In de periode 2009-2012 is de kennisontwikkeling en -implementatie rondom de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) in de regio Twente sterk in beweging gekomen. In de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) staat de eigen verantwoordelijkheid van de burger voor zijn zelfredzaamheid en participatie in de samenleving voorop. Maatschappelijke ondersteuning richt zich op het stimuleren en versterken van de eigen kracht van de burger en van zijn informele sociale netwerk. In dit eindrapport wordt de bijdrage van de Wmo-werkplaats Twente aan deze beweging binnen Zorg en Welzijn geschetst. Met dit boek denken we een bijdrage te leveren aan de realisatie van de ontwikkeling van innovatieve praktijken die aansluiten bij de in de toekomst gewenste professionaliteit van de maatschappelijke ondersteuning. We vertrouwen er op dat dit boek zijn weg zal vinden naar allen die daar op enigerlei wijze bij betrokken zijn.
MULTIFILE
Iedereen weet instinctief dat natuur gezond is. Toch heeft de natuur nog geen vanzelfsprekende plek in de gezondheidszorg. In de praktijk ontdekken steeds meer zorginstellingen de baten van groen voor hun cliënten. Hoe pakken zij dit aan en wat zijn hun ervaringen? In deze publicatie beschrijven we zes inspirerende voorbeelden waarin de gezondheidszorg gebruik maakt van natuur. Aan het woord komen medewerkers van zorginstellingen en natuurorganisaties, en natuurlijk de cliënten zelf. Boeiende verhalen voor iedereen die zelf aan de slag wil met het onderwerp natuur & gezondheid.
MULTIFILE
De fysiotherapie staat onder toenemende druk, daarom is er een noodzaak om de zorg effectiever en efficienter in te richten. Dit project onderzoekt of de toepassing van technologieën als augmented videoconferencing (integratie van sensoren in videoconsulten) de fysiotherapiebehandeling effectiever en efficiënter kan maken.
Je leven steeds langer maar brengen die extra jaren niet in goede gezondheid door. Hierdoor neemt de vraag naar zorg toe.Tegelijk neemt het aantal mensen dat professionele zorg- en mantelzorg kan leveren af. In heel Nederland, maar zeker in hetNoorden waar krimp en vergrijzing relatief sterk zijn, zorgt dit voor druk op het gezondheidssysteem. Daarnaast is er een grotegroep mensen met één of meer chronische aandoeningen zoals COPD, obesitas en kanker en psychische klachten zoalsdepressie en chronische stress. Het goede nieuws is dat deze aandoeningen vaak te voorkomen zijn door een gezondereleefstijl. Om de toenemende druk op het gezondheidssysteem af te remmen zijn interventies gericht op de preventie daaromvan groot belang.In de huidige praktijk komt een sluitende preventieve aanpak bij mensen met gezondheidsrisico’s onvoldoende van de grondomdat de inzet te versnipperd en onvoldoende consistent is. Ook is er o.a. geen betaaltitel en daarmee geen tijd bijprofessionals in de gezondheidszorg. Voor een dergelijke omslag is het noodzakelijk dat er ruimte komt om als gemeenten enzorgverzekeraars gezamenlijk te kunnen investeren in preventie. In de in mei jl. gepubliceerde Landelijke NotaGezondheidsbeleid 2020-2024 is een eerste aanzet gegeven voor de aanpak van de belangrijkste gezondheidsvraagstukkensubsidieaanvraag_relevantie_disciplines_digitaal / GrantApplication-Relevance_discipline_digitalDossier nummer / Dossier number: 50-55505-98-201CONCEPTAangemaakt door ProjectNet / Generated by ProjectNet: 25-11-2020 13:44 2volgens het principe Health in All Policies. In het Nationaal Preventie Akkoord (NPA) wordt de wens voor een lokale vertalinggeuit, met de gemeente als regisseur samen met maatschappelijke partners. Ook wordt daarin de verbinding met NationaalSportakkoord en regionale zorgafspraken gelegd. Het in januari 2020 gestarte Preventie Overleg Groningen (POG) is hetregionale antwoord op deze gewenste ruimte voor preventie. Het POG is conform het NPA ontstaan vanuit de behoefte van dedeelnemende partijen om intensiever samen te werken, om meer samenhang aan te brengen tussen elkaars beleid en om vanelkaar te leren. Deze subsidieaanvraag sluit naadloos aan op de programmalijn van het POG; ‘Veilige en gezondeleefomgeving.’ Binnen deze lijn is het doel om een omgeving in te richten die uitnodigt tot gezond gedrag en ontmoeting. Hetversterken van gezondheid en welzijn van inwoners in hun eigen omgeving, waarbij preventie, ondersteuning en zorg insamenhang worden gebracht.De Ieefstijlproblematiek in Groningen uit zich vooral op het terrein van overgewicht, inactiviteit, roken en psychischeaandoeningen. Dit blijkt onder meer uit het onlangs verschenen Regiobeeld Noord (Menzis, 2020). Gemiddeld sporten erminder mensen in Groningen vergeleken met het gemiddelde van heel Nederland. Door het gezonder maken van de werk- enleefomgeving is er nog een aanzienlijke gezondheidswinst te behalen (VTV 2018). Dit aandeel ligt tussen de 4% (milieu) en19% (gedrag). Zorgkosten kunnen worden verlaagd door hierop in te zetten. Een gezonde fysieke leefomgeving kan bijdragenaan bijvoorbeeld de vermindering van eenzaamheid en overgewicht.Het is dan zaak om interventies zo goed mogelijk te laten aansluiten op de plaatselijke context en met draagvlak van debewoners. Dat de ene gemeente de andere niet is, blijkt ook uit het Regiobeeld Noord van Menzis, waarbij er grotegezondheidsverschillen bestaan tussen en binnen gemeenten. Dit benadrukt de urgentie voor een contextspecifiekepreventieaanpak
“Het gevreesde zorginfarct” (NRC, 25-11-2022); “Hoe inhalige cardiologen een zorginfarct veroorzaken’ (Volkskrant, 26-11, 2022)’ “Het zorginfarct is volgens Bos al begonnen” (De Gelderlander, 2-07-2022), zo maar willekeurig een aantal krantenkoppen van afgelopen kwartaal over een vastlopend zorgsysteem. In de diverse recente artikelen worden tal van experts aangevoerd, waaronder Wouter Bos, bestuursvoorzitter zorgverzekeraar Menzis en Joep de Groot, bestuursvoorzitter CZ. Opvallende afwezigen zijn de verpleegkundigen. Hun expertise komt in de diverse journalistieke artikelen rondom dit thema nauwelijks aan bod laat een eerste verkenning die we uitvoerden in het kader van ons verpleegkundig opinieleiderschaps- programma (Van Wijk et. Al. 2022). Toch mengen verpleegkundigen zich weldegelijk in het debat over het zorginfarct. Zo laten enkelen van zich horen op opiniepagina’s “Laat verpleegkundigen meepraten” (Trouw, 8-02, 2022). Ook via social media zijn enkele verpleegkundigen nadrukkelijk aanwezig in het debat. Zo is influencer Teun Toebes een niet te missen stem in discussies rondom de zorg voor mensen met dementie. Met hem is er een groeiende groep verpleegkundigen die zijn of haar expertise als ‘nurse-fluencer’ laat horen. Hoe verhouden deze opinies zich ten opzichte van het debat zoals dat via de journalistiek gevoerd wordt over het zorgdebat? In deze studie willen we analyseren welke nurse-fluencers - als identificeerbare opinieleiders en speekbuizen van verpleegkundige kennis (Poyry et al, 2022) - zich laten horen in het debat rondom het zorginfarct, welke argumenten ze ter sprake brengen en wat hun motieven zijn om zich via deze kanalen te manifesten. De studie moet inzage(n) geven in de manier waarop het onlinedebat zich verhoudt ten opzichte van het journalistieke debat over dit thema en handelingsperspectieven geven voor journalisten, verpleegkundigen en het onderwijs rondom het belichten van verpleegkundige expertise in het publieke debat.