Als Turks-Nederlandse ondernemer weet Atilla Aytekin als geen ander hoeveel doorzettingsvermogen je als ondernemer nodig hebt om te kunnen slagen. Om andere ondernemers met een biculturele achtergrond te helpen, besloot hij met zijn Dutch Dream Foundation een traject te starten waarin gedurende een jaar ervaren topmanagers aan ondernemers worden gekoppeld om ze te ondersteunen en te motiveren. Willem Klijnstra en Annemien van der Veen volgden het traject. De interviews met de ondernemers en managers leverden zeer interessante, leerzame en vaak ook ontroerende verhalen op. Het leidde tot het idee om de verhalen te bundelen in een boekje, zodat andere ondernemers en studenten in opleiding voor een internationale carrière zich erdoor kunnen laten inspireren.
DOCUMENT
The Best of Both Worlds: Success factors of Turkish-Dutch innovative entrepreneurs In recent years, a number of countries, among them the Netherlands, attach great importance to stimulating the economic development in the country, by promoting entrepreneurship in general and within the ethnic and cultural entrepreneurial groups in particular. Innovation is generally the result of an interactive process involving synergy between the diverse backgrounds and characteristics. Based on a qualitative research, this article provides an overview of insights in the critical success factors of Turkish-Dutch innovative entrepreneurs in the Netherlands. The success factors of ethnic entrepreneurs are approached in this study from three different dimensions: individual factors, social factors, and environmental factors. The individual factors are presented as personality traits and personal motivations. The social factors are discussed from the perspective of social networks, socio-cultural and socio-economic characteristics. As for environmental factors, they are divided into regional characteristics as well as the availability of resources and the presence of opportunities. Turkish-Dutch entrepreneurs, also called “ethnic entrepreneurs”, appear proficient in linking different innovation opportunities to their own strengths. They are operating better in both worlds, and are successfully navigating between the two cultures. This article also formulates several suggestions for the Dutch government, business world and educational institutions to stimulate innovation. SAMENVATTING Het beste van beide werelden: Succesfactoren van Turks-Nederlandse innovatieve ondernemers De laatste jaren hechten vele landen, onder andere Nederland, er groot belang aan om de economische ontwikkelingen op een hoger niveau te tillen door ondernemerschap in het algemeen, en binnen de etnische en culturele groepen in het bijzonder, te stimuleren. Innovatie is een gevolg van een interactief proces waarbij synergie ontstaat tussen de diverse achtergronden en kenmerken. Gebaseerd op een kwalitatief onderzoek worden in dit artikel, aan de hand van drie verschillende dimensies, te weten individuele, sociale en omgevingsfactoren, de succesfactoren van Turks-Nederlandse innovatieve ondernemers inzichtelijk gemaakt. De Turks-Nederlandse ondernemers, ook wel “etnische ondernemers” genoemd, blijken bedreven te zijn in het koppelen van innovatiekansen aan hun eigen sterke punten. Ze komen beter tot hun recht in beide werelden, en navigeren op succesvolle wijze tussen de twee culturen door. Dit artikel formuleert een aantal aanbevelingen voor de Nederlandse overheid, het bedrijfsleven en de klanten.
DOCUMENT
Wat is zingeving? Welke rol speelt zingeving in de hulpverlening? Hoe geef je zingeving een plek in je werk? Daarover gaat deze brochure. We nodigen je uit om na te denken over wat zingeving betekent. In het leven van je cliënten, maar ook in je eigen leven. De citaten, gedichten en foto’s zijn grotendeels afkomstig van daken thuisloze cliënten en van hulpverleners. Aan het eind van de brochure staan enkele werkvormen die gesprekken over zingeving kunnen ondersteunen. Met deze brochure willen we je inspireren om meer aandacht aan zingeving te besteden. Want zin, daar draait het uiteindelijk toch allemaal om?
DOCUMENT
Dit magazine, gevuld door leden van het Inholland Consortium NPO, belicht het essentiële thema van studentenwelzijn en binding. Door de lens van actuele projecten zoals de Studentenwelzijnsmonitor en de SaP-radar (voor de inzet van Students as Partners) tot initiatieven voor inclusieve Studentsucces Centra, biedt dit magazine een diepgaande kijk op hoe we het welzijn en de binding van onze studenten kunnen versterken. Het benadrukt het belang van een gemeenschap waarin elke student zich gewaardeerd, gehoord en onder- steund voelt.
MULTIFILE
Dit onderzoek richt zich op de vraag wat de effecten zijn van een niet-hiërarchische werkomgeving op leiderschap. Onderzocht wordt of niet-hiërarchisch leiderschap (in een matrix-, project- en netwerkorganisatie, of bij zelfsturende teams zoals bij projectmanagement) leiderschapskwaliteiten aantrekt, selecteert en behoudt. Het onderzoek toont aan, dat niet-hiërarchisch leidinggevenden hoger scoren op het persoonlijkheidskenmerk neuroticisme, vooral bij de subschalen angsten/nervositeit, ergernis, depressie, kritiekgevoeligheid en stressgevoeligheid, en lager scoren op extraversie, vooral bij de subschalen hartelijkheid, sociabiliteit en dominantie/assertiviteit. De belangrijkste conclusie van dit onderzoek is dat leiderschapskwaliteiten die samenhangen met neuroticisme en extraversie ondervertegenwoordigd lijken te zijn in een matrix-, project- en netwerk georiënteerde werkomgevingen, als ook bij innovatieprojecten en projectmanagement in het algemeen. Deze twee persoonlijkheidskenmerken hangen sterk samen met transformationeel leiderschap. De volgende kwaliteiten lijken bij niet-hiërarchisch leiderschap minder sterk ontwikkeld te zijn dan bij hiërarchisch leidinggevenden: inspirerend en enthousiasmerend vermogen, leiderschapscharisma, effectieve conflicthantering, het geven van feedback, assertiviteit, het vermogen tot het versterken van groepscohesie, bevorderen van een groeps- of teamontwikkeling richting meer autonomie en sterkere performance, initiatief met betrekking tot ondernemerschap, synergie tussen teamleden op het gebied van innovatie, kennisproductiviteit en reflectieve vaardigheden, als ook 'performance' in het algemeen in werkomgevingen met veel sociale interactie. Aanbevelingen worden gedaan met betrekking tot werving en selectie, als ook voor het opleiden en ontwikkelen van niet-hiërarchisch leidinggevenden. ABSTRACT This paper is devoted to answer the question whether nonhierarchical leadership (in a matrix, process, network structure, or in a project based work environment) attracts, selects and attains leadership qualities related to transformational (charismatic, inspiring & empowering) leadership. More in particular, we would expect leaders with lower scores concerning neuroticism, and with higher scores concerning extraversion and agreeableness. Enhancement of innovational capacities and knowledge productivity are the main motives for applying the structuring principles of a matrix, process, network organization, or of project management. The indicated personality traits are closely related to transformational leadership. Transformational leadership is needed to effectuate innovational and adaptive capacities, as well as for the enhancement of knowledge productivity in organizations. We analyzed whether significant differences could be found when personality traits of non-hierarchical (project) leaders and hierarchical operating managers are compared. Our study revealed, that non-hierarchical (project) leaders had indeed higher averages concerning neuroticism, and lower averages concerning extraversion. Neuroticism is negatively related to leadership charisma. Neuroticism, extraversion and agreeableness are related to transformational leadership in general. The overall conclusion of this study is that leadership qualities related to neuroticism and extraversion, tend to be underrepresented in the group of nonhierarchical leaders in a matrix, process or network structure, or in a project based work environment. Analyzing significant differences of the sub scales of neuroticism and extraversion revealed that these leadership qualities are specifically related to learning/adaptive capacities, feedback and conflict solving processes, knowledge productivity in teams, enhancement of group cohesion and coping with stressful situations. Furthermore, these qualities are closely related to several dimensions of transformational leadership: idealized influence, inspirational motivation and intellectual stimulation. Implications for training and development, and for selection processes are discussed. Also, some recommendations are put forward, related to the enhancement of the effectiveness of applying the structuring principles of a matrix, process, network or project based work environment.
DOCUMENT
In 2019 is het eerste ‘Atelierboek’ verschenen . Inmiddels zijn er een paar jaar verstreken en zijn er tal van nieuwe ateliers ontstaan. Met dit nieuwe atelierboek worden er middels meer dan 30 portretten de rijkdom en variëteit aan ateliers binnen onze hogeschool getoond. De portretten zijn ingedeeld als volgt: ateliers op de locaties van NHL Stenden, externe ateliers en ateliers waarbij de faciliteiten sterk bepalend zijn. Deze portretten laten zien aan welke vraagstukken wordt gewerkt, hoe wordt samengewerkt met het werkveld en onderzoekers en wat de meerwaarde is van de ateliers. Tevens bevat dit atelierboek een aantal verdiepende artikelen die vertellen over het werken en leren in ateliers. De bijdrage in hoofdstuk 1 gaat over: wat beoogt NHL Stenden met ateliers, waarin verschillen de ateliers en enkele ervaringen met ateliers. Na de portretten in hoofdstuk 2 wordt in hoofdstuk 3 het ‘Waardecreatiemodel Atelier’ en een model met ontwerpdimensies gepresenteerd. Beide bieden handvatten voor het ontwerpen en evalueren van ateliers. In hoofdstuk 4 wordt er ingezoomd op de effecten van de fysieke ruimte op het leren. Daarna wordt in hoofdstuk 5 ingegaan op de uitkomsten van (lopend) onderzoek naar ateliers.
DOCUMENT
Dit rapport geeft een compact overzicht van de ontwikkelingen en activiteiten vanaf de startperiode 1 september 2008 tot aan 31 december 2010 van het Kenniscentrum Wetenschap & Techniek West (hierna genoemd KWT West). U krijgt inzicht in de kennis die het kenniscentrum gedurende drie jaar heeft verworven, wat zij hiermee heeft gedaan en waartoe dit heeft geleid. Voorbeeld van een project is het Programma Verbreding Techniek Basisonderwijs (VTB). Het doel van VTB is om meer jongeren te motiveren voor een bèta-georiënteerde opleiding, beroep en functie. Onderzoek (Diephuis 2003) laat zien dat ervaringen op jonge leeftijd van grote invloed zijn voor een studie- en beroepskeuze. Binnen het VTB-programma hebben 2.500 basisscholen de afgelopen jaren de mogelijkheid gekregen om VTB subsidie te ontvangen voor het verankeren van wetenschap en techniek op de basisschool. De subsidieregeling stelde basisscholen in staat techniekmaterialen aan te schaffen en een techniekcoördinator aan te stellen.
DOCUMENT
In 2022 ontwikkelde het Leernetwerk Normaliseren (LNW) van de Werkplaats SAMEN een visie op normaliseren.Tegelijkertijd realiseerden de deelnemers in het LNW zich dat een visie vooral een papieren werkelijkheid is. Vanuit dit besef groeide het plan om een document te ontwikkelen dat praktijk en beleid zou kunnen inspireren bij het zetten van concrete stappen bij het normaliseren van twijfels, zorgen en kwetsbaarheden bij opgroeien en opvoeden. Om tot die inspiratie te komen, is er gekeken naar bestaande voorbeelden die naar de mening van het LNW aansluiten bij de elementen van de visie op normaliseren. Van elk voorbeeld is de werkwijze omschreven, met aandacht voor de context waarin het voorbeeld in de praktijk vorm krijgt, voor de wijze waarop het voorbeeld aansluit bij de belangrijkste elementen van de visie en voor de sterke- én verbeterpunten. De beschrijvingen bevatten indicaties over de mate waarin de voorbeelden ondersteunend werken voor jeugdigen en gezinnen, in het opgroeien en opvoeden.
MULTIFILE
Veel roc's hebben leiderschapsproblemen. Ze slagen er maar niet in een juiste balans te vinden tussen personeel, school en omgeving bij het uitvoeren van hun taken. Wat vooral ontbreekt is inspirerend schoolleiderschap. Eigen tijdse ideeen over onderwijs en leren worden binnen de school niet uitgedragen en bediscussieerd. Men komt er gewoon niet aan toe. Vooral de schaalvergrotingsoperaties van de afgelopen jaren zijn debet aan deze problematiek. De beheerskant van roc's is hierdoor in het centrum van de aandacht gekomen. De schaalvergroting dreigt hierdoor een doel op zicht te blijven in plaats van een middel om het middelbaar beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie in de regio te revitaliseren. De auteur geeft denkgereedschap om het schoolleiderschap van roc's op een een nieuwe manier in te gaan vullen zodat er een betere balans ontstaat tussen externe eisen en interne ambities en competenties.
DOCUMENT
In opdracht van de organisatoren van het congres Geloof in zorg hebben de lectoraten Verpleegkundige beroepsethiek en Zorg en spiritualiteit een onderzoek gedaan onder christenen in de zorg. De vraagstelling van het onderzoek was: Wat is het profiel van een christenzorgverlener, hoe verhoudt zich dat profiel tot de context waarin men werkzaam is, en welke toerustingsbehoefte vloeit daar uit voort? Een online vragenlijst is verspreid onder christenzorgverleners die lid zijn van christelijke beroepsorganisaties en onder studenten van christelijke MBO en HBO-instellingen. Christenzorgverleners zijn van mening dat er een relatie is tussen geloof en werk en zij putten inspiratie uit de directe zorgverlening en contact met patiënten.
DOCUMENT