In deze rede, die een uitwerking is van mijn lectoraatopdracht, wil ik laten zien dat het diverser worden van de Nederlandse samenleving voor nieuwe uitdagingen zorgt in de samenleving, in buurten, in scholen en andere organisaties en daarmee ook vraagt om nieuwe visies op het debat over inte- gratie zoals dat op dit moment wordt gevoerd. Deze rede beoogt een onderbouwing te geven voor de noodzaak het besef te laten doordringen in de hele samenleving dat diversiteit een gegeven en dat dit van ons allemaal, als burgers en als professionals, iets vraagt en in het bijzonder van pro- fessionals, in het Nederlandse onderwijs. Veel meer dan nu het geval is, zouden onderwijsinstellingen jongeren moeten leren dat het accepteren van verschillen de grondslag is van samen leven en werken in een heel divers Nederland nu en in de toekomst. Alleen zo worden noodzakelijke verbindingen tussen mensen, en het vermogen die tot stand te brengen, al op school ontwikkeld. Het antwoord op de vraag waarom aandacht voor diversiteit zo belangrijk is, de titel van deze rede, is de basis van het bestaansrecht van het lectoraat Diversiteitsvraagstukken. Met diversiteitsvraagstukken worden vraagstukken bedoeld die voortkomen uit het leven, studeren en werken in een zeer diverse samenleving, waarbij nadrukkelijk wordt gesteld dat diversiteit an sich niet als probleem wordt beschouwd, maar de vraagstukken die voortkomen uit omgaan met diversiteit daarentegen wel.
DOCUMENT
Dit boek is een weerslag van een veelheid aan gesprekken tussen 2018 en 2023 met (oud-) studenten van de prebachelor voor vluchtelingstudenten van Hogeschool Utrecht. De prebachelor bestond uit een jaar voorbereiding op het studeren en werken in Nederland, waardoor doorstroom naar het hoger onderwijs, of naar passend werk mogelijk werd. De verhalen van deze studenten gaan over hun zoektocht in de Nederlandse samenleving. Hoe ze verder gaan met hun leven, zich concentreren op hun gezin of familie in het land van herkomst of elders of hier, nieuwe stappen zetten en proberen bij te dragen aan de samenleving die hen heeft opgenomen. Verhalen ook over de uitdagingen voor jonge mensen die ich moeten aanpassen aan een volledig ander onderwijssysteem. Veel mensen met een vluchtverleden inspireren anderen met hun doorzettingsvermogen en veerkracht. De vraag om hun verhaal te vertellen komt ook met risico's. Vluchtelingen zijn geen onderzoeksobjecten, (over)dragers van inspiratie en empathie. Door vluchtelingen herhaaldelijk te vragen om hun verhaal te vertellen over waarom ze hun toevlucht zochten, maken we hun vluchtelingidentiteit tot essentie. De vier onderzoekers in dit project 'Poort van Hoop', waarvan twee met een vluchtverleden, vonden het daarom van groot belang dat het onderzoek kennisgericht participatief was, zo wederkerig mogelijk, en dat helder was dat wat we met het onderzoek beoogden dat de studenten zelf iets aan de gesprekken konden hebben. De citaten van deze studenten geven een inkijk in hoe docenten, medestudenten en de onderwijsorganisatie een belangrijke rol spelen in hun ervaren welzijn.
DOCUMENT
In 1988 werden in Nederland de eerste islamitische basisscholen opgericht. Sindsdien liggen de scholen regelmatig onder vuur. Critici vrezen dat religieuze segregatie de sociale integratie van kinderen belemmert. Dit artikel laat daarentegen, op basis van de resultaten van eerder onderzoek, zien hoe islamitische scholen kunnen bijdragen aan het wederzijdse proces van sociale integratie in de Nederlandse pluriforme samenleving. Verschenen in Religions, 13: 849.
MULTIFILE
Gemeenten hebben maatschappelijke taken en verantwoordelijkheden, speciaal de zorg voor openbare orde en veiligheid. De samenleving digitaliseert en dus doen gemeenten nu hun werk in een digitaliserende samenleving. Daarop moeten zij zich instellen. Gemeenten zijn sinds ongeveer 2013 bezig met een inhaalslag op dit vlak. De eerste fase in zo’n proces is bewustwording. Inmiddels hebben gemeenten vooral door online aangejaagde ordeverstoringen gezien welke rol de online wereld reeds speelt in openbare orde en veiligheid − én dat dit om aanpassingen vraagt. Gemeenten moeten hun typische gemeentetaken, dus hun werk aan openbare orde en veiligheid, nu doen in een digitale context. Daarover gaat dit essay. Meer in het bijzonder gaat het over een specifieke stap in deze ontwikkeling: een handelingskader dat ‘digibewuste’ gemeenten kunnen gebruiken bij het ontwikkelen van concrete werkwijzen.
DOCUMENT
Deze rede gaat over het verrichte werk en de eerste vervolgplannen van het NHL Stenden Thorbecke Academie lectoraat ‘Bestuur in een Digitaliserende Samenleving’. Dit lectoraat werkt actief samen en vormt samen met het lectoraat ‘digitale weerbaarheid van mens en organisatie’ en de cross-over ‘digital citizenship’ de onderzoeksgroep Cybersafety.
DOCUMENT
Een superdiverse samenleving biedt nieuwe kansen, maar ‘super’ verwijst niet zozeer naar super goed als wel naar super complex. Toekomstig onderzoek naar praktijken van burgerschap en diversiteit staat daarom voor grote uitdagingen. De eerste uitdaging betreft ons taalgebruik. Ik stel voor dat we als onderzoekers voortaan het bijvoeglijk naamwoord ‘cultureel’ zoveel mogelijk vermijden. We kunnen constateren dat het bij Surinaamse gezinnen de gewoonte is om in huis je schoenen uit te doen, of dat Nederlanders gehecht zijn aan de traditie van Sinterklaas. Maar wat voegt de mededeling dat het gaat om een culturele gewoonte of traditie aan deze beweringen toe? Niets anders dan de suggestie dat die gewoonte of traditie veroorzaakt zou worden door een onderliggende Surinaamse of Nederlandse cultuur, terwijl het er alleen maar een (helemaal niet zo essentieel) onderdeel van uit maakt. Een tweede uitdaging is een epistemische uitdaging. In het onderzoek naar omgangsvormen in de grootstedelijke samenleving moeten we, naast aandacht voor de relatie tussen immigranten en de autochtone bevolking, veel meer aandacht gaan besteden aan de relaties tussen immigrantengroepen onderling: onder welke voorwaarden ontstaan vruchtbare samenwerkings- en samenlevingsverbanden, en hoe te voorkomen dat groepen tegenover elkaar komen te staan? Welke symbolische en materiële machtsverhoudingen ontwikkelen zich, en welke rol spelen hierbij factoren als inkomen, opleiding, taal, religie en habitus? Het lijkt erop dat voor het begrijpen van deze sociale dynamiek zowel het conceptuele raamwerk van gevestigden en buitenstaanders van Elias en Scotson, als de noties van economisch, sociaal en cultureel kapitaal van Bourdieu nog steeds heel bruikbaar zijn. De derde, en misschien wel grootste uitdaging is een normatieve uitdaging. Op grond van de hier voorgestelde constructivistische conceptie van cultuur kunnen we constateren dat het geen enkele zin heeft om de vraag te stellen of ‘een cultuur’ in zijn geheel moreel beter of minder is dan andere culturen. Het is daarentegen uitermate zinvol, zelfs noodzakelijk, dat we een bepaalde traditie of praktijk onder de loep nemen, en gezamenlijk exploreren hoe rechtvaardig of hoe waardevol deze (nog) is binnen de nieuwe verhoudingen van een superdiverse samenleving. Bestuurders, beleidsmakers en professionals kunnen een positieve bijdrage leveren aan de onderlinge integratie in majority-minority steden, aan de verbetering van verstandhoudingen op de werkvloer, in het onderwijs, de gezondheidszorg, het publieke debat of de openbare ruimte, wanneer ze hun rol als normatieve professional serieus nemen. Het recente debat over de rol van de figuur van zwarte Piet in de Nederlandse Sinterklaas traditie is, hoe pijnlijk ook, een mooi voorbeeld hiervan. Een ander zinvol initiatief aan De Haagse Hogeschool is de start van een ‘dilemmabank’ een interactieve databank waar medewerkers, aan de hand van het (in overleg met veel betrokkenen ontwikkeld) Handelingskader Diversiteit, dilemma’s en oplossingen uit hun eigen praktijk kunnen indienen: als bron van discussie en reflectie.
DOCUMENT
Iedereen leest tegenwoordig 'LINDA.'. En dat is snel gegaan. Van alle Nederlandse mediamerken is dit het enige dat zo snel, zó succesvol is geworden. Hoe is het mogelijk, vroeg Chris van der Heijden zich af. Het zegt iets over onze tijd, maar wat? In 'Spiegelzaal van onze tijd' laat Van der Heijden zien dat de groei van LINDA. samenhangt met een verschuiving in de Nederlandse journalistiek. In plaats van politiek, economie en maatschappij staan steeds vaker "zacht-journalistieke" onderwerpen centraal als sport, mode, eten, reizen en spiritualiteit. In plaats van aandacht voor de publieke zaak kwam belangstelling voor de persoonlijke zaak, het individu. Deze verschuiving in de journalistiek weerspiegelt een verandering in de samenleving: wie LINDA. kent, kent het huidige Nederland.
DOCUMENT
Wat hebben maatschappelijk werkers, leraren in het middelbaar onderwijs, ondernemers in een grootstedelijke winkelstraat, schoonmakers in een verzorgingstehuis en hbo studenten in de Randstad met elkaar gemeen? Dat ze werken en leren in een omgeving waar 'autochtone' Nederlanders niet meer vanzelfsprekend in de meerderheid zijn. Integratie is hier een zaak van een samenleving van minderheden geworden. (Hoe) lukt het mensen om in zo'n 'superdiverse' omgeving relaties aan te gaan over de grenzen van hun 'eigen' groep heen: op welke terreinen vinden ze elkaar, en wanneer stokt de communicatie? En welke rol spelen verschillen in cultuur hier eigenlijk bij? Dit boek bevat het verslag van een aantal casestudies naar alledaagse omgangsvormen in de grootstedelijke samenleving, verricht door onderzoekers verbonden aan het lectoraat Burgerschap en Diversiteit van De Haagse Hogeschool.
DOCUMENT
De brede school is niet meer weg te denken uit het Nederlandse onderwijslandschap. Daarmee verandert de plaats van de school in de samenleving. Dit hoofdstuk gaat over de veranderingen in de verhoudingen tussen school met ouders, met de buurt en met andere professionele voorzieningen . De auteur laat zien dat het van belang is dat de samenwerking gedragen wordt door een pedagogische visie op het wat en waartoe van opvoeding en onderwijs.
LINK
GasTerra is, als exclusieve verkoper van het gas uit de Groningse bodem, een cruciale ketenpartner in de energiesector in Nederland. Om deze strategische positie goed te kunnen vormgeven wil GasTerra de beeldvorming in de Nederlandse samenleving over gas en GasTerra analyseren. Men wil inzicht in of en hoe de rol van gas in de Nederlandse samenleving besproken wordt. GasTerra vraagt daartoe naar een verdiepende analyse van de vorming van de publieke opinie rondom de positie en het imago van gas en GasTerra in het bijzonder. Het lectoraat Communication & Sustainable Society van de Hanzehogeschool Groningen heeft opdracht gekregen onderzoek te verrichten. Een verdiepende discoursanalyse naar de kracht en werking van frames moet inzicht geven en richting geven aan de tone of voice die GasTerra hanteert in haar communicatiestrategie. Ook is er een Rapid Evidence Assessment uitgevoerd om inzicht te verkrijgen in de meest actuele wetenschappelijke stand van zaken rond het gasdebat en opvattingen daaromtrent.
DOCUMENT