Wat hebben maatschappelijk werkers, leraren in het middelbaar onderwijs, ondernemers in een grootstedelijke winkelstraat, schoonmakers in een verzorgingstehuis en hbo studenten in de Randstad met elkaar gemeen? Dat ze werken en leren in een omgeving waar 'autochtone' Nederlanders niet meer vanzelfsprekend in de meerderheid zijn. Integratie is hier een zaak van een samenleving van minderheden geworden. (Hoe) lukt het mensen om in zo'n 'superdiverse' omgeving relaties aan te gaan over de grenzen van hun 'eigen' groep heen: op welke terreinen vinden ze elkaar, en wanneer stokt de communicatie? En welke rol spelen verschillen in cultuur hier eigenlijk bij? Dit boek bevat het verslag van een aantal casestudies naar alledaagse omgangsvormen in de grootstedelijke samenleving, verricht door onderzoekers verbonden aan het lectoraat Burgerschap en Diversiteit van De Haagse Hogeschool.
In de afgelopen decennia is de visie op verslaving sterk veranderd. Het momenteel vigerende model in de wetenschap is het hersenziektemodel, maar dit model is momenteel onderhevig aan kritiek en lijkt vooral van toepassing op mensen met een ernstige vorm van verslaving. Wanneer de ideeën vanuit de herstelbenadering worden gelegd naast de visies op verslaving, dan valt op dat het biopsychosociale (BPS) het best passend is bij deze benadering. Tegelijkertijd valt op dat bij de herstelbenadering wordt gesproken over het begrip ’een zinvol bestaan’ en zingeving, maar dat dit begrip niet naar voren komt in het BPS model. In dit artikel wordt daarom gepleit voor toevoeging van een zingeving component aan het BPS model, waardoor een BPSZ model ontstaat. Daarbij bestaat nog wel de vraag of zingeving een vierde domein is of bovenliggend of onderliggend aan de andere drie domeinen. Betoogd wordt dat zingeving niet nieuw is binnen de verslavingszorg en dat toevoeging betekent dat met iedere persoon die zich aanmeldt voor zorg moet worden gezocht naar het persoonlijke verhaal achter de verslaving en de oplossing hiervan.
MULTIFILE
Being diagnosed with incurable cancer often leads to experiences of contingency and to existential concerns when patients struggle to search for meaning. The aims of this project are to (1) investigate how Art-Based Learning(ABL) – an art education method for experiencing art – has the potential to affect meaning-making processes of cancer patients in palliative care; (2) to investigate how to integrate this in (patient) education programs; (3) to enable health and art professionals to extent their capabilities to care for PC patients. This project builds on previous research on contingent experiences and narrative meaning-making, and on a pilot-study regarding the feasibility of carrying out ABL in PC. Aims and questions have been developed in a long-lasting process of problem analysis with PC and art education professionals, patients, and researchers. We will a) conduct participatory research to make an inventory of considerations that play a role in designing an art exhibition for the purpose of ABL among patients with advanced cancer, resulting in a manual to be used in future practice and research; b) conduct an explorative study and evaluate which factors hinder and promote patients’ meaning- making processes in online/on-site interventions; c) conduct a formal analysis of patients’ experiences with regards to meaning-making; d) formally compile a full list of conclusion and advices and embed the result in a new educational program for PC and art education professionals. This project is led by the professorship Art education as Critical Tactics(ArtEZ University of the Arts) and is carried out by a consortium of experts and complementary partners: University of Amsterdam and University of Twente (research partners); Amsterdam University Medical Centers, Amsterdam Museum, Museum Arnhem, Museum Jan Cunen, Leren van Kunst (public institutional partners); Vrije Universiteit Amsterdam, Radboud University, Story Lab-University Twente (knowledge experts); Living with Hope, SPKS, NFK(experience experts/patients advocacy).