Showing the results of the project Revealing design (Zichtbaar slimmer): Data physicalization for the 21st Century
LINK
Video voor het project Zichtbaar slimmer. De opname toont de resultaten van data fysicalisatie -het tastbaar maken van data- op basisschool St Jan.Bijna 100 kinderen en docenten van de St Janschool hebben gewerkt aan datafysicalisaties rondom het school projectthema 'vriendschap'. De kinderen van groep 7 en 8 maakten hun eigen verzamelde data tastbaar en fysiek om data-vraagstukken eens op een andere manier te ervaren.Meer weten? Zie de project pagina: http://www.digitallifecentre.nl/projecten/zichtbaar-slimmer-data-fysicalisatie-voor-de-21ste-eeuw en dit nieuws item: http://www.digitallifecentre.nl/nieuws/video-rapportage-data-fysicalisatie-op-basisschool-st-janVideo link: https://vimeo.com/347408138
MULTIFILE
Het boekje is een beeldende verslaglegging van het project Zichtbaar slimmer met als doel het potentieel van datafysicalisatie -het tastbaar maken van data en abstracte informatie- in het onderwijs te onderzoeken. Via een aantal workshops en lesprogramma voor uiteenlopende doelgroepen (N>130) zoals kinderen van de St Jan basisschool is met name bevestigd dat het fysiek maken van data positief kan bijdragen aan de 21st century skills kritisch denken, samenwerken/ communicatie en creativiteit. Het project, een samenwerking met basisschool St Jan en Waag, heeft veel opgeleverd, zoals een lesformat, een design-canvas voor datafysicalisatie en meer dan 50 fysieke representaties van data.
DOCUMENT
Webinar voor leraren en schoolleiders.
DOCUMENT
Deze literatuurstudie heeft als doel antwoord te geven op de volgende vragen:1 Welke voor- en nadelen van geïntegreerd onderwijs worden vanuit de curriculumtheorie onderscheiden en in hoeverre zijn deze empirisch onderbouwd?2 Welke vormen van integratie zijn onder welke omstandigheden aanbevelenswaardig en welke voordelen kunnen daarvan worden verwacht?3 Welke eisen stelt een succesvolle integratie van schoolvakken aan houdingen, kennis en vaardigheden van docenten en aan schoolorganisaties?Daartoe zijn 140 empirische studies gebruikt. De belangrijkste conclusie is dat regelmatige geclaimde voordelen van geïntegreerd onderwijs niet empirisch bewezen zijn. De nadelen zijn evenmin aangetoond. Over de verschillende vormen van integratie kan worden gezegd, dat meer of minder integratie waarschijnlijk niet de juiste maatstaf is om de kwaliteit van een curriculum te beoordelen. Beter is het om te kijken naar de koppeling met onderwijsdoelen. Over de eisen aan docenten en schoolorganisaties is relatief veel bekend, omdat er uitgebreid is geëxperimenteerd met geïntegreerd onderwijs. Empirische evidentie over de resultaten ervan ontbreekt echter veelal. Een belangrijke aanbeveling van dit rapport is dan ook om niet over te gaan tot verplicht voorgeschreven geïntegreerd onderwijs in de vorm van leerdomeinen of leergebieden.
DOCUMENT
In the Netherlands there is discussion about the best way to teach mathematics, especially in the case of primary school students. Being able to identify and understand pupils’ multiple problem solving strategies is one of the pillars of pedagogy. However, it is very demanding for teachers, since it requires to notice and analyze pupils’ mathematical thinking and to understanding their actions. The skill to notice and analyze a student’s mathematical thinking is usually not emphasized in Dutch primary school teacher training. It is important to find ways to help teacher-students to analyze student mathematical reasoning, and to learn to recognize the importance of such analysis. Sherin and van Es used the concept of video clubs to help teachers in US schools to notice and analyze their students’ mathematical thinking. In such video clubs, students jointly discuss their filmed lessons. This leads to the following research question:How can video clubs be used to teach students who are learning to become primary school teachers to analyze their pupils’ mathematical thinking and to learn to recognize the importance of such analysis?This paper describes a study that monitors a video club with four participants.
LINK
Aanstaande leraren doen in hun opleiding nauwelijks ervaring op in metvakoverstijgend werken en leren. Daarnaast geven studenten aan dat zij in de opleiding veel ervaring opdoen met schriftelijke opdrachten, maar dat zij met open opdrachten waarin ‘leren door te doen’ centraal staat nauwelijks ervaring hebben. Ook lerarenopleiders werken weinig samen met lerarenopleiders van andere disciplines. Bij de minor Maker Education ontwikkelden we met lerarenopleiders van verschillende disciplines opleidingen een aanpak om creativiteit en kritisch denken van studenten te bevorderen. Kernelementen in deze aanpak zijn 1) aandacht voor het associatieve denken 2) durven fouten maken 3) toeval toelaten. Onze stelling is dat deze elementen in de huidige curricula van lerarenopleidingen nauwelijks aanbod komen, terwijl zowel opleiders als studenten er veel van kunnen leren. In deze bijdrage maken ons publiek deelgenoot van de door ons ontwikkelde aanpak en gaan we in op de verrassende opbrengsten.
DOCUMENT
Informal learning spaces create opportunities for children and youth to develop their talents and to experience new social roles. In recent years, several public libraries in the Netherlands have established makerspaces to empower youth by facilitating the development of their digital skills in conjunction with their creativity. The Amsterdam Public Library created a network of makerspaces (Maakplaats021) and provided training for the makerspace-coaches. These coaches – former librarians or other professionals – have a central role in the makerspace and fulfill several functions. This contribution describes informal learning of children in these makerspaces and distills critical features that enforce learning through the lens of children aged 8–12 and their makerspace-coaches.
DOCUMENT
In een Kleuterlab worden niet zozeer wetenschap- & technologieactiviteiten georganiseerd. De leerkracht heeft een geringe rol en geeft geen instructie. Materialen zijn zo gekozen dat het kind er zelf mee aan de slag kan gaan. Het is aan de leerkracht om hierbij de juiste vragen te stellen, zodat een activiteit niet ‘dood loopt’. Zo kunnen de kleuters zelfstandig ontdekken.
DOCUMENT
Maker spaces are generally regarded as a valuable innovation in comparison to traditional education, although it is largely unclear what is exactly learned. This deficiency hampers the deployment of maker spaces, particularly their embedding and integration in the existing practice in formal education. In the work presented here, we explore the possibility of having learners self-report on their learning experience. For this purpose, we developed an easy-to-use visual tool for assessing learning of 21st Century Skills in children’s maker space activities, the Self-Evaluation Tool (SET). Particularly, we investigated the validation of the SET for the self-evaluation of learning activities in the maker space and how children evaluate their own performance in the various domains. The results show higher scores on learning goals in subjectification and lower scores for socialization. Future research will focus on a comparison of the different types of maker programs.
DOCUMENT