Het Leger des Heils (LdH) reclassering voert reclasseringstaken uit voor veelal reclassenten met meervoudige problematiek. In het reclasseringstoezicht staan de bijzondere voorwaarden en het controleren daarvan centraal. De kans op voortijdig negatief beëindigen van het toezicht door het niet (kunnen) houden aan de bijzondere voorwaarde neemt daarmee toe (Bosker et al., 2020), zeker voor reclassenten met complexe en meervoudige problematiek. Bovendien pleegt een aanzienlijk deel van de doelgroep van het LdH relatief lichte delicten waardoor het opleggen van veel voorwaarden niet proportioneel is. De ontstane praktijk dat alle noodzakelijk interventies als voorwaarde bij het toezicht moeten worden opgenomen lijkt onwenselijk. Op 1 juli 2022 is daarom in arrondissement Oost-Brabant voor de duur van 2 jaar een experiment gestart dat zich richt op effectief reclasseringstoezicht. Het betreft een samenwerking tussen het LdH reclassering Eindhoven/Den Bosch en het parket Oost-Brabant.
DOCUMENT
Het onderzoek dat ten grondslag ligt aan dit artikel onderzoekt hoe de overheid markten reguleert voor (financiële) producten en diensten teneinde falen van de markt te voorkomen. Het behandelt specifiek EU Richtlijn 2014/57/EU betreffende strafrechtelijke sancties voor marktmisbruik en de implementatie daarvan in Nederland en opvolgend gebruik door het Openbaar Ministerie en Autoriteit Financiële Markten en hun Convenant ter voorkoming van ongeoorloofde samenloop van bestuurlijke en strafrechtelijke sancties. Het beantwoord de vraag of deze richtlijn de ontwikkeling van effectief reguleren van de financiële markt bevordert of remt. De slotsom ten aanzien van de implementatie van Richtlijn 2014/57/EU is – kort gezegd – dat “slechts” het aantal jaren gevangenisstraf voor handel met voorkennis en marktmisbruik van twee naar vier aangepast dient te worden. Het artikel concludeert tenslotte dat de huidige praktijk van het Convenant tussen OM en Autoriteit Financiële Markten kan blijven bestaan. De Autoriteit Financiële Markten kan haar inspanningen om haar toezicht verder in de geest van responsive regulation te verbeteren ongestoord door het OM voortzetten.
DOCUMENT
In 2016 zijn de reclasseringsorganisaties, OM en DJI gestart met de ontwikkeling Ruim baan. Meer ruimte voor maatwerk en een contextgerichte en integrale aanpak van delinquent gedrag stonden daarbij centraal (Lünnemann et al., 2017). De adviestaken van de reclassering werden lumpsum gefinancierd, er werd ruimte gecreëerd om vanuit ZSM zaken direct op te pakken en te doen wat naar het oordeel van de reclasseringswerker nodig is, zoals toeleiden van cliënten naar zorg of begeleiding door sociale wijkteams. Reclassering en DJI startten gezamenlijk proeftuinen waarin reclasseringswerkers aanwezig waren in de PI en samen met medewerkers van de PI werkten aan detentie- en re-integratietrajecten voor voorlopig gehechten en gedetineerden. In een eerder onderzoek naar Ruim baan, uitgevoerd door het Lectoraat Werken in Justitieel Kader en het Verwey-Jonker Instituut (Lünnemann et al., 2017), werd geconcludeerd dat er buiten ZSM en de PI’s nog weinig sprake was van nieuwe manieren van werken. De grote instroom aan adviesvragen gaf weinig ruimte voor experimenteren en vernieuwing. De geboden ruimte werd met name aangegrepen om korter en sneller te adviseren. Onderzoeksvragen. In dit onderzoek is gekeken naar de samenwerking tussen reclassering en OM en DJI, en naar de ervaren kwaliteit van reclasseringsadviezen door de ontvangers daarvan. De centrale onderzoeksvragen waren: 1. Wat zijn de succesfactoren en leerpunten in de verandering van een aanvraaggerichte en productgedreven relatie tussen OM / DJI en reclassering naar een gelijkwaardige samenwerking waarbij niet het product, maar de vraagstelling vanuit het OM / DJI en de expertise van de reclassering centraal staan? 2. Hoe beoordelen ontvangers van reclasseringsadviezen bij OM en DJI de kwaliteit en bruikbaarheid van de adviezen?
DOCUMENT
In dit promotieonderzoek worden kenmerken uit het delictverleden van een cohort reclasseringscliënten beschreven en onderscheid gemaakt in verschillende dadergroepen. Vervolgens wordt gekeken in hoeverre de kenmerken van de werkalliantie verschillen tussen deze dadergroepen.Doel Doel van dit onderzoek is het vergroten van kennis over verschillen tussen reclasseringscliënten in delictachtergrond en kwaliteit van de werkalliantie. Deze kennis draagt bij aan het herkennen en onderscheiden van typen cliënten om het professioneel handelen met deze doelgroep te verbeteren. Resultaten De resultaten van dit promotieonderzoek worden gepubliceerd in vijf internationale wetenschappelijke artikelen. Daarnaast worden tussentijdse resultaten gepresenteerd op congressen en in de praktijk. Looptijd 01 oktober 2017 - 01 april 2022 Aanpak Voor dit promotieonderzoek zijn gegevens verzameld uit systemen van de drie reclasseringsorganisaties en het Openbaar Ministerie. Na koppeling van deze gegevens worden kwantitatieve analyses uitgevoerd in het statistiekprogramma SPSS.
Nederland heeft bovengemiddeld veel last van de illegale dumpingen van afval dat afkomstig is uit de synthese van verdovende middelen. Met name de productie van (precursors voor) MDMA, amfetamine en methamfetamine zorgen voor veel afval. Ook de (terug-)winning van gesmokkelde cocaïne is een belangrijke bron van drugsafval. Waar Nederland een hotspot binnen Europa is, zijn de zuidelijke provincies dit in Nederland. Vrijwel wekelijks worden hier nieuwe dumpingen aangetroffen. Ondanks de urgentie van het probleem, wordt er momenteel weinig sporenonderzoek aan dumplocaties verricht. Beperking van milieuschade en opruiming hebben prioriteit. In dit project beoogt Avans in nauwe samenwerking met projectpartners Openbaar Ministerie, de Provincie Noord-Brabant, de Politie, het Nederlands Forensisch Instituut en de Universiteit van Amsterdam, een innovatieve methoden voor sporenanalyse op drugsdumpingvaten te ontwikkelen. Daarnaast streven we naar de creatie van een nieuwe dataverwerkingsmethode die strategische besluitvorming bij provincie en OM ondersteunt. Door gedetailleerde chemische analyse werpen we een nieuw licht op herkomst van grondstoffen en verbinden zo zaken met elkaar. Met verzamelde data trainen we een draagbaar apparaat dat in het veld gebruikt kan worden voor een eerste beoordeling van inhoud en risico’s. Met de nieuwste DNA-technieken ontsluiten we de mogelijkheid om voorheen onbruikbaar DNA-materiaal te analyseren. Ook werpen we licht op de geografische locatie van het illegale laboratorium door omringende vegetatie in beeld te brengen via eDNA. Aan het eind van het project dragen we een protocol over waarmee de pakkans van criminelen wordt vergroot. Opruimkosten van eerdere dumpingen blijven als een zwaard van Damocles boven hen hangen. De extra informatie die we verkrijgen over syntheseprotocollen, grondstoffen en geografische herkomst versterkt de intelligence die nodig is om dit probleem bij de wortel aan te pakken. Dit project kan bijdragen aan een groter vertrouwen bij het publiek dat de overheid de drugsproblematiek het hoofd kan bieden.
Reclassering Leger des Heils (LdH) in Eindhoven en Openbaar Ministerie (OM) arrondissement Oost Brabant starten een tweejarig experiment waarin de mogelijkheden voor effectieve(re) vormen van toezicht worden onderzocht. Hiertoe wordt o.a. minder nadruk gelegd op vastgelegde kaders (bijzondere voorwaarden) en meer ruimte gegeven aan de professional om maatwerk te leveren.