Hoe is het gesteld met mediation in strafzaken te midden van de andere herstelrechtvoorzieningen in Nederland? En hoe onderscheidt mediation in strafzaken zich van de andere vormen van mediation? Wat is er veranderd en wat kunnen we nog verwachten?1 Marion Uitslag en Tanja van Mazijk geven een update.
DOCUMENT
Professionals moeten tijdens het gehele mediationproces omgaan met het thema ‘verantwoordelijkheid nemen’ door de verdachte. Zij komen echter een aantal knelpunten tegen. Wat is bijvoorbeeld nodig qua verantwoordelijkheid nemen om door te verwijzen naar de volgende fase in het mediationtraject? Hoe kunnen mediators verantwoordelijkheid nemen stimuleren en op welke manier kunnen zij dit omschrijven in de slotovereenkomst? De hoofdvraag van dit onderzoek is daarom: ‘Welke criteria kunnen stakeholders (rechters, officieren van justitie, mediationfunctionarissen en mediators) hanteren bij het vaststellen en stimuleren van ‘verantwoordelijkheid nemen door een verdachte’ tijdens het mediation in strafzaken traject en welk handelingsrepertoire is hiervoor nodig? Door middel van interviews met rechters, OvJ’s, mediationfunctionarissen, mediators, strafrechtadvocaten, slachtoffers en verdachten alsook via focusgroepen met mediators en mediationfunctionarissen is deze vraag onderzocht.
DOCUMENT
In een tijd van grote maatschappelijke veranderingen in het sociale - en juridische domein, waarbij zelfredzaamheid en oplossingsgerichtheid centraal staan, worden professionals uitgedaagd om hun bijdrage te leveren aan effectieve en rechtvaardige oplossingen. Bij afhandeling van strafzaken wordt in toenemende mate gezocht naar oplossingen die niet alleen recht doen aan het aangedane leed, maar waarbij ook naar de toekomst wordt gekeken. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat slachtoffers zich gehoord en erkend voelen en dat herstel kan plaatsvinden? Hoe kunnen we voorkomen dat delictgedrag zich herhaalt? Het herstelrecht, en ook de ontwikkelingen binnen het herstelrecht, zoals mediation in strafzaken, sluiten hierop aan. Tijdens de onderzoeken ‘Strafrechtmediation: geborgd in kwaliteit’ (2017-2019) en ‘Mediation in strafzaken: een bijzondere verantwoordelijkheid voor verdachte en mediator’ (2022-2024), uitgevoerd door de lectoraten ‘Toegang tot het Recht’ en ‘Werken in Justitieel kader’ van Hogeschool Utrecht is onderzoek gedaan naar de kwaliteitseisen waaraan een mediator in strafzaken moet voldoen en naar het thema verantwoordelijkheid nemen door een verdachte tijdens een mediation in strafzaken.
DOCUMENT
This project develops a European network for transdisciplinary innovation in artistic engagement as a catalyst for societal transformation, focusing on immersive art. It responds to the professionals in the field’s call for research into immersive art’s unique capacity to ‘move’ people through its multisensory, technosocial qualities towards collective change. The project brings together experts leading state-of-the-art research and practice in related fields with an aim to develop trajectories for artistic, methodological, and conceptual innovation for societal transformation. The nascent field of immersive art, including its potential impact on society, has been identified as a priority research area on all local-to-EU levels, but often suffers from the common (mis)perception as being technological spectacle prioritising entertainment values. Many practitioners create immersive art to enable novel forms of creative engagement to address societal issues and enact change, but have difficulty gaining recognition and support for this endeavour. A critical challenge is the lack of knowledge about how their predominantly sensuous and aesthetic experience actually lead to collective change, which remains unrecognised in the current systems of impact evaluation predicated on quantitative analysis. Recent psychological insights on awe as a profoundly transformative emotion signals a possibility to address this challenge, offering a new way to make sense of the transformational effect of directly interacting with such affective qualities of immersive art. In parallel, there is a renewed interest in the practice of cultural mediation, which brings together different stakeholders to facilitate negotiation towards collective change in diverse domains of civic life, often through creative engagements. Our project forms strategic grounds for transdisciplinary research at the intersection between these two developments. We bring together experts in immersive art, psychology, cultural mediation, digital humanities, and design across Europe to explore: How can awe-experiences be enacted in immersive art and be extended towards societal transformation?
In this project, immersive media (XR, VR, AR) are created and tested as a remediation strategy to help improve the experience of existing TV content and reach and engage both new and existing target groups more effectively. In this project, students and alumni from AGM and Queensland University of Technology (QUT) work together under the supervision of the R&D department from the professorship Digital Media Concepts and QUT to develop innovative immersive media products based on existing TV productions from Banijay. Banijay is the largest independent production and distribution company in the world. Banijay will provide the challenges, content and feedback on the students’ progress and skills during the (VIS) project, and will offer the opportunity to work on existing international productions with real expectations and demands, and the opportunity to actually market the concepts the students develop. Several new concepts are now in production stage to be released and tested.
Ondanks het feit dat de luchtvervuiling in verloop van de jaren in Europa is teruggebracht, overschrijden de fijnstofconcentraties en stikstof gerelateerde verbindingen nog altijd de normen van de Wereldgezondheidsorganisatie. Op het moment is veel aandacht voor het reduceren van de uitstoot van fijnstof door het wegverkeer in Nederland en Duitsland. Nationale en Europese overheden hebben ingezet op twee routes om uitstoot van fijnstof en stikstofdioxide te verminderen. Ten eerste wil men luchtverontreiniging preventief reduceren bij de bron. Een voorbeeld is het verbieden van het rijden met vervuilende auto’s in steden, het verlagen van maximale snelheden op wegen en het terugbrengen van het vee op boerderijen. De tweede route is het reinigen van fijnstof uit de lucht met behulp van mechanische, chemische en natuurlijke technieken. Op dit moment bestaan er echter geen energiezuinige methoden die significant bijdragen aan het reinigen van schadelijke stoffen uit de lucht. Micro-organismen bieden interessante mogelijkheden voor een energiezuinige vermindering van schadelijke stoffen op basis van bioremediation principes. Het doel van dit onderzoek is om potentiële mogelijkheden te verkennen om luchtverontreinigende stoffen door middel van micro-organismen te verminderen.