Bij de VARA lopt momenteel de tiendelige serie De Strijd over de geschiedenis van de Nederlandse arbeider en de sociaaldemocratie. De uitzendingen worden gepresenteerd door Gerdi Verbeet en Erik Dijkstra. De volgende thema’s komen aan de orde in de serie: de fabriek, de staking, de revolutie, de ideale arbeider, de arbeidersomroep, de oorlog, rood en oranje, de arbeidersvrouw, Drees en Den Uil. De laatste uitzending gaat over de nieuwe arbeider. Aanleiding voor de serie is het negentigjarig bestaan van de Vereniging van Arbeiders Radio Amateurs (VARA). Na eigen vakbonden, politieke partijen en een krant (Het Volk) kreeg de socialistische zuil er in 1925 in Nederland een eigen radio-omroep bij: de VARA. Een jaar later, in 1926, werd ook een socialistische sportbond opgericht: de Nederlandsche Arbeiders Sportbond (NASB). In dit artikel wordt aandacht gegeven aan de Nederlandse socialistische sportorganisaties.
DOCUMENT
Het doel van het evaluatieonderzoek naar de lokale implementatie van de Brede impuls combinatiefuncties (Bic)1 was inzicht te krijgen in hoe gemeenten en hun lokale partners de Bic hebben geïmplementeerd, wat de lokale resultaten zijn van de inzet van buurtsportcoaches2 en welke factoren hierbij een rol spelen, teneinde de landelijke impact van de impuls in beeld te brengen. Voor het onderzoek zijn de volgende hoofdvragen leidend geweest: 1. Hoe hebben gemeenten en hun lokale partners de Brede impuls combinatiefuncties geïmplementeerd? (Mesoniveau) 2. Heeft de Brede impuls combinatiefuncties geleid tot een impuls voor (het ontwikkelen van) het lokale sportbeleid en tot lokaal maatwerk in het stimuleren van passend sport- en beweegaanbod? (Mesoniveau) 3. Kunnen we onderscheid maken naar typen buurtsportcoaches en zo ja, welke? (Microniveau) 4. Hanteren buurtsportcoaches specifieke al dan niet onderbouwde aanpakken of werkwijzen voor doelgroepen en wat zijn de lokale opbrengsten van hun inzet? (Microniveau) Met het beantwoorden van de vragen, krijgen we inzicht in de impact van de Bic. Met de impact is de optelsom bedoeld van de resultaten van het implementatieproces van de Bic (op meso- en microniveau) en van de ervaren resultaten van de Bic op het niveau van bereik (prestaties) en effectiviteit (effecten).
DOCUMENT
Deze pilotstudie heeft betrekking op de zoektocht naar factoren die van belang zijn in het proces van sportparticipatie van jongeren met een auditieve beperking. Daartoe zijn actoren als ouders, gymleraren, trainers, coaches en bestuurders van sportverenigingen geïnterviewd. In het algemeen sporten deze jongeren in een reguliere sportvereniging waarbij zij net als de andere teamgenoten worden behandeld. Vaak hebben de gymleraren en trainers een eigen stijl van instrueren en begeleiden waarbij ze oog hebben voor de speciale situatie waarin deze jongeren verkeren. Ze hebben in hun achterhoofd die ene jongere met een auditieve beperking waar ze de aandacht van moeten vangen en vasthouden en checken of hun boodschap is overgekomen. Ze maken in dit verband – soms impliciet – afspraken over gebaren en krijgen meestal hulp van teamgenoten die de jongere bijvoorbeeld kunnen aantikken.
DOCUMENT
Beschrijving van de ontwikkelingen in de sport vanuit het perspectief van zowel de markt als de overheid, met daarbij bespreking van enkele problemen en dilemma’s. Daarna wordt op zoek gegaan naar een concept van sportief ondernemerschap dat past bij de toename van sportbusiness, vanuit zowel de overheid als de markt. Er wordt afgesloten met de positionering en de plannen van het lectoraat met betrekking tot onderwijs en onderzoek.
DOCUMENT
Het JeugdSynergiePlan beschrijft de wijze waarop er bij verenigingen door een effectieve samenwerking tussen de verschillende stakeholders meer kan worden bereikt voor iedereen. De belangrijkste samenwerkende partijen (stakeholders) bestaan uit de leden, de ouders en vrijwilligers, de verenigingen, de bonden, de overheid, de zorgverzekeraars, de sponsors en de zakelijke dienstverleners. Speerpunt vormt de kwetsbare groep van middelbare scholieren voor wie er in praktijk te weinig aandacht bestaat. Door de samenwerking waarbij de partijen gebruik gaan maken van elkaars sterktes en kansen ontstaat er synergie: het effect van de samenwerking is groter dan wat iedere partij afzonderlijk had kunnen bereiken. In het rapport komen theorie en praktijk bij elkaar. De theorie inzake synergie wordt op een unieke manier beschreven en verduidelijkt. Ook staan er veel unieke oplossingen beschreven in het rapport waarmee synergie in praktijk kan worden uitgevoerd. Er wordt meer bereikt en er worden kosten bespaard. Het rapport biedt dan ook grote winstmogelijkheden voor de leden, voor de verenigingen, voor de overheid, de jeugdzorg, het onderwijs, voor de zakelijke dienstverlening; kortom de hele maatschappij. Belangrijke zaken komen eerst en daarom gaat welzijn boven welvaart en een pro-actief beleid gaat voor restrictief beleid. Dat kan allemaal met dit model! Vast staat dat de jeugd een enorme potentie heeft voor velen. Hier groeien de toekomstige winnaars voor 2028, maar hier groeien ook de toekomstige werknemers, politici, uitvinders. Doorzettingsvermogen, discipline, ijver en sociale vaardigheden vormen aspecten die we in het verenigingsleven kunnen stimuleren. Maatschappelijke doelstellingen als integratie, armoedebeleid en gezondheid, zijn daarmee te sturen vanaf het speelgras en het honk. Het kind en de vereniging kunnen hiermee uitgroeien tot het maatschappelijk goud en het olympisch vuur.
MULTIFILE