Bij de Hogeschool van Amsterdam is een nieuwe aanpak ontwikkeld voor studenten pedagogiek in de afstudeerfase. De basis wordt gevormd door wekelijkse online meetings met relatief kleine groepen in een online leer-ontmoetingsruimte (afstudeercafé). De chat is 24/7 beschikbaar waardoor laagdrempelig contact met medestudenten en docenten mogelijk is. Studenten krijgen verschillende keuzemogelijkheden, waardoor zoveel mogelijk maatwerk wordt geleverd om een zo optimaal mogelijke mix te kunnen realiseren per student van online en aanvullend fysieke bijeenkomsten. De vragen die centraal staan zijn: is het online mogelijk om betrokkenheid te creëren? Wat hebben docenten nodig om in een online leer-ontmoetingsruimte hun studenten te begeleiden?
MULTIFILE
Infographic voor het realiseren van een online leer-ontmoetingsruimte.
MULTIFILE
Bij de Hogeschool van Amsterdam is een nieuwe aanpak ontwikkeld voor studenten pedagogiek in de afstudeerfase. De basis wordt gevormd door wekelijkse online meetings met relatief kleine groepen in een online leer-ontmoetingsruimte (afstudeercafé). De chat is 24/7 beschikbaar waardoor laagdrempelig contact met medestudenten en docenten mogelijk is. Studenten krijgen verschillende keuzemogelijkheden, waardoor zoveel mogelijk maatwerk wordt geleverd om een zo optimaal mogelijke mix te kunnen realiseren per student van online en aanvullend fysieke bijeenkomsten. De vragen die centraal staan zijn: is het online mogelijk om betrokkenheid te creëren? Wat hebben docenten nodig om in een online leer-ontmoetingsruimte hun studenten te begeleiden? Uit de resultaten blijkt dat betrokkenheid online goed gerealiseerd kan worden. Studenten helpen en ondersteunen elkaar en delen kennis en ervaringen via een laagdrempelige chat. De tijd- en plaatsonafhankelijke begeleiding wordt als flexibel, inclusief en efficiënt ervaren. Docenten hebben een open, verbindende en actieve houding nodig in een rol als online coach. Door een deel van de docenten wordt deze rol als lastig ervaren. Studenten geven aan dat het combineren van de studie met persoonlijke omstandigheden, zoals een baan, gezin, ziekte, psychische problematiek, functiebeperking of mantelzorg, door de flexibele vorm beter mogelijk is. De werkwijze kan een aanvulling vormen op bestaande manieren om studenten toegankelijk en inclusief onderwijs te bieden.
MULTIFILE
In een verkennende pilot is onderzocht welke ervaringen studenten pedagogiek van de Hogeschool van Amsterdam, met vertraging in de afstudeerfase, hebben met deelname aan een online leer-ontmoetingsruimte (het afstudeercafé). De aanleiding voor het project is dat langstudeerders door allerlei belemmeringen, persoonlijke problematiek, of de combinatie met andere verplichtingen, soms niet in staat zijn onderwijs te volgen en de binding met medestudenten en de opleiding kwijt raken. Actuele ontwikkelingen zoals flexibilisering en maatwerk roepen nieuwe vragen op ten aanzien van studentbinding. Ook de vermindering van face-to-face contacten ten gunste van online onderwijs roept vragen op over de impact daarvan op de betrokkenheid en over manieren om die betrokkenheid te versterken.In het schooljaar 2020-2021 is samen met studenten pedagogiek van de Hogeschool van Amsterdam onderzocht of betrokkenheid ook online tot stand kan komen. Met vertraagde studenten in de afstudeerfase is een online leer-ontmoetingsruimte (het afstudeercafé) ontworpen. De vraagstelling is door Corona aangepast en luidt: Aan welke kenmerken moet een online leer-ontmoetingsruimte voldoen om bij bachelor- en masterstudenten pedagogiek van de Hogeschool van Amsterdam, met vertraging in de afstudeerfase, de betrokkenheid bij medestudenten en de opleiding te bevorderen?Er werd een 24/7 bereikbare online leer-ontmoetingsruimte (het ‘afstudeercafé’) gecreëerd waarin vijf stadia uit het vijfstadiamodel van Salmon (2013) de basis vormen voor zowel studie als ontmoeting. Hiervoor is de digitale leeromgeving [DLO] Brightspace – die gericht is op informatieoverdracht en inrichting van courses – gecombineerd met een omgeving die ontmoeting en samenwerking faciliteert, Microsoft Teams. Deze gecombineerde omgeving is uitgeprobeerd in twee groepen langstudeerders, een mastergroep (N=8) en een bachelorgroep (N=11). Voor beide groepen werd een eigen afstudeercafé gestart, waarin kon worden samengewerkt met studenten aan ontmoeting, kennisdeling, peerfeedback en verantwoordelijkheid voor het afstudeerproces. De basis werd gevormd door vaste wekelijkse meetings. Alle interactieve onderdelen zoals groeps- en privéchats en videocalls vonden plaats binnen de Teamsomgeving, terwijl de gekoppelde Brightspace de omgeving was waar kennis over relevante onderwerpen kon worden nagezocht. Door middel van negentien interviews, data gegenereerd uit videocalls, groeps- en privéchats en een vragenlijst zijn succesfactoren in kaart gebracht voor het construeren van een online leer-ontmoetingsruimte.Uit de resultaten bleek dat bij alle studenten sprake is van belemmeringen zoals psychische problematiek, stress, faalangst, levensgebeurtenissen, mantelzorg, of combinatie van studie met gezin, ziekte of werk. Een aanzienlijk deel van de studenten kampte met schaamtegevoelens over de vertraging van de studie. Vrijwel alle studenten gaven aan het online onderwijs als een uitkomst te zien. Het bleek dat de relatie met medestudenten en docent online goed tot stand kwam. Studenten namen initiatieven tot samenwerking en kennis delen en spraken af in het afstudeercafé buiten de vaste meetings. De deelname leidde tot meer betrokkenheid bij de opleiding en bij medestudenten en de verantwoordelijkheid voor het afstudeerproces nam toe. De rol van de docent werd online meer coachend.De resultaten van dit project geven inzicht in wensen en behoeftes met betrekking tot flexibilisering en het gebruik van een 24/7 bereikbare online leer-ontmoetingsruimte. Op basis van de ervaringen is het combineren van Brightspace met Teams opgeschaald binnen de HvA. Er is een handreiking ontwikkeld die docenten kunnen gebruiken voor het realiseren van een online leer-ontmoetingsruimte. Aanbevolen wordt het onderzoeken van het concept in verschillende contexten met verschillende docenten.
MULTIFILE
Bij studenten pedagogiek van de Hogeschool van Amsterdam is in het schooljaar 2020-2021 een nieuwe aanpak voor langstudeerders uitgeprobeerd.1 2 De aanleiding voor de nieuwe aanpak was de constatering dat veel langstudeerders niet fysiek deelnemen aan het onderwijs of uitvallen. Voor deze studenten valt de sociale structuur vaak weg, omdat er geen vaste groepsbijeenkomsten meer zijn en docenten vaak van studenten verwachten dat ze zelf hun studievoortgang bewaken. Juist deze groep lijkt baat te hebben bij een structuur die hen helpt om betrokken te blijven bij hun docenten en medestudenten. Het idee ontstond al voor corona om voor én met deze studenten een online platform te creëren (het online afstudeercafé), waardoor zij mogelijkheden zouden krijgen voor online begeleiding bij het afstuderen en ontmoeting met andere studenten. Acht master- en elf bachelorstudenten hebben deelgenomen aan het in coronatijd volledig online uitgevoerde project. Het 24/7 bereikbare online afstudeercafé biedt langstudeerders een mogelijkheid om de studie vol te houden, op te pakken of af te ronden. Het café werd als laagdrempelig ervaren. Uit de ervaringen bleek verder dat de relatie met medestudenten en docent online goed tot stand kwam. Studenten gaven aan elkaar beter te kennen dan in een fysieke klas, zij deelden kennis en kregen grip op hun afstuderen. De rol van de docent als e-moderator is cruciaal voor het succes van het online platform.
DOCUMENT
De ANSE Summer Online Special ‘Two days of the new normal’ vond plaats op 19 en 20 augustus 2021. De organisatie verzorgde het programma volledig online vanuit een (fysiek) pand in Zwolle, met keynotes en workshops via Zoom. ‘Experimental online networking’ vond plaats via Wonder.me. Nederland was prominent aanwezig, zowel in de organisatie (Rijer Jan van ’t Hul), bij de keynotes (Sijtze de Roos) als door het verzorgen van een workshop (Adrianne van Doorn). Er waren 120 deelnemers uit maar liefst 19 Europese landen (en zelfs een deelnemer uit Rusland). Vooral Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland en de Baltische staten bleken goed vertegenwoordigd. Jetty de Groot, Annette Perino en Fer van den Boomen van de Commissie Vakontwikkeling (CVO) van de LVSC namen ook deel. We zoomen in dit artikel eerst in op onze eigen belevingen als deelnemer aan de online conferentie, zoomen dan met een hele grote beweging uit naar technische ontwikkelingen die wij in ons eigen leven hebben meegemaakt en keren dan terug naar onze ervaringen als professionele begeleiders – en omdat we alle drie ook professionele begeleiders opleiden, ook als docent – tijdens het afgelopen anderhalf jaar. We sluiten de bijdrage af met een voorzichtige verkenning van de toekomst van professioneel begeleiden, vooral door een oproep te doen aan onze collega’s om het gesprek over de uitdagingen van online begeleiden in bredere kring voort te zetten. Als het aan ons ligt, doen we dat in de fysieke ruimte; als het niet anders kan, ‘dan maar’ online.
DOCUMENT
Steeds meer onderwijs is flexibel en gepersonaliseerd. Dat zorgt voor uitdagingen rondom sociale binding van studenten onderling, met de opleiding en met docenten. Daarnaast wordt steeds meer onderwijs online en blended vormgegeven. Dit draagt bij aan de vraag: Hoe zorg je bij online en blended onderwijs dat mensen elkaar nog weten te vinden en te bereiken? De zone Flexibilisering van het onderwijs deed er onderzoek naar. Daar is een praatplaat en handreiking Sociale binding in online en blended leergemeenschappen uitgekomen. Hierin worden concrete ontwerpprincipes – voorzien van voorbeelden, werkvormen en (ICT-)tools – gepresenteerd.
MULTIFILE
Nederland staat voor een grote woningbouwopgave. Volgens cijfers van het CBS moeten er tot 2030 een miljoen woningen gebouwd worden in Nederland. De vraag naar nieuwe woningen concentreert zich met name in de stedelijke gebieden. Den Haag wil binnenstedelijk het aantal woningen verdubbelen in het zogenaamde Central Innovation District. Volgens de huidige plannen komen in het CID de komende jaren 20.500 woningen bij voor 40.000 nieuwe inwoners. Ten aanzien van stedenbouw kiest de gemeente Den Haag ervoor om het CID te ontwikkelen tot een centrummilieu: een gebied met een hoge concentratie van wonen, werken en andere voorzieningen. De functiemenging wordt onder andere ingevuld door middel van hoge bouw en hoogbouw waarbij de plint een belangrijke rol vervult. Maar hoe kan de buitenruimte van het CID zo worden ingericht dat het bijdraagt aan de kwaliteit van leven van de bewoners? In antwoord op deze vraag zijn in het afgelopen jaar een drietal expertmeeting georganiseerd vanuit De Haagse Hogeschool in samenwerking met de gemeente Den Haag. Deze expertmeetings vonden plaats in november 2020, januari 2021 en maart 2021. Hierbij wordt gefocust op drie thema’s, namelijk sociale eenzaamheid & architectuur, gezondheid & de openbare ruimte en stedelijke vernieuwing en ongelijkheid. De expertmeetings vonden alle drie online plaats.
DOCUMENT
Vadercentrum Adam is een ontmoetings- en activiteitencentrum voor mannen vanaf 18 jaar met verschillende culturele achtergronden, gevestigd in het Haagse stadsdeel Laak. Opgericht met als doel de emancipatie van mannen te bevorderen, is het Vadercentrum in de loop der jaren uitgegroeid tot een levendig centrum dat een breed scala aan activiteiten en evenementen biedt en dagelijks bezocht wordt door een groot aantal mannen met een grote verscheidenheid aan achtergronden. In het kader van het 20-jarig bestaan van het Vadercentrum voerde we vanuit de Werkplaats Sociaal Domein Den Haag & Leiden een onderzoek uit naar wat de betekenis van het Vadercentrum is voor de maatschappelijke participatie en emancipatie van bezoekers. Daarbij gaat het met name om de betekenis die bezoekers zelf toekennen aan hun deelname aan de activiteiten in het Vadercentrum. Om dit in kaart te brengen zijn gesprekken gevoerd met 30 bezoekers van het centrum en enkele bij het centrum betrokken professionals. De uitkomsten hiervan zijn deze zomer verschenen in een rapport.
DOCUMENT
De lange traditie en de kracht van zelfhulpgroepen krijgt nauwelijks aandacht. De rijksoverheid verwijst niet naar zelfhulp, kennisinstellingen en organisaties als VNG verwijzen er niet naar, plannen van lokale overheden laten het grotendeels ongenoemd. Dit boek wil zelfhulpgroepen uit hun relatieve onbekendheid halen en bekendheid geven bij professionals uit de sociale sector en (geestelijke) gezondheidszorg, en bij hen die mee vorm geven aan het sociaal beleid op lokaal, provinciaal of landelijk niveau.
DOCUMENT