Het midden- en kleinbedrijf (mkb) wil graag zonne-energie integreren in hun eindproducten om te verduurzamen en om hun marktpositie te versterken. Het bestaande aanbod van fotovoltaïsche (PV) zonnecellen in zonnepanelen sluit echter niet aan bij de eisen en wensen van het mkb waardoor integratie in hun eindproducten onmogelijk is. Gezien de lage kosten en hoge efficienties, zijn kristallijne zonnecellen een geschikte kandidaat voor het mkb, mits een nieuwe moduletechnologie ontwikkeld wordt. Idealiter is deze nieuwe moduletechnologie op basis van composieten, omdat deze voldoende vormvrijheid en flexibiliteit bieden. In de ontwikkeling van een nieuwe moduletechologie is de interconnectie van cellen en modules ook van belang: kennis die het mkb moet ontwikkelen. Een goede interconnectie waarborgt een hoog rendement en grote vormvrijheid van de modules. Om het mkb hierin te ondersteunen, is het project Kristallijne zonnecellen in composiet gelanceerd. Samen met 12 mkb'ers, een branchevereniging en drie kennisinstellingen wordt in 4 werkpakketten, respectievelijk interconnectie, encapsulatie, evaluatie, projectmanagement, onderzoek gedaan naar de integratie van kristallijne zonnecellen in eindproducten van composiet. Het beoogde doel van het project is opbouw van kennis van encapsulatie van kristallijne zonnecellen en het aantonen van een proof-of-principle in het werkpakket interconnectie en encapsulatie. Het proof-of-principle moet aantonen dat kristallijne zonnecellen goed geïntegreerd kunnen worden in composietmaterialen, zoals die worden gebruikt binnen het mkb. Om het eindproduct te beoordelen, wordt een testprotocol ontwikkeld om kristallijne zonnecellen in composietmaterialen te karakteriseren in het werkpakket evaluatie. De ervaringen die worden opgedaan, worden vastgelegd in een handleiding met een set richtlijnen, wat bedrijven kan helpen kristallijne zonnecellen te integreren in hun producten. Het vastleggen van de richtlijnen gebeurt, samen met het algemene projectmanagement, in het werkpakket projectmanagement. Daarnaast wordt een protocol ontwikkeld om de nieuwe kristallijne fotovoltaïsche (PV)-module technologie te evalueren. Het resultaat zal ertoe leiden dat het mkb praktische kennis heeft om kristallijne zonncellen in hun half-fabrikaten te integreren.
De cruciale rol van de leider – strategisch leiderschap in het mkb Het midden- en kleinbedrijf staat voor de uitdaging in te spelen op verduurzaming, digitalisering en andere ontwikkelingen. Maar aanpassing en vernieuwing zijn niet eenvoudig. De ondernemer1 is vooral druk met vandaag en speelt meerdere rollen tegelijkertijd. Ook handelt hij sterk vanuit hetgeen hij in het verleden heeft opgebouwd. Tenslotte krijgt hij niet altijd tegenspraak. Deze omstandigheden kunnen strategisch leiderschap bemoeilijken en de aanpassing en vernieuwing van het bedrijf frustreren. Uit ons eerdere onderzoek komt naar voren dat ondernemers het moeilijk vinden strategisch leider te zijn en dat hun eigen gedrag soms zelfs belemmerend werkt. Tegelijkertijd onderkennen zij dat zij in de dynamiek van vandaag stevig keuzes voor morgen moeten maken en dat beter strategisch leiderschap noodzakelijk is. Ze zoeken handvatten om dat te leren. Hieruit volgt de praktijkvraag: “Hoe belemmeren gedragspatronen van ondernemers hun strategisch leiderschap en hoe kunnen zij deze patronen herkennen en doorbreken, zodat beter kan worden ingespeeld op de snelle en complexe veranderingen in de bedrijfsomgeving?” Er is veel literatuur over leiderschap, maar wij constateren dat het probleem voor ondernemers in het mkb zoals hierboven geschetst nauwelijks onderzocht is en ondernemers dus niet ondersteund kunnen worden. Het doel van onderhavige subsidieaanvraag is om een diagnosetool te ontwikkelen die ondernemers helpt inzicht te krijgen in hun strategisch leiderschap om zo te komen tot verbetering. Aan de algemene kennisbasis wordt bijdragen met inzichten over strategisch leiderschap in het mkb in de vorm van artikelen en casussen. De onderzoeksvraag is: “Hoe kunnen ondernemers in het mkb de mate van hun strategisch leiderschap vaststellen?” Het project wordt uitgevoerd door een consortium van zes mkb-bedrijven, twee hoogleraren, vier praktijkexperts en Kenniscentrum Business Innovation van Hogeschool Rotterdam.
De markt vraagt om steeds meer productvariëteit. Veel bedrijven realiseren productvariëteit nu met veel klant-specifiek engineeringswerk (Engineer-to-Order/EtO). Dit zet druk op alle afdelingen in het bedrijf zoals sales, engineering, productie en service. Een uitdagende manier voor deze bedrijven, om beter met het spanningsveld tussen externe en interne eisen om te gaan, is het ontwikkelen van meer configureerbare producten (lego principe}. Hiervoor is een modulaire opbouw van het product nodig waarin verschillende productonderdelen gestandaardiseerd zijn en gebruikt kunnen worden in verschillende eindproducten. Zo kan, met minder engineeringsactiviteiten, een product geconfigureerd worden (Configure-to-Order/CtO) en de klant productvariëteit worden geboden zonder alle interne druk. Voor diverse bedrijven vormen ook de mogelijkheden van Industry 4.0 en sustainabilty ambities belangrijke drivers in hun streven naar meer CtO. Het implementeren van CtO is echter niet eenvoudig. Het vraagt om aanzienlijke capaciteit, kennis en kunde op het gebied van productontwikkeling, procesontwikkeling en het veranderproces. Betrokkenheid van medewerkers uit alle belangrijke afdelingen (verkoop, engineering, productie, service etc.) is een vereiste. Mkb-bedrijven worstelen hiermee en hebben behoefte aan goede tools en technieken, zowel inhoudelijk, over de ontwikkeling van de productarchitectuur en de impact hiervan op de bedrijfsprocessen, als veranderkundig, hoe deze transitie tot stand te brengen. In dit Sia RAAK-mkb onderzoek willen wij samen met productie mkb-bedrijven, kennisinstellingen en brancheorganisaties een integrale aanpak ontwikkelen om CtO op een goede manier te implementeren. De deelnemende mkb-bedrijven hebben de duidelijke wens om dit de komende jaren te doen. Voor de specifieke casussen zullen met casestudies en interventieonderzoek aanpakken ontwikkeld worden. Studentprojecten zullen ondersteuning geven aan de verschillende interventies. Vervolgens zal systematisch case-vergelijkend onderzoek worden uitgevoerd om inzicht te krijgen in wat in welke situatie werkt. Op basis van het case-vergelijkend onderzoek worden tools en technieken ontwikkeld die enerzijds generiek zijn en anderzijds kunnen worden aangepast aan specifieke bedrijfssituaties.
In het KIEM-project “Long-run Gaming Start-ups” is onderzoek gedaan naar de factoren die de continuïteit van bedrijven in de videogame industrie beïnvloeden. De ondervraagde ondernemers gaven aan dat het omgaan met veranderende omstandigheden hun belangrijkste uitdaging is. De recente ontwikkelingen rond het Coronavirus hebben aangetoond dat het kunnen omgaan met veranderingen meer dan ooit een belangrijke ondernemerscompetentie is. Dit werd al geconstateerd door de Kennis- en Innovatie Agenda van CLICKNL, die stelt: “Om die uitdagende rol op te pakken en verder te brengen is een veerkrachtige sector nodig, [...], een sector die gedreven wordt door kennis en zich laat ondersteunen door methoden” (TKI CLICKNL, 2020, p. 2). Dit onderzoeksproject wil hieraan een bijdrage leveren en beantwoord de volgende onderzoeksvraag: Welke factoren dragen bij aan de veerkracht van bedrijven in de creatieve industrie in Nederland en welke middelen zijn inzetbaar om de veerkracht en daarmee de overlevingskans en doorgroeimogelijkheden te vergroten? Middels een methodiek aanbevolen door Slavec & Drnovesek (2012) worden bestaande modellen aangepast middels literatuuronderzoek, groepsgesprekken en diepteinterviews. Het resulterend model wordt gebruikt voor een grootschalig kwantitaief onderzoek. Op de resultaten wordt een factoranalyse gedaan, om een online benchmarktool te ontwikkelen. Vervolgens wordt in jaar 2 van het project op basis van literatuurstudie naar succesvolle HRM interventiemethodieken instrumentarium ontwikkeld ter verbetering van veerkracht. Beoogde resultaten voor de creatieve industrie zijn een (online) instrument om de veerkracht van ondernemingen in de creatieve industrie te benchmarken en een instrumentarium dat ondernemers helpt hun veerkracht te versterken. Het project draagt tevens bij aan de Strategie & Organisatie wetenschap. Terwijl het verschijnsel veerkracht in toenemende mate de interesse van wetenschappers heeft, zijn nog veel vragen open: het meten van veerkracht, de contextafhankelijkheid van het begrip, veerkracht in het midden- en kleinbedrijf en onderzoek naar effectiviteit van instrumenten om veerkracht te verbeteren.
Online crowdfundingplatforms bieden bedrijven toegang tot financiering, wat een belangrijke voorwaarde is voor het vergroten van de ontwerp-, maak- en veranderkracht van het midden- en kleinbedrijf. Uit eerder onderzoek is bekend dat ondernemers naast financiering ook niet-monetaire impact van crowdfunding ervaren. Om aan ondernemers te kunnen uitleggen wat de potentiële opbrengsten van crowdfunding zijn, heeft het crowdfundingplatform CrowdAboutNow behoefte aan inzicht in non-monetaire impact van crowdfunding op lange termijn. De bestaande literatuur richt zich vooral op cijfermatige gegevens over het verloop van crowdfundingcampagnes. Wat na de campagne gebeurt is nagenoeg onbekend. Ook over impact die niet in cijfers te vatten is (zelfvertrouwen, omgaan met angsten, maatschappelijke impact) is weinig bekend. In dit onderzoek is de praktijkvraag van CrowdAboutNow daarom vertaald in een exploratief onderzoek naar psychologische en sociale impact van crowdfunding op ondernemers zes maanden tot twee jaar na afronding van een crowdfundingcampagne. Er wordt middels interviews met ondernemers in Nederland en het Verenigd Koninkrijk onderzocht welke vormen van niet-monetaire impact ondernemers ervaren na het afronden van een lening- of aandelengebaseerde crowdfundingcampagne. Hierbij is speciale aandacht voor vrouwelijke ondernemers, omdat die ondervertegenwoordigd zijn in de financieringsmarkten en crowdfunding mogelijk hun toegang tot financiering kan verhogen. Voor de praktijk, namelijk de bedrijfsvoering van crowdfundingplatforms, levert dit onderzoek concrete inzichten op die kunnen worden gebruikt in de marketing van crowdfundingplatforms. Aan de bestaande academische literatuur, die vooral op campagnedata is gericht, voegt dit onderzoek kwalitatieve inzichten toe op het niveau van de ondernemer en in de periode na afloop van de campagne. De bijdrage van het onderzoek aan het maatschappelijk verdienvermogen van Nederlandse ondernemingen is tweeledig: impactgerichte crowdfundingplatforms zoals CrowdAboutNow kunnen worden gezien als changemakers en door het onderzoek worden zij in staat gesteld hun impact tastbaar te maken, terwijl ook impactgerichte mkb-ondernemers indirect worden geholpen, doordat zij welgeïnformeerd financieringskeuzes kunnen maken.