptually it integrates entrepreneurial ecosystem frameworks with upcoming theories on civic wealth creation, collaborative governance, participative learning and collective action frameworks.This multidisciplinary research project capitalizes on a unique consortium: the Dutch City Deal ‘Impact Ondernemen’. In this collaborative research, we enhance and expand current data collection efforts and adopt a living-lab setting centered on nine local and regional cases for collaborative learning through experimenting with innovative financial and business models. We develop meaningful, participatory design and evaluation methods and state-of-the-art digital tools to increase the effectiveness of impact measurement and management. Educational modules for professionals are developed to boost the abovementioned transition. The project’s learnings on mechanisms and processes can easily be adapted and translated to a broad range of impact areas.
Grote steden staan de komende decennia voor enorme uitdagingen om ruimtelijke herstructurering en versterking van sociaaleconomische posities van bepaalde wijken, te combineren met leefbaarheids-, duurzaamheids-, en mobiliteitsambities. Dit zijn vraagstukken waar bij uitstek verschillende fysieke, sociale, economische en bestuurlijke professionals moeten samenwerken. Dit onderzoek richt zicht op boundary spanners, professionals die een sleutelrol spelen in het verbinden van domeinoverstijgende vraagstukken. Met de toename en complexiteit van maatschappelijke vragen in het grootstedelijke domein groeit ook de behoefte aan en het belang van boundary spanners in het realiseren van effectieve samenwerking. Kennis over de effectiviteit van hun werkpraktijken blijft echter achter. Gezien de urgentie van grootstedelijke vraagstukken, is het van groot belang deze kennis te ontwikkelen. De (grootstedelijke) professionals die in de rol van boundary spanner vervullen of die rol ambiëren vragen zich dan ook af: Hoe krijg ik zicht op mijn eigen boundary spanner praktijk als individu of binnen een team werken, welke mogelijke verbeteringen zijn er in ons handelen en wat daarvan is overdraagbaar naar andere professionals en andere situaties? Door deze praktijkvraag te combineren met theoretische kennis vanuit bestuurskunde en verandermanagement, geeft dit onderzoek antwoord op de overkoepelende onderzoeksvraag: Wat zijn de kenmerken van de werkpraktijken waarin (grootstedelijke) professionals, die we kunnen typeren als of boundary spanners, de grenzen tussen domeinen bij grootstedelijke vraagstukken weten te overbruggen? Het onderzoek is een co-creatie van stedelijke professionals in teams van vijf praktijkcases: het programma Haven-Stad (Amsterdam); de regiodeal Den Haag Zuidwest; het project Cruciale Mijl (Amsterdam); Combiwel buurtwerk (Amsterdam) en het team gebiedsadviseurs (Amsterdam), met onderzoekers van de Centres of Expertise van de Hogeschool van Amsterdam en de Haagse Hogeschool. Dit onderzoek expliciteert de werkregels die boundary spanners in staat stelt om domeinoverstijgend te werken en levert op die manier een wezenlijke bijdrage aan het realiseren van deze grootstedelijke vraagstukken.
Dit onderzoek draagt bij aan de transitie naar een circulaire economie in de bouwsector. De Nederlandse bouwsector is grondstofintensief. Tegelijkertijd wordt een grote hoeveelheid sloopafval geproduceerd. Dit materiaal zou deels als bouwmateriaal hergebruikt kunnen worden. Maar vraag en aanbod naar circulair bouwmateriaal zijn nog niet op elkaar aangesloten. De transitie naar een circulaire bouweconomie vergt sterkere samenwerking tussen ketenpartners en gedragsverandering van gebruikers zoals verandering in regelgeving. Een belangrijke rol om deze veranderingen op microniveau te stimuleren, zijn circulaire businessmodellen. Circulaire businessmodellen kunnen prikkels geven voor sterke samenwerking langs de keten, ervoor zorgen dat kosten en baten van de transitie eerlijk verdeeld worden, en gebruiksgedrag stimuleren. Maar circulaire businessmodellen kunnen niet ontwikkeld worden zonder eerst de nodige veranderingen op macroniveau in kaart te brengen, en zonder samenwerking in de keten. Het doel van dit verkennend onderzoek is daarom om aan de hand van de 'collective system building framework' (een managementmodel dat bedrijven kan helpen om duurzaamheidstransities te stimuleren, zie hier) in kaart te brengen welke activiteiten nodig zijn om de transitie naar circulair bouwmateriaal te stimuleren. Een tweede doel is om een netwerk op te bouwen van samenwerkingspartners, die later deze activiteiten gaan uitvoeren. Hieraan verbonden is het derde doel, om circulaire businessmodellen te ontwikkelen, die en samenwerking tussen ketenpartners stimuleren, en de markt voor circulair bouwmateriaal te versterken. Hierbij onderzoeken wij de rol van digitale platformen, zoals van nieuwe product-service combinaties. Beoogde resultaten van dit verkennend onderzoek zijn drievoudig: (1.) een netwerk opbouwen van bedrijven en organisaties die de transitie naar circulair bouwmateriaal willen versterken; (2.) de nodige systemische veranderingen voor een transitie naar circulair bouwmateriaal in kaart brengen met de 'collective system building framework'; en (3.) meer inzicht krijgen in circulaire businessmodellen in de sector voor circulair bouwmateriaal, die kunnen helpen de nodige systemische veranderingen te bereiken.