Het meeste vlees dat Nederlanders eten wordt niet duurzaam geproduceerd. Veel productie leidt tot overbemesting, kost veel water en gaat ten koste van de biodiversiteit en het landschap, terwijl dierenwelzijn niet per se is geborgd. Hogeschool Van Hall Larenstein participeerde binnen het onderzoek ‘Dierzaam’ van de Hogeschool Utrecht. Het project zocht naar marketingstrategieën die consumenten verleiden om over te stappen naar meer duurzaam geproduceerd vlees. In dit whitepaper beschouwt Van Hall Larenstein (VHL) de kansen in de keten vanuit het perspectief van de boer. Hiervoor bestudeerden onderzoekers literatuur en inspirerende voorbeelden. Meer aandacht voor dierenwelzijn zal leiden tot extensivering van de veehouderij. De milieubelasting van vlees wordt bepaald op veel criteria, de uitkomsten verschillen per diersoort en voor traditioneel of organische houderijsystemen. Over het algemeen zijn kip- en varkensvlees minder milieu belastend dan rundvlees. Echter, varkens en kippen eten weer meer granen die wereldwijd voor mensen belangrijk zijn en rundvee kan daarentegen op grasland leven. Voor de omschakeling naar duurzame vleesvee houderij is een systeemverandering nodig waar álle partijen een rol in hebben. De boer moet voldoen aan de vele normen en heeft deskundigheid nodig. Sociale media kunnen een transparante communicatie tussen boer en consument ondersteunen. De supermarkt en de slager kunnen het eigen assortiment kiezen en meer communiceren en informeren en de consument maakt uiteindelijk de keuze in de winkel. De overheid moet zich actiever opstellen in markt- en prijsbeleid. Boeren staan onder druk door enerzijds maatschappelijke eisen en aan de andere kant de kostprijs van duurzame productie. Een eerlijk en duurzaam verdienmodel voor de boer vereist een hogere vleesprijs, gecombineerd met betalingen van de boer voor maatschappelijke (ecosysteem)diensten.
DOCUMENT
OBJECTIVE: To assess the reliability and validity of a shortened version of the Rainbow Model of Integrated Care (RMIC) measurement tool (MT). The original version of the measurement tool has been modified (shortened) for the Australian context.DESIGN: Validation of the psychometric properties of the RMIC-MT.SETTING: Healthcare providers providing services to a geographically defined rural area in New South Wales (NSW), Australia.PARTICIPANTS: A sample of 56 healthcare providers providing mental and physical healthcare.MAIN OUTCOME MEASURES: The psychometric properties of the tool were tested using principal component analysis for validity and Cronbach's alpha for reliability.RESULTS: The tool was shown to have good validity and reliability. The 35 items used in the shortened version of the tool were reduced to 29 items grouped into four dimensions: community-governance orientation, normative integration, functional integration and clinical-professional coordination.CONCLUSIONS: The shortened version of the RMIC-MT is a valid and reliable tool that evaluates integrated care from a healthcare provider's perspective in NSW, Australia. In order to assess the tool's appropriateness in an international context, future studies should focus on validating the tool in other healthcare settings.
DOCUMENT
In dit rapport worden de verspreiding en habitatseigenschappen van de oliekever rondom het Haringvliet beschreven. Aanvullend is er een vragenonderzoek gedaan bij diverse experts en liefhebbers van oliekevers in het buitenland om meer informatie te verkrijgen over het soort habitat, de habitatbescherming en onderzoek naar de oliekever in de omringende landen. Het doel van dit alles is om een duidelijker beeld te krijgen van factoren in de verspreiding en welke kenmerken van de vegetatie hierbij mogelijk een rol spelen. De hoeveelheid literatuur over de oliekever is beperkt, vandaar ook dat de informatie van de benaderde personen in het buitenland bijdraagt aan de kennis over deze soort.
DOCUMENT
Publicatie bij de rede, uitgesproken bij de aanvaarding van de functie van lector Toegankelijkheid van het Recht aan Hogeschool Inholland te Rotterdam op 18 september 2018.
DOCUMENT
Onze samenleving is sterk gedigitaliseerd. Het internet is de arena waarin wij werken, onze financiën regelen, boodschappen doen, waar ons sociale leven plaatsvindt en we liefde zoeken.1 Als gevolg van deze digitalisering is cybercriminaliteit in toenemende mate een probleem. De prevalentie van deze ‘nieuwe’ vormen van criminaliteit overstijgt inmiddels de ‘traditionele’ vormen van criminaliteit. Statistieken over de gehele wereld laten een vergelijkbaar beeld zien. Onderzoek laat zien dat slachtoffers van cybercriminaliteit negatieve (financiële, psychologische en emotionele) gevolgen ondervinden (bijv. Cross e.a. 2016; Jansen & Leukfeldt 2018; Worsley e.a. 2017; Reyns & Randa 2015). Deze gevolgen worden geregeld versterkt door onbegrip voor het slachtoffer, gebrek aan ondersteuning (Worsley e.a. 2017; Cross e.a. 2016; Notté e.a. 2020) en onvoldoende kennis en mogelijkheden vanuit de politie en justitie om zaken succesvol aan te pakken (Leukfeldt e.a. 2013a; 2013b; 2018). Het bestaande slachtofferbeleid is gebaseerd op kennis over en onderzoek naar de ervaringen van slachtoffers van offline criminaliteit (zie bijv. Leukfeldt e.a. 2018). Het is van belang om meer kennis over deze vormen van slachtofferschap te genereren en te delen over de hele linie van wetenschap, beleid, opsporing, vervolging en ondersteuning.
DOCUMENT
Het tekort aan handjes in de accountancy neemt toe. Tegelijk groeit de maatschappelijk druk om bedrijven zo goed mogelijk te controleren, om te zorgen dat ze financieel, fiscaal en qua duurzaamheid in de pas blijven lopen met de (toenemende) regelgeving. Gelukkig komt er steeds meer technologie voorhanden die de accountant kan helpen bij het controleren van de boeken, schetst Eric Mantelaers, hoofd Bureau Vaktechniek, RSM Accountants. Medio juni is hij aan de Open Universiteit gepromoveerd op zijn proefschrift ‘An evaluation of technologies to improve auditing’.
LINK
In deze afscheidsrede worden verschillende onderwijsthema’s en onderzoeken besproken die in een lectoraatsperiode van 2004 tot 2018 de revue zijn gepasseerd. De kern van het onderzoeksprogramma was, met accentverschillen in de loop der jaren, opgebouwd rond een aantal thema’s, die in dit boek aan de orde komen: − Maatschappelijke, culturele en persoonlijke vorming (Bildung & burgerschap); − Pedagogisch klimaat en omgaan met verschillen; − Samen pedagogisch handelen (ouders, brede school, IKC); − Activerend, onderzoekend en ontwerpend leren. Daarnaast is er aandacht voor onderzoek in en samen met het werkveld, opleiden in de school en beroepsvorming.
DOCUMENT
Staat, markt en burgermaatschappij als samenstellende delen van de conceptuele driehoek.
DOCUMENT
Background: The substitution of healthcare is a way to control rising healthcare costs. The Primary Care Plus (PC+) intervention of the Dutch ‘Blue Care’ pioneer site aims to achieve this feat by facilitating consultations with medical specialists in the primary care setting. One of the specialties involved is dermatology. This study explores referral decisions following dermatology care in PC+ and the influence of predictive patient and consultation characteristics on this decision. Methods: This retrospective study used clinical data of patients who received dermatology care in PC+ between January 2015 and March 2017. The referral decision following PC+, (i.e., referral back to the general practitioner (GP) or referral to outpatient hospital care) was the primary outcome. Stepwise logistic regression modelling was used to describe variations in the referral decisions following PC+, with patient age and gender, number of PC+ consultations, patient diagnosis and treatment specialist as the predicting factors. Results: A total of 2952 patients visited PC+ for dermatology care. Of those patients with a registered referral, 80.2% (N = 2254) were referred back to the GP, and 19.8% (N = 558) were referred to outpatient hospital care. In the multivariable model, only the treating specialist and patient’s diagnosis independently influenced the referral decisions following PC+. Conclusion: The aim of PC+ is to reduce the number of referrals to outpatient hospital care. According to the results, the treating specialist and patient diagnosis influence referral decisions. Therefore, the results of this study can be used to discuss and improve specialist and patient profiles for PC+ to further optimise the effectiveness of the initiative.
DOCUMENT
Onderzoek wijst uit dat een groene omgeving een positieve invloed heeft op de gezondheid en het mentale welzijn van de mens. Het stimuleert mensen om meer te bewegen, wat in de maatschappij van tegenwoordig van groot belang is. Het stimuleren van menselijke activiteit kan gecombineerd worden met een ander probleem: de afname van biodiversiteit in Nederland. Almere is een snelgroeiende stad, waarbij de biodiversiteit en de natuurbeleving van mensen niet vergeten mag worden. Door Almere van meer groen te voorzien kan er rekening gehouden worden met een aantrekkelijke en biodiverse omgeving, zodat mens en natuur hiervan profiteren. In dit onderzoek gaat het om het verhogen van de biodiversiteit en de natuurbeleving langs de fietsroute Rondje Weerwater.
DOCUMENT