Om zicht te krijgen op de effecten van een brede invoering van een masteropleiding voor leraren, laat het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap onderzoek uitvoeren dat een theoretisch (wetenschappelijk) en empirisch (causaal) verband legt tussen de masteropleiding van leraren en de kwaliteit van het onderwijs. Dit rapport bevat daartoe een nulmeting waarin potentiële effecten worden geïdentificeerd, een onderzoeksdesign wordt ontworpen en een eerste meting wordt uitgevoerd. Mogelijke effecten van een masteropleiding op leraren en hun omgeving zijn geïdentificeerd aan de hand van een analyse van relevante beleidsdocumenten, een analyse van de relevante wetenschappelijke literatuur en door middel van 35 interviews met betrokkenen in het onderwijsveld. Effecten kunnen worden gemeten door uitkomstmaten te vergelijken tussen leraren met en zonder masteropleiding op verschillende momenten in de tijd (verschil-in-verschil meting). De onderzoekspopulatie wordt daarom opgebouwd uit een interventiegroep (leraren die een masteropleiding volgen) en een controlegroep (leraren zonder masteropleiding). Effecten kunnen pas na een vervolgmeting worden vastgesteld. De nulmeting heeft een goede basis gelegd voor het meten van effecten van een onderwijsmaster op hbo-niveau. Er zijn goed vergelijkbare interventie- en controlegroepen opgezet, die in de loop van de tijd gevolgd kunnen worden. Het vervolg-onderzoek is inmiddels van start gegaan en loopt tot 2017.
MULTIFILE
Onderzoek in opdracht van het projectteam Doorlopende Leerlijnen van Amarantis Onderwijsgroep naar cultuurverschillen tussen vmbo- en mbo-scholen, met als doel te komen tot één cultuur.
Leraren enthousiast en geïnspireerd houden is misschien wel de belangrijkste uitdaging voor sHRM-professionals en schoolleiders. De leergangen die Leraar, een kleurrijk beroep hiervoor heeft ontwikkeld zijn nu onderzocht. En dat heeft mooie resultaten opgeleverd.
LINK
Ieder jaar maken kinderen over de hele wereld de overstap van de bassischool (PO) naar de middelbare school (VO). Veel kinderen maken de overstap ogenschijnlijk probleemloos, maar voor sommige kinderen verloopt de overstap minder soepel, wat kan leiden tot een negatieve spiraal van onderpresteren, minder motivatie, doubleren, uitstroom en/of voortijdig schoolverlaten. Een minder soepele overgang heeft ook invloed op het welzijn en op de geestelijke gezondheid van deze kinderen. Kinderen met een verhoogd risico op een niet soepele overgang, zijn kinderen met een speciale onderwijsbehoefte, zoals communicatief kwetsbare kinderen. Door middel van kwalitatief onderzoek willen we exploreren wat de ervaringen en percepties zijn van communicatief kwetsbare kinderen, hun ouders en leerkrachten als het gaat om belangrijke factoren die van invloed zijn op het welbevinden van de kinderen tijdens de PO-VO schoolovergang. Deze exploratie zal input geven voor op te stellen best practices en hypotheses voor vervolgonderzoek naar het optimaliseren van het welzijn van leerlingen, en de bijdrage daaraan door ouders en leerkrachten bij de overstap van PO naar VO in de noordelijke regio.