Op verzoek van de Tweede Kamer der Staten-Generaal heeft het Lectoraat Weerbare Democratie van Hogeschool Saxion verdiepend onderzoek gedaan naar ervaren regeldruk bij mkb-bedrijven. Doel van het onderzoek is: -Een verdiepend inzicht in de beleving van regeldruk bij mkb-bedrijven; -Een nadere specificatie van knelpunten bij regeldruk binnen te onderscheiden managementgebieden; en -Een inventarisatie van door mkb-ondernemers aangedragen mogelijkheden tot vermindering van ervaren regeldruk. Verdeeld over 10 branches zijn 4 ondernemers per branche geselecteerd om hen te interviewen. Op basis van het onderzoek zijn de nodige onderwerpen geïdentificeerd ten aanzien waarvan regeldruk wordt ervaren. Van de 26 vooraf in kaart gebrachte onderwerpen werden (o.a.) de volgende het vaakst genoemd (in willekeurige volgorde): • ziekte en verzuim(-beleid)• uitstroom van personeel (opzegging, ontbinding van arbeidsovereenkomsten)• ICT-informatiebeveiliging en bescherming van persoonsgegevens• overheidsvergunningen• verzekeringen• contacten met de belastingdienst en regels omtrent belastingen• regels omtrent aanbestedingen, staatssteun en subsidies Door ondernemers genoemde oorzaken voor ervaren regeldruk en mogelijke oplossingen om regeldruk te verminderen worden in rapport toegelicht.
MULTIFILE
‘Zachte’ factoren, zoals een gezonde werkomgeving, tellen even zwaar of zelfs zwaarder mee voor circulaire bedrijven dan harde kenmerken als infrastructuur of water, blijkt uit onderzoek van EUR/UPT en Rienstra Beleidsonderzoek en Beleidsadvies. En dat is een opmerkelijke verandering, zegt Cees-Jan Pen, lector Ondernemende regio aan hogeschool Fontys.
LINK
Al meer dan honderd jaar zijn bedrijventerreinen dé aangewezen locatie om te ondernemen en te produceren. In Nederland zorgen zo’n 3.500 terreinen (> 80.000 hectare) voor meer dan 30% van de werkgelegenheid. Bedrijventerreinen zijn voor de Nederlandse economie van groot belang en vertegenwoordigen een ongekend, maar zwaar onderschat circulair potentieel. Grote effecten zijn te bewerkstellingen op het gebied van de circulaire economie, o.a. door het sluiten van materiaalstromen1. Dit potentieel krijgt echter vanuit overheidswege nauwelijks aandacht. Zo wordt in het Klimaatakkoord (2019) met geen woord gerept over circulariteit op bedrijventerreinen en in de dertig Regionale-Energie-Strategieën, die hieraan uitvoering geven, komen circulaire bedrijventerreinen amper terug. Het organiseren van publiek-private krachtenbundeling op bedrijventerreinen is essentieel voor het aanboren van de circulaire potentie. De rolinvulling van de lokale beleidsmedewerker werklocaties (zoals de EZ/RO-ambtenaar, accountmanager bedrijventerreinen en projectleider duurzaamheid) is echter weerbarstig. Enerzijds is het een zoektocht naar operationalisering van het concept circulaire bedrijventerreinen. Anderzijds moet het oorspronkelijk vooral inhoudelijke profiel worden verbreed naar een rol als innovatieve aanjager/procesmanager. Betrokken beleidsmedewerkers missen echter de juiste vaardigheden en tools voor een praktische aanpak om samen met ondernemers tot resultaten te komen. Dit geldt ook voor de hbo-opleidingen, als kraamkamer voor deze professionals. De circulaire potentie van bedrijventerreinen wordt daardoor onderbenut. De volgende vraagstelling staat in RAAK-project SAMEN BETER centraal: “Hoe kan de lokale beleidsmedewerker een effectieve katalysator worden om de circulaire potentie van bedrijventerreinen te benutten in co-creatie met relevante stakeholders?” Fontys Hogescholen en de Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN) willen met 9 gemeenten, 3 provincies, ondernemersorganisaties en bedrijventerreinenexperts de rol van de publieke professional versterken. Het consortium beoogt ontwikkeling van kennis en kunde, integrale besliskaders en op maat gemaakte procesvormen om realisatie van circulaire bedrijventerreinen een stap dichterbij te brengen. Het project wordt gesteund door lokale werkgeversorganisaties, parkmanagementorganisaties en bedrijventerreinverenigingen.
Mkb-ondernemers in zwaar weer zoeken te laat hulp. Hierdoor gaat met het verval van hun onderneming, de directe kosten hiervan voor de maatschappij ook veel innovatiekracht in het mkb verloren. Dit geldt met name voor ondernemingen met 10 tot 50 medewerkers die net de startersfase voorbij zijn. In het project ‘Signaleer snel symptomen & voorkom verder verval’ wordt met netwerkactiviteiten verkend hoe deze mkb-bedrijven zelf vroegtijdig hun continuïteitsproblemen kunnen signaleren om vervolgens snel en goedkoop ondersteuning van buiten te krijgen. De behoefte aan een dergelijk instrumentarium komt voort uit gesprekken die Hogeschool Rotterdam heeft gevoerd met twee hogescholen en zes mkb-ondernemingen. Deze partijen zijn tevens consortiumpartner in dit project of worden betrokken bij de uitvoering daarvan. Vernieuwend in dit project is de focus op bedrijven met 10 tot 50 medewerkers, dus bedrijven die de startersfase voorbij zijn, het vroegtijdig identificeren van de symptomen van hun bedrijfsfalen en de rol die de naaste medewerkers van de ondernemers kunnen spelen in de vroege signalering van deze symptomen. Het project sluit aan bij de huidige onderzoeksprojecten naar symptomen of oorzaken van bedrijfsfalen van Hogeschool Rotterdam en Hogeschool van Amsterdam. Het project sluit tevens aan bij het thema ‘Ondernemen: verantwoord en vernieuwend’ van de Vereniging Hogescholen. De bijdrage van de drie consortiumpartners aan het project is het opstellen van het programma, het werven van deelnemers en het modereren van groepsessies van de twee netwerkactiviteiten. Hogeschool Rotterdam draagt zorg voor de aansturing van het project, de organisatie van de netwerkactiviteiten en het schrijven van twee handreikingen die de basis vormen om te komen tot een aanvraag voor een vervolgonderzoek.