Welke expertise hebben lerarenopleiders nodig om met situaties van niet-weten om te gaan? Hoe kunnen zij hun onderzoekend vermogen hierbij inzetten en versterken? Deze vragen staan centraal in de workshop waarbij we als lerarenopleiders met elkaar aan de slag gaan over eigen situaties van niet-weten en eigen onderzoekend vermogen.In welke omgeving een lerarenopleider ook werkt, er zullen zich altijd onderwijssituaties voordoen waar het niet direct duidelijk is hoe je het beste kunt handelen om het gewenste resultaat te bereiken. Hoe handel je vanuit woorden én daden, hoe neem je als lerarenopleider de regie en toon je leiderschap? Wij noemen dit ‘situaties van niet-weten’ (Munneke, 2024). Er ontstaan situaties van ‘niet-weten’, waar de juiste handelingskennis niet voorhanden is. Wat weet of kan ik nog niet? Hoe kan ik deze (handelings)kennis op een passende manier verkrijgen en vertalen naar mijn dagelijkse praktijk?Onderzoekend vermogen helpt lerarenopleiders om regie te nemen en situaties van niet-weten te analyseren en de kennis te creëren die nodig is. In deze workshop gaan deelnemers concreet aan de slag aan de hand van situaties van niet-weten uit hun eigen praktijk. Tijdens de workshop krijgen ze handvatten om met deze situaties om te gaan en hun onderzoekend vermogen in te zetten.
Leraren krijgen in hun dagelijkse onderwijspraktijk regelmatig te maken met vragen waar geen pasklare antwoorden op zijn. Voor leraren met een stevig onderzoekend vermogen is het makkelijker om te gaan met de uiteenlopende kennisvragen die zich tijdens hun werk voordoen. Dit boek biedt studenten op de lerarenopleiding het gereedschap om onderzoekend vermogen te ontwikkelen. In drie delen komen er typische beroepssituaties aan bod, zoals het ontwerpen van lessen of het creëren van een veilig pedagogisch klimaat. Vragen die onder meer aan de orde komen zijn: hoe kom je tot de juiste onderzoeksvragen? Hoe bepaal je de passende grondigheid om die vragen te beantwoorden? Hoe doorloop je eventueel een onderzoekscyclus om te komen tot een antwoord? En wat betekenen de uitkomsten voor je handelen als docent? Al werkenderwijs krijg je daarbij diverse methoden van dataverzameling en -analyse aangereikt die makkelijk toepasbaar zijn in je werk als leraar. Onderzoekend vermogen ontwikkelen in je lerarenopleiding is geen handboek waarmee je leert om onderzoek te doen, maar een praktijkboek dat draait om hoe je als docent komt tot adequate, relevante en bruikbare antwoorden op vragen ter bevordering van je professionele ontwikkeling.
Het Samen Opleiden traject De Noord- Hollandse SamenScholing (NHS) is een samenwerking tussen pabo Inholland Alkmaar en vijf schoolbesturen in het primair onderwijs uit de regio. Het doel is om studenten op te leiden tot reflectieve, contextbewuste leraren. Dit opleiden gebeurt in een hybride leeromgeving waarin opleiding en werkveld samenwerken in leerteams. De op deze wijze opgeleide leraren benutten onderzoekend vermogen in hun dagelijks handelen om continue af te kunnen stemmen op wat leerlingen nodig hebben. Deze leerteams bestaan uit eersteen tweedejaarsstudenten, een instituuts- en een schoolopleider. Het lectoraat De Pedagogische Opdracht (DPO) van Inholland legde de theoretische basis voor het definiëren en bevorderen van de reflectieve en contextbewuste professionaliteit van de (aanstaande) leraren en voor het definiëren van de plaats en functie van onderzoekend vermogen in dit proces. Daarnaast volgden de onderzoekers van het lectoraat DPO de leerteams gedurende het eerste jaar om middels actieonderzoek te verkennen hoe reflectiviteit en contextbewustzijn bij studenten versterkt kan worden en hoe zij hiervoor hun onderzoekend vermogen kunnen benutten. Er is in kaart gebracht wat dit betekent voor het samen werken en leren in leerteams en wat dit betekent voor de rol van de lerarenopleider. In dit artikel gaan we allereerst dieper in op de concepten die in het ontwerp en de werkwijze van de leerteams als theoretische basis zijn benut. Vervolgens lichten we toe op welke wijze de onderzoekers met de lerarenopleiders in de leerteams hebben samengewerkt, hoe het proces is verlopen, welke keuzes zijn gemaakt en wat de inzichten zijn. De citaten die de theorie illustreren zijn afkomstig uit actieonderzoek dat onderzoekers van het lectoraat samen met de lerarenopleiders hebben verricht.
Wijkbewoners krijgen meer invloed in het vormgeven van de leefomgeving. Steeds vaker krijgen ze de mogelijkheid om het initiatief te nemen en werk over te nemen van professionals werkzaam in organisaties met publieke taken. Dit gaat echter niet vanzelf. Vandaar dat Versa Welzijn, het lectoraat Participatie & Stedelijke Ontwikkeling en het Mr. Roelsefonds de handen ineen willen slaan.Doel In dit project onderzoeken we op welke wijze het eigenaarschap en het onderzoekend vermogen van wijkbewoners kan worden vergroot met als doel de sociale basis en daarmee het welzijn en de gezondheid van mensen in de wijk te versterken. Resultaten We willen inzichtelijk maken in hoeverre en op welke manier het eigenaarschap en het onderzoekend vermogen van bewoners zich ontwikkelt. Dat kan zich bijvoorbeeld uiten in een grotere betrokkenheid van bewoners bij maatschappelijk uitdagende vraagstukken in de wijk. We ontwikkelen daarnaast handvatten om professionals die werkzaam zijn bij de gemeente en binnen de wijk te ‘scholen’ om een meer ondersteunende en faciliterende rol te nemen ten aanzien van bewonersinitiatieven. Looptijd 01 januari 2023 - 31 december 2027 Aanpak Het onderzoek bestaat uit twee fasen: In fase 1 van het project brengen we de context van Hilversum Zuidwest, specifiek met betrekking tot de inwonersgroepen die actief zijn, in kaart. Het doel van deze fase is om te onderzoeken (a) welke latente talenten en capaciteiten bij bewoners binnen de wijk aanwezig zijn, (b) welke netwerken van bewoners er reeds actief is en (c) welke initiatieven al ontplooid worden. Fase 2 van het project betreft het uitvoeren van participatief actieonderzoek samen mét bewoners en sociale professionals. Cofinanciering Het onderzoek wordt gesubsidieerd door het Mr Roelsefonds.
Wijkbewoners krijgen meer invloed in het vormgeven van de leefomgeving. Steeds vaker krijgen ze de mogelijkheid om het initiatief te nemen en werk over te nemen van professionals werkzaam in organisaties met publieke taken. Dit gaat echter niet vanzelf. Vandaar dat Versa Welzijn, het lectoraat Participatie & Stedelijke Ontwikkeling en het Mr. Roelsefonds de handen ineen willen slaan.
Binnen het project ‘Cirkelen rond je onderzoek’ gaan we aan de slag met een nieuwe aanpak voor het maken van een onderzoeksvoorstel. Centraal in de aanpak staat een model met de acht belangrijke invalshoeken waar aandacht aan besteed moet worden bij het schrijven van een goed onderzoeksplan. Ook is in de aanpak veel aandacht voor de inbreng van alle relevante betrokkenen, zoals ervaringsdeskundigen. We proberen een nieuwe aanpak “Cirkelen rond je onderzoeksopzet’ uit met zeven samenwerkingsverbanden in oprichting die ieder een eigen subsidievoorstel hebben geschreven. Wij begeleiden hen daarbij en we onderzoeken wat de effecten zijn van deze aanpak op het te ontwikkelen voorstel en op het samenwerkingsverband-in-oprichting zelf. Het onderzoek in Nederland op het terrein van gezondheid en zorg is van hoog niveau. Toch is verbetering mogelijk onder andere op de volgende drie punten (Janssens, 2016): onderzoeksvragen kunnen beter aansluiten bij de kwesties in de praktijk; de inclusie van voldoende cliënten; de resultaten worden nog onvoldoende in de praktijk toegepast. Een succesvolle strategie om deze problemen het hoofd te bieden, lijkt het uitvoeren van het onderzoek in een samenwerkingsverband van een groot aantal partijen die bij de praktijkkwestie zijn betrokken (Janssens, 2016). Succesvolle samenwerkingsverbanden ontstaan echter niet vanzelf. Er is een aantal succesfactoren en valkuilen waarmee rekening dient te worden gehouden (Janssens, 2016; Van der Linden, Cox, & Holleman, 2010; Wehrens et al., 2011): elke partner brengt zijn eigen belangen mee. In een goed functionerend samenwerkingsverband is er ruimte om in een veilige sfeer te praten over belangen, waarden en normen en afstemming te bereiken; in een vroeg stadium moeten afspraken over doelen en producten van het onderzoek op papier worden gezet; daarbij moet er ook aandacht zijn voor wat het samenwerkingsverband niet gaat doen om overbelasting van de partners te voorkomen; een enthousiaste projectleider die de partijen bij elkaar kan brengen en de energie kan hooghouden is van groot belang voor het welslagen van het netwerk; een onderzoek dat primair dient om de praktijk te dienen vraagt om een passende manier van onderzoek die zowel zorgt voor praktische resultaten als voor wetenschappelijk verantwoorde kennisontwikkeling. Zo’n onderzoek ontwerpen is vaak methodologisch uitdagend; lokale factoren spelen een grote rol bij het daadwerkelijk toepassen van de resultaten in de praktijk. Iedere context vraagt om een eigen veranderstrategie om onderzoeksresultaten onderdeel te laten worden van de werkprocessen van zorgprofessionals; dit heeft ook gevolgen voor wie als partners in het samenwerkingsverband worden betrokken. Zo kan het verstandig zijn lokale leidinggevenden erbij te betrekken om te werken aan draagvlak en gevoel van urgentie. Doel Met dit onderzoek streven we vier doelen na: Kennisdoel Het onderzoek heeft als doel kennis te ontwikkelen over de bijdrage van de aanpak ‘Cirkelen rond je onderzoek' aan het vormen van een samenwerkingsverband voor het indienen en uitvoeren van een onderzoek binnen het Programma Langdurige Zorg en Ondersteuning (LZO) en Gewoon Bijzonder (GB) van ZonMw. Daarbij wordt gekeken naar de volgende drie niveaus van samenwerking: inhoud proces relatie Veranderdoel Ons onderzoek heeft als doel verandering te helpen realiseren bij de samenwerkingsverbanden in oprichting maar ook willen we binnen ZonMw bijdragen aan een andere manier van werken. Professionaliseringsdoel Het onderzoek heeft als doel verschillende doelgroepen te ondersteunen bij het vergroten en versterken van kennis en vaardigheden: de leden van de samenwerkingsverbanden-in-oprichting te helpen om een samenwerkingsverband op te zetten en goede onderzoeksopzetten te ontwikkelen; medewerkers en commissieleden van ZonMw te helpen ondersteuning te bieden aan consortiumvorming en de ontwikkeling van passende onderzoeksdesigns en tevens de passendheid van onderzoeksvoorstellen beter te beoordelen. Ontwerpdoel Het onderzoek heeft als doel de volgende producten te ontwerpen: een proces bestaande uit vier workshops met individuele activiteiten ertussen, waarin potentiële leden van een consortium gezamenlijk een onderzoeksopzet ontwikkelen; hulpmiddelen die gebruikt kunnen worden tijdens dit proces voor het cirkelen rondom het onderzoek; een handreiking voor onderzoekers, commissieleden en ZonMw medewerkers voor het ontwikkelen van een passende onderzoeksopzet voor praktijkgericht onderzoek. Deze zal open access beschikbaar worden gemaakt. Resultaten De resultaten zijn te lezen op de projectpagina Cirkelen rond je onderzoek light. Looptijd 18 januari 2021 - 31 december 2023 Aanpak Onze aanpak voor het ontwikkelen van een onderzoeksopzet ‘Cirkelen rond je onderzoek’ (Andriessen & Ganzevles, n.d.) helpt samenwerkingsverbanden in oprichting bij het adresseren van bovenstaande invalshoeken. De aanpak is ontwikkeld op basis van een serie workshops die ZonMw en het Lectoraat Onderzoekend Vermogen van Hogeschool Utrecht in 2018 hebben gehouden en waarin prototypes van de aanpak zijn uitgeprobeerd. Centraal in de aanpak staat het idee dat je bij het ontwikkelen van een onderzoeksopzet moet kijken vanuit acht invalshoeken (zie afbeelding ..). Deze invalshoeken zijn belangrijk om te komen tot een onderzoek dat zowel wetenschappelijk valide resultaten oplevert als ook direct bijdraagt aan verbetering van de praktijk. In een serie van bijeenkomsten bespreken de consortiumpartners de invalshoeken en nemen ze gezamenlijk besluiten over de opzet van hun onderzoek. Meer informatie