Outdoor fitness is een nieuwe sportvorm binnen de Nederlandse sportinfrastructuur die vijf jaar geleden in Nederland is ingevoerd. Het is een relatief nieuwe trend, over de meerwaarde en het gebruik is nog weinig bekend. In opdracht van DSP-groep is een beeld geschetst van de huidige situatie van het fenomeen in Nederland. Beleidsmakers hebben behoefte aan helderheid over de functie en het gebruik van outdoor fitness. Onderzoeksvraag: Hoe ziet het fenomeen outdoor fitness er in Nederland uit, wat is de meerwaarde en onder welke condities en voor wie kan het concept in Nederland succesvol zijn?
DOCUMENT
De eerste kennismaking met outdoor fitness was in het Fuxing Park in Shanghai, een park waar jong en oud samen komen om te sporten (outdoor fitness, dans en tai-chi) of om ontspannen hun vrije dag door te brengen. een unieke ervaring die verwarring en allerlei vragen tot gevolg had. waarom komen deze mensen naar dit park? wordt dit gestimuleerd? en is dit een formule die vertaald kan worden naar nederland? voldoende aanleiding om in samenwerking met DSP-groep inventariserend onderzoek te doen naar dit fenomeen.
DOCUMENT
Voor een sportieve en vitale samenleving zijn openbare sportvoorzieningen in de directe woonomgeving van de inwoners van groot belang. Openbare ruimte is in Nederland echter schaars. De beperkte ruimte die beschikbaar is voor sport en recreatie moet zo optimaal mogelijk worden ingericht. Zo ook outdoor fitness locaties: openbare sportvoorzieningen met veilige en laagdrempelige fitness toestellen. In dit stappenplan worden 10 stappen benoemd die van belang zijn voor het creëren van succesvolle outdoor fitness locaties: 6 stappen die van belang zijn bij het aanleggen van een nieuwe locatie en 4 stappen die van belang zijn voor het bevorderen van het gebruik van zo’n locatie. Dit stappenplan is opgesteld aan de hand van een onderzoek van het lectoraat Gezonde Leefstijl in een Stimulerende Omgeving van De Haagse Hogeschool naar het gebruik van zeven ‘fitplaatsen’ in de gemeente Den Haag.
DOCUMENT
De gemeente Den Haag heeft zeven outdoor fitness locaties aangelegd ter beweegstimulering van haar inwoners. Om inzicht te krijgen in het gebruik, belangrijke randvoorwaarden en succesfactoren van de Haagse ‘fitplaatsen’ heeft het lectoraat Gezonde Leefstijl in een Stimulerende Omgeving op vier dagen systematisch geobserveerd. Daarnaast zijn enquêtes en interviews afgenomen onder (niet-) gebruikers en professionals. Fitplaats Zuiderpark is de meest succesvolle locatie van de onderzochte fitplaatsen. Op alle observatiemomenten was hier een aanzienlijke groep mensen actief (gemiddeld 14 per uur). Op twee andere fitplaatsen (Strand en Ketelplein) zijn af en toe actieve mensen geobserveerd, maar op de overige fitplaatsen was per uur gemiddeld minder dan 1 persoon aanwezig. Bekendheid, zichtbaarheid, goede bereikbaarheid en goed onderhoud zijn belangrijke randvoorwaarden. De belangrijkste succesfactoren zijn promotie en begeleiding. Het merendeel van de Haagse fitplaatsen wordt momenteel niet optimaal gebruikt. Om hier verandering in aan te brengen is een stappenplan opgesteld.
DOCUMENT
Methodological challenges are rarely discussed in depth among outdoor adventure tourism scholars. Despite the prevailing qualitative approaches in this field, and the recognition that the fleetingness of the human experience and the non-linearity and unpredictability of the more-than-human world have the power to influence the research process, the messy, negotiated and often contested researcher’s role has been less considered. In addressing this, the aim here is to critically discuss the methodological approach to explorations of the outdoor experiences through deconstructing the researcher’s role. Through renderings of the existentialist propositions of being in the world and a poststructuralist philosophy of fluidity and flux, the attention is granted to embodied experiences as a way of generating knowledges. Being situated in the research setting, space is created for interrogation of the processual dimensions of commodified outdoor journeys from an emic, researcher-as-tourist perspective. Research in the outdoor scenaria is by no means a linear process but rather a messy, complex and often ruptured journey, further complicated by the ethical concerns, struggles and idiosyncrasies of the researcher. I thus discuss the nuances and complexities of doing the embodied research and the haphazard ways of data collection. In shifting attention to more existential aspects of being in the outdoors through the process of post-experiential reflections, discomfort emerged as a critical quality of the outdoor experience. I thus illuminate the significance of embodied research and epiphenomenal discoveries in the production of new knowledges, to which greater attention, both in theoretical and methodological conversations, should be paid in the future.
LINK
Over the last ten years there has been growing interest in the judgement and decision making (JDM) of outdoor professionals, though research to date has focused on the JDM processes of experts. In contrast, this study examined the JDM of less experienced, competent, but fully qualified outdoor instructors (N = 9) and the development of their JDM skills. Using semi-structured interviews and thematic analysis, we identified two overarching themes: Firstly, managing the cognitive load (relating to instructor JDM), and secondly social experiential learning (relating to instructor JDM development). We found these outdoor instructors needed to manage complex situational demands and high cognitive loads, while balancing the safety of their group with the development of their own JDM. We propose that a combination of challenging formative experiences, community of practice interactions, and explicit development of metacognition are essential to outdoor instructors JDM development. Implications for training, and future research are discussed.
DOCUMENT
Achtergrond en aanleiding De gemeente Den Haag streeft naar een sportief en vitaal Den Haag, naar een stad waarin sport voor iedereen toegankelijk is en alle Hagenaars een actieve en gezonde leefstijl hebben. Goede sportvoorzieningen met voor iedereen wat wils maken onderdeel uit van deze ambitie. Een voorbeeld van zulke sportvoorzieningen zijn de Haagse ‘fitplaatsen’: openbare sportvoorzieningen met veilige en laagdrempelige fitnesstoestellen. De gemeente heeft sinds 2010 zeven fitplaatsen aangelegd. De komende jaren wil zij het aantal fitplaatsen uitbreiden en de bestaande fitplaatsen optimaliseren. Om meer inzicht te krijgen in het gebruik en de succesfactoren van de fitplaatsen heeft het lectoraat Gezonde Leefstijl in een Stimulerende Omgeving van De Haagse Hogeschool met subsidie van de gemeente Den Haag een onderzoek uitgevoerd. In het onderzoek stonden twee vragen centraal: • Door wie, hoe vaak en voor welke doeleinden worden de fitplaatsen in Den Haag gebruikt? • Wat zijn belangrijke randvoorwaarden en succesfactoren voor het gebruik van fitplaatsen? Op basis van de onderzoeksresultaten zijn aanbevelingen geformuleerd ter optimalisatie van bestaande fitplaatsen en is een stappenplan opgesteld met aandachtspunten voor nog te realiseren fitplaatsen. Aanpak In het voorjaar van 2014 zijn zeven Haagse fitplaatsen beoordeeld aan de hand van een checklist. Hierbij is o.a. gekeken naar het aantal en soort fitnesstoestellen, staat van onderhoud, verlichting, toegankelijkheid, overige faciliteiten, beschutting etc. Het ging om de volgende fitplaatsen: • De Speelweide in het Zuiderpark; • Strand van Scheveningen bij strandpaviljoen Hart Beach; • Het Ketelplein in Laak; • Diamanthorst in Mariahoeve; • Escamplaan bij korfbalvereniging Ready; • Fitplaats 55plus Vlielandsestraat in Duindorp; • Bosjes van Zanen in Benoordenhout. Het gebruik van de fitplaatsen is vervolgens op drie doordeweekse dagen en een weekenddag systematisch in kaart gebracht met behulp van de SOPARC methode (System for Observing Play and Recreation in Communities). Hierbij is in de ochtend, middag en avond een uur lang iedere vijf minuten het volgende genoteerd: aantal gebruikers, leeftijdscategorie, geslacht, etniciteit, type activiteit en intensiteit niveau van de activiteiten. In totaal hebben er 1008 (4x3x12x7) observaties plaatsgevonden. Door middel van surveyonderzoek onder 37 gebruikers en 86 niet-gebruikers van de fitplaatsen is aanvullende informatie verkregen over o.a. beweegredenen, gebruikersfrequentie, algehele mate van lichamelijke activiteit, tevredenheid over de fitplaatsen en verbeterpunten van de fitplaatsen. Tot slot hebben ook gesprekken en interviews plaatsgevonden met gebruikers, niet-gebruikers, experts en potentiële samenwerkingspartners om randvoorwaarden en succesfactoren voor het gebruik van fitplaatsen in kaart te brengen. Zo hebben er interviews plaatsgevonden met de Gelderse Sportfederatie, een (speel)toestellen leverancier (Yalp), de gemeente Den Haag, de Health Club in Den Haag en een buurtsportcoach werkzaam voor verschillende afdelingen van de gemeente Den Haag. Resultaten Fitplaats Zuiderpark is de meest succesvolle locatie van de onderzochte fitplaatsen in Den Haag. Op alle observatiemomenten was hier een aanzienlijke groep mensen actief (gemiddeld 14 per uur). Op twee andere fitplaatsen (Strand en Ketelplein) zijn af en toe actieve mensen geobserveerd, maar op de overige fitplaatsen was per uur gemiddeld minder dan 1 persoon aanwezig. Er waren hierbij nauwelijks verschillen tussen de ochtend, middag en avond. Het aantal mannelijke en vrouwelijke gebruikers was ongeveer gelijk. Het percentage volwassenen (21-55 jaar) was het hoogst (47%), gevolgd door kinderen tot 12 jaar (30%), ouderen (13%) en jongeren (10%). Het percentage gebruikers van niet-Westerse afkomst was bijna vier keer hoger dan het percentage autochtone gebruikers (78% versus 22%). De meest voorkomende beweegredenen om gebruik te maken van de fitplaatsen waren het verbeteren van gezondheid, kracht en conditie. Andere opvallende resultaten uit de enquêtes zijn: • 88% vindt de fitplaats een aanwinst voor de buurt; • 66% geeft aan veel bekenden te ontmoeten op de fitplaats; • 53% heeft nieuwe contacten opgedaan door de aanleg van de fitplaats; • 34% geeft aan meer te sporten door de aanleg van de fitplaats; • 25% sport nu op de fitplaats in plaats van het doen van een andere sportieve activiteit; • 22% vraagt andere gebruikers wel eens om plaats te maken om zelf te kunnen bewegen op de fitplaats; • 0% ondervindt meer overlast sinds de aanleg van de fitplaats. Goede bereikbaarheid, goed onderhoud, een flexibel rooster, gratis kunnen sporten, afvalbakken en bankjes vinden gebruikers erg belangrijk. Suggesties ter verbetering die gebruikers hebben gegeven, zijn: meer variatie in het aanbod van fitnesstoestellen, zwaardere toestellen, beter onderhoud, minder afval, snellere afhandeling van mankementen, sportlessen, duidelijke regels, instructieborden met oefeningen voor beginners en gevorderden en een website met aanvullende informatie. Daarnaast gaven ouderen specifiek aan behoefte te hebben aan begeleiding. Niet-gebruikers gaven aan het (te) druk te hebben, het te ver te vinden en het raar te vinden om buiten te sporten. Opvallend was ook het hoge percentage respondenten (36%) dat geen enkele fitplaats in Den Haag kende. Conclusies en aanbevelingen Het merendeel van de Haagse fitplaatsen wordt momenteel niet optimaal gebruikt. Fitplaats Zuiderpark is wel een succes. Op alle observatiemomenten was hier een aanzienlijke groep mensen actief. Het minimale gebruik van de overige fitplaatsen kan onder andere worden verklaard doordat inwoners niet van het bestaan van deze fitplaatsen afweten. Promotie is dus een belangrijke factor waarop ingespeeld zal moeten worden door o.a. informatie in wijkkrantjes en op de website van de gemeente, voorlichtingsavonden, kennismakingsbijeenkomsten en structurele groepslessen op de fitplaats. Verder spelen ligging (met name zichtbaarheid) en sfeer een grote rol. Als de fitplaats niet direct zichtbaar is vanaf de openbare weg wordt aangeraden om borden te plaatsen in de omgeving van de fitplaatsen die mensen wijzen op de ligging. Het is tevens van belang de fitplaats goed te onderhouden, mankementen snel te verhelpen en er voor te zorgen dat er geen afval rondslingert op de fitplaats. Daarnaast geven resultaten aan dat als er eenmaal gebruikers aanwezig zijn, dit een stimulerende werking kan hebben. Het is daarom van belang om, o.a. via samenwerkingen met omliggende instanties en professionals er voor te zorgen dat de fitplaatsen in beeld komen en blijven. Hierbij kan gedacht worden aan wooncentra voor ouderen, buurthuizen en scholen, maar ook aan professionals als fysiotherapeuten, buurtsportcoaches, combinatie-functionarissen en begeleiding die kan worden geboden vanuit de leveranciers van de toestellen. Deze begeleiding is met name van belang om de doelgroep ouderen naar de fitplaatsen te krijgen en te houden. Belangrijke randvoorwaarden voor een succesvolle fitplaats zijn: • Bekendheid; • Zichtbaarheid; • Goede bereikbaarheid en toegankelijkheid; • Goed onderhoud. Succesfactoren van de meest gebruikte fitplaatsen zijn daarnaast: • Promotie; • Begeleiding; • Combinatie van sporten en ontmoeten; • Variatie. De randvoorwaarden en succesfactoren die uit het onderzoek naar voren zijn gekomen, zijn verwerkt in een stappenplan met 6 stappen die van belang zijn bij het aanleggen van een fitplaats en 4 stappen die van belang zijn voor het bevorderen van het gebruik van een fitplaats. Stappenplan succesvolle fitplaats 1. Definieer de visie en ambities en leidt daar het doel vanaf. 2. Bepaal de primaire doelgroep. 3. Selecteer de optimale locatie. 4. Creëer helderheid over beschikbaar budget voor participatie, ontwerp, inrichting, onderhoud en promotie. 5. Voer een netwerkanalyse en behoeftepeiling uit. 6. Bepaal samen met de gebruikers en samenwerkingspartners de optimale inrichting. 7. Bepaal hoe het gebruik kan worden gestimuleerd. 8. Creëer eigenaarschap en investeer in een netwerk van samenwerkingspartners. 9. Schep randvoorwaarden voor de sociale veiligheid. 10. Maak een onderhouds- en beheerplan.
DOCUMENT
This study, through the concept of biophilia, examines how we can restore a ‘love of life’ in a world often characterised by rationalisation, destruction and alienation from self and nature. Specifically, we observe how outdoor adventures during travels might contribute to the development of biophilic feelings. To this end, we employed a hermeneutic phenomenological approach to analyse the narratives from nine participants in the UK, Germany and Serbia. The findings suggest that adventure activities in the outdoors foster the development of meaningful relationships with the self, other humans and non-human nature, all contributing to the enhancement of eudaimonic wellbeing. The study adds to the tourism literature by arguing that more biophilic and ecological approaches, hitherto underutilised in studying the benefits of tourism from a positive psychology perspective, might serve as a lens through which to explore meaningful social transformation in times of polycrises.
LINK
De gemeente Den Haag heft sinds 2010 zeven outdoor fitness locaties aangelegd om haar inwoners meer te laten bewegen. Maar worden deze 'fitplaatsen' wel gebruikt? En wat zijn de randvoorwaarden en succesfactoren voor gebruik van de Haagse fitplaatsen?
DOCUMENT
During the last twenty years, a remarkable new type of service has been developed in the world of sports, which can be described as the indoorisation of outdoor sports. Typical outdoor sports like climbing, skiing, surfing, rowing, and skydiving, which used to be exclusively practiced in a natural environment of mountains, oceans, rivers and the air, are now being offered for consumption in safe, predictable and controlled indoor centers. The present article emphasizes the rise of indoor lifestyle sports, such as rafting, snowboarding, skydiving and surfing. It discusses the conditions under and ways in which commercial entrepreneurs in the Netherlands have created this market, the meanings that they have ascribed to their centers and the dilemmas with which they have been confronted. It is argued that the rise of this economic market cannot be understood if it is solely interpreted as the result of economic, technological or natural developments. These economic activities were also embedded in and influenced by shared understandings and their representations in structured fields of outdoor sports, mainstream sports and leisure experience activities. A better understanding of the indoorisation of outdoor lifestyle sports can be achieved by recognizing how these structures and cultures pervaded the rise of this new market.
DOCUMENT