In deze rede wordt besproken hoe het lectoraat de beroepsbeoefenaars in het verpleegkundig domein wil ondersteunen en wil bijdragen aan het vormgeven van verpleegkundig leiderschap en ieders professionele eigenheid. De titel van de rede ‘Notes on Nursing 2.0’ wil vooral de noodzaak tot deze veranderingen in het verpleegkundig domein benadrukken. Niet door te veronderstellen dat er niets is veranderd in zorg en verpleegkunde sinds de tijd van Nightingale. Dat is er wel. Opgeleid worden tot een professie in het beroepsdomein is niet alleen een vanzelfsprekendheid maar een eis. Het kennisdomein van de zorg en verpleegkunde heeft zich in verpleegkundige diagnostiek en standaarden verregaand ontwikkeld. Verplegingswetenschappelijk onderzoek, waar Nightingale ooit als eerste vrouwelijke statisticus in het Brits Koninkrijk mee startte, heeft zich een vaste plek in onderwijs en praktijk verworven. Van betekenis willen zijn voor anderen vanuit compassie is nog steeds de beroepsmotivatie, maar van een onderdanige dienstbaarheid is geen sprake meer (Cingel van der, 2012). Tegelijkertijd is in de dagelijkse praktijk volmondig leiderschap nog geen vanzelfsprekend en hapert een optimale beroepsuitoefening door een te lang vastgehouden gelijkheidsprincipe van verschillend opgeleide verzorgenden en verpleegkundigen. Dat is de noodzaak tot verandering waaraan deze 2.0 versie ‘Aantekeningen over het Verplegen’ en het lectoraat de komende jaren wil bijdragen. In hoofdstuk 1 wordt via de metaforen in het verhaal 'De kat die naar de koning keek' de visie op emancipatoir actieonderzoek en de veranderkundige principes beschreven die het lectoraat zal inzetten. Hoofdstuk 2 bevat de aanleiding, missie en onderzoekslijnen die met elkaar samenhangen binnen het lectoraat. In hoofdstuk 3 en 4 wordt ingegaan op de thema's identiteit en leiderschap, waarbij de onderlinge samenhang met de professionele beroepsuitoefening en het ontwikkelen van een onderzoekscultuur wordt besproken. Daarnaast worden specifieke aspecten behandeld die de praktijk en werkcultuur van vandaag beïnvloeden, en wordt beschreven hoe het lectoraat concreet bijdraagt aan de ontwikkeling van verpleegkundig leiderschap en de vorming van de beroepsidentiteit in het betreffende domein. Hoofdstuk 5 bevat een samenvatting van de principes waarop het onderzoeksprogramma is gebaseerd, evenals informatie over lopende en toekomstige projecten. In hoofdstuk 6 vindt u achtergrondinformatie over de lector en de leden van de kenniskring.
Most nurse leadership studies have concentrated on a classical, heroic, and hierarchical view of leadership. However, critical leadership studies have argued the need for more insight into leadership in daily nursing practices. Nurses must align their professional standards and opinions on quality of care with those of other professionals, management, and patients. They want to achieve better outcomes for their patients but also feel disciplined and controlled. To deal with this, nurses challenge the status quo by showing rebel nurse leadership. In this paper, we describe 47 nurses’ experiences with rebel nurse leadership from a leadership-as-practice perspective. In eight focus groups, nurses from two hospitals and one long-term care organization shared their experiences of rebel nurse leadership practices. They illustrated the differences between “bad” and “good” rebels. Knowledge, work experience, and patient-driven motivation were considered necessary for “good” rebel leadership. The participants also explained that continuous social influencing is important while exploring and challenging the boundaries set by colleagues and management. Credibility, trust, autonomy, freedom, and preserving relationships determined whether rebel nurses acted visibly or invisibly. Ultimately, this study refines the concept of rebel nurse leadership, gives a better understanding of how this occurs in nursing practice, and give insights into the challenges faced when studying nursing leadership practices.
Deze casestudie geeft inzicht in verschillende soorten kennis die kenmerkend zijn voor applied design research. Er wordt onderscheid gemaakt tussen kennis over de huidige situatie, over wenselijke alternatieven en over effectieve oplossingen om daar te komen. Ofwel, kennis hoe het is, kennis over hoe het kan zijn en kennis over hoe het zal zijn als we effectieve oplossingen toepassen. Elk van deze soorten kennis heeft andere kwaliteitscriteria.
To optimize patient care, it is vital to prevent infections in healthcare facilities. In this respect, the increasing prevalence of antibiotic-resistant bacterial strains threatens public healthcare. Current gold standard techniques are based on classical microbiological assays that are time consuming and need complex expensive lab environments. This limits their use for high throughput bacterial screening to perform optimal hygiene control. The infection prevention workers in hospitals and elderly nursing homes underline the urgency of a point-of-care tool that is able to detect bacterial loads on-site in a fast, precise and reliable manner while remaining with the available budgets. The aim of this proposal titled SURFSCAN is to develop a novel point-of-care tool for bacterial load screening on various surfaces throughout the daily routine of professionals in healthcare facilities. Given the expertise of the consortium partners, the point-of-care tool will be based on a biomimetic sensor combining surface imprinted polymers (SIPs), that act as synthetic bacterial receptors, with a thermal read-out strategy for detection. The functionality and performance of this biomimetic sensor has been shown in lab conditions and published in peer reviewed journals. Within this proposal, key elements will be optimized to translate the proof of principle concept into a complete clinical prototype for on-site application. These elements are essential for final implementation of the device as a screening and assessment tool for scanning bacterial loads on surfaces by hospital professionals. The research project offers a unique collaboration among different end-users (hospitals and SMEs), and knowledge institutions (Zuyd University of Applied Sciences, Fontys University of Applied Sciences and Maastricht Science Programme, IDEE-Maastricht University), which guarantees transfer of fundamental knowledge to the market and end-user needs.