Met de uitgangspunten van Meervoudige Intelligentie ga je als leerkracht anders kijken naar kinderen. Elk kind is uniek en op allerlei verschillende manieren knap. Het gaat er niet langer om hoe knáp een kind is, maar hóe het kind knap is! Dit artikel is een aanzet om op deze manier te kijken naar de kinderen in de groep én vanuit dit uitgangspunt met de speel/leeromgeving en het totale onderwijsaanbod aan de slag te gaan.
DOCUMENT
U kijkt met een andere bril naar de ontwikkeling van peuters en kleuters. Dit gebeurt vanuit de uitgangspunten van MI. Door meerdere intelligentiegebieden aan te spreken binnen een activiteit, verhoogt u de kwaliteit ervan. U maakt o.a. gebruik van de volgende werkvormen: kringactiviteiten, namen lezen, vertelkring, het speelwerken en meer van die terugkerende activiteiten.
DOCUMENT
Dit boek is vooral relevant voor marketeers die verder willen kijken dan winstmaximalisatie. Bij meervoudige waardecreatie is het bewust gebruiken van frames een interessante manier om vanuit meerdere perspectieven te analyseren en beslissen.
LINK
The Best of Both Worlds: Success factors of Turkish-Dutch innovative entrepreneurs In recent years, a number of countries, among them the Netherlands, attach great importance to stimulating the economic development in the country, by promoting entrepreneurship in general and within the ethnic and cultural entrepreneurial groups in particular. Innovation is generally the result of an interactive process involving synergy between the diverse backgrounds and characteristics. Based on a qualitative research, this article provides an overview of insights in the critical success factors of Turkish-Dutch innovative entrepreneurs in the Netherlands. The success factors of ethnic entrepreneurs are approached in this study from three different dimensions: individual factors, social factors, and environmental factors. The individual factors are presented as personality traits and personal motivations. The social factors are discussed from the perspective of social networks, socio-cultural and socio-economic characteristics. As for environmental factors, they are divided into regional characteristics as well as the availability of resources and the presence of opportunities. Turkish-Dutch entrepreneurs, also called “ethnic entrepreneurs”, appear proficient in linking different innovation opportunities to their own strengths. They are operating better in both worlds, and are successfully navigating between the two cultures. This article also formulates several suggestions for the Dutch government, business world and educational institutions to stimulate innovation. SAMENVATTING Het beste van beide werelden: Succesfactoren van Turks-Nederlandse innovatieve ondernemers De laatste jaren hechten vele landen, onder andere Nederland, er groot belang aan om de economische ontwikkelingen op een hoger niveau te tillen door ondernemerschap in het algemeen, en binnen de etnische en culturele groepen in het bijzonder, te stimuleren. Innovatie is een gevolg van een interactief proces waarbij synergie ontstaat tussen de diverse achtergronden en kenmerken. Gebaseerd op een kwalitatief onderzoek worden in dit artikel, aan de hand van drie verschillende dimensies, te weten individuele, sociale en omgevingsfactoren, de succesfactoren van Turks-Nederlandse innovatieve ondernemers inzichtelijk gemaakt. De Turks-Nederlandse ondernemers, ook wel “etnische ondernemers” genoemd, blijken bedreven te zijn in het koppelen van innovatiekansen aan hun eigen sterke punten. Ze komen beter tot hun recht in beide werelden, en navigeren op succesvolle wijze tussen de twee culturen door. Dit artikel formuleert een aantal aanbevelingen voor de Nederlandse overheid, het bedrijfsleven en de klanten.
DOCUMENT
Hoger onderwijsinstellingen investeren vaak fors in studentenmobiliteit en andere internationaliseringsactiviteiten die de ontwikkeling van interculturele competenties bij studenten moeten bevorderen. De verwachte meerwaarde van zulke projecten wordt vooral uitgedrukt in termen van carrièreperspectief, waarin interculturele competenties een centrale component vormen. Wat in veel internationaliseringsprojecten echter niet gebeurt, is nagaan in welke mate deze projecten ook echt het gewenste effect opleveren op de houding en het gedrag van de studenten. Vooral internationaliseringservaringen in verre bestemmingen vergen een substantiële investering van student en instelling, terwijl niet helemaal duidelijk is of studenten hierdoor ook daadwerkelijk intercultureel competenter worden. Mede om het leerrendement van internationalisering beter in kaart te brengen, is binnen Zuyd Hogeschool de Global Mind Monitor ontwikkeld, een kwantitatief meetinstrument dat zowel de effecten van internationalisering in eigen land als over de grenzen kan meten. In dit artikel gebruiken we recente data (2015-2016) van een eerste longitudinale pilot study bij 320 studenten met dit meetinstrument. Op basis van t-toetsen en meervoudige regressieanalyses onderzoeken we met name het belang van culturele afstand tot het gastland voor de ontwikkeling van interculturele competenties bij studenten. De analytische modellen bevestigen onze verwachting: hoe groter de culturele afstand tussen het thuisland en het gastland, hoe sterker het leereffect. Deze resultaten kunnen nuttige inzichten opleveren voor de verdere ontwikkeling van in internationalisering, zowel over de grens als ‘at home’.
DOCUMENT
Volgens het opleidingsdocument in het hoger onderwijs is het sociaal werk een 'talig'beroep. Maar dat is eenzijdig en onhoudbaar. Kunst en creativiteit kunnen professionals 'meertalig' maken, betogen drie lectoren van verschillende hogescholen. En dat is hard nodig.
MULTIFILE
Short article in Dutch on the concept of 'excellence' in music education
DOCUMENT
Het nieuwe leren wordt gesitueerd in een context van ontwikkelingen in het denken over onderwijzen, opleiden en organiseren. Bi het nieuwe leren gaat het niet alleen om het leren van de leerlingen, maar ook om een paradigmaverschuiving in het denken over onderwijs; een rechtstreeks gevolg van paradigmaverschuiving in de wetenschap. Hierna wordt in vogelvlucht geïnventariseerd welke implicaties de theorieën over leren en ontwikkelen hebben voor het onderwijs en voor het ontwerpen van leerarrangementen. Daarna wordt de overstap gemaakt naar de complexe beroepspraktijk. Hoe kan deze het beste begrepen worden: door een reductie van die complexiteit en het zoeken naar algemeen geldende verklaringen achteraf of door een systeemdynamische analyse van die werkelijkheid en in dialoog met betrokkenen op zoek gaan naar werkzame principes en causal loops? In het vervolg worden twee tot nu toe in de literatuur over het nieuwe leren nog weinig aan bod gekomen aspecten geïntroduceerd. Hoe organiseren we het leren en hoe werkt dat bij een nieuwe generatie leerlingen? Dan wordt geprobeerd de slag te maken van de principes van het nieuwe leren naar het ontwerpen van leerarrangementen waarin dat nieuwe leren mogelijk wordt. Er wordt een voorlopig denkraam gepresenteerd, dat in de projecten binnen dit lectoraat een heuristische functie kan vervullen bij het verder zoeken naar ontwerpparameters. Tenslotte wordt het werkprogramma van het lectoraat en de kenniskring globaal geschetst.
DOCUMENT
Is ict niet uitdagend genoeg voor meisjes? Moeten de ict-opleidingen minder technisch worden om meisjes te trekken? Hebben vrouwelijke eigenschappen meerwaarde voor de ict-sector? Stel, u bent een meisje van 17; zou u kiezen voor ict? Deze en andere confronterende, tot nadenken stemmende of juist tot borrelpraat leidende vragen kwamen aan bod tijdens de HBO-I docentendag. Het onderwerp 'meisjes en ict'leeft, en dat is voor een groot deel te danken aan het project Ict-STER waar het HBO-I in participeert.
DOCUMENT
In Nederland wordt jaarlijks voor drie miljard euro aan bedrijfsopleidingen aangeboden. De meeste van deze opleidingen pretenderen de deelnemer werkelijk iets blijvends te leren. Transfer, beklijving van opleidingsresultaten, is hierin een cruciaal begrip. Onderzoek wijst uit dat de mate van transfer laag is: korte tijd na de opleiding ligt dit nog op zestig procent, echter de mate van transfer neemt met de tijd sterk af, na langere tijd blijkt deze waarde op tien procent te liggen. Schrikbarend laag! Hier is dus veel winst te behalen. In dit artikel bespreken we welke factoren een rol spelen bij het optimaliseren van de transfer. Tevens beschrijven we een pilotstudie naar transfer bij trainingen op het gebied van interpersoonlijke vaardigheden.
DOCUMENT