PPT presentatie tijdens HRM Praktijk en Onderzoek Congres 'de veranderende waarde(n) van werk: gevolgen voor HRM
DOCUMENT
Why studying student agency? • Prepare students for lifelong learning. (Biesta & Tedder, 2007;OECD, 2018) • Agency fosters motivation, which could enhance performance. (Bandura, 2018; Ryan & Deci, 2020) • More flexibility in higher education, but not all students can handle this. (De Bruin & Verkoeijen, 2022; Van Casteren e.a., 2021)
DOCUMENT
Background: Effective and sustainable interventions are needed to counteract the decline in physical function and sarcopenia in the growing aging population. The aim of this study was to determine the 6 and 12 month effectiveness of blended (e-health + coaching) home-based exercise and a dietary protein intervention on physical performance in community-dwelling older adults. Methods: This cluster randomized controlled trial allocated 45 clusters of older adults already engaged in a weekly community-based exercise programme. The clusters were randomized to three groups with ratio of 16:15:14; (i) no intervention, control (CON); (ii) blended home-based exercise intervention (HBex); and (iii) HBex with dietary protein counselling (HBex-Pro). Both interventions used a tablet PC with app and personalized coaching and were targeting on behaviour change. The study comprised coached 6 month interventions with a 6 month follow-up. The primary outcome physical performance was assessed by modified Physical Performance Test (m-PPT). Secondary outcomes were gait speed, physical activity level (PAL), handgrip muscle strength, protein intake, skeletal muscle mass, health status, and executive functioning. Linear mixed models of repeated measured were used to assess intervention effects at 6 and 12 months. Results: The population included 245 older adults (mean age 72 ± 6.5 (SD) years), 71% female, and 54% co-morbidities observed. Dropout of the intervention was 18% at 6 months and 26% at 12 months. Participants were well functioning, based on an m-PPT score of 33.9 (2.8) out of 36. For the primary outcome m-PPT, no significant intervention effects (HBex, +0.03, P = 0.933; HBex-Pro, −0.13, P = 0.730) were found. Gait speed (+0.20 m/s, P = 0.001), PAL (+0.06, P = 0.008), muscle strength (+2.32 kg, P = 0.001), protein intake (+0.32 g/kg/day, P < 0.001), and muscle mass (+0.33 kg, P = 0.017) improved significantly in the HBex-Pro group compared with control group after 6 month intervention. The protein intake, muscle mass, and strength remained significantly improved after 12 months as compared with those of control. Health change and executive functioning improved significantly in both intervention groups after 6 months. Conclusions: This HBex and dietary protein interventions did not change the physical performance (m-PPT) in community-dwelling older adults. Changes were observed in gait speed, PAL, muscle mass, strength, and dietary protein intake, in response to this combined intervention.
MULTIFILE
MealTip heeft een propositie om verse producten uit de supermarkt die de houdbaarheidsdatum naderen, direct te kunnen koppelen aan groepen consumenten die genoodzaakt zijn naar de voedselbank te gaan voor hun inkopen. Hierdoor kan deze groep ook beschikken over voldoende verse en gezonde producten. De sleutel hiervoor is de door MealTip ontwikkelde Apptechnologie die supermarkten ‘real time’ in staat stellen te communiceren met hun gebruikers betreffende aanbiedingen van versproducten. Dit aanbod wisselt dagelijks, en wordt voor circa 90% verspild. Naast dat dit zeer kostbaar is, belast de verwerking ook de omgeving. Middels de MealTip app worden consumenten op de hoogte gebracht, én kunnen zij direct het afgeprijsde product kopen. Naast gewone betaling kan óók betaald worden met ‘vouchers’, uitgegeven door gemeente aan uitkeringsgerechtigden. De Virtuele Verse Voedselbank (VVV) lost een aantal belangrijke nadelen op in vergelijking met de huidige, fysieke, voedselbank Nederland (VBN): • Gezonder en verser aanbod, • Consumenten kunnen zélf kiezen i.p.v. iets uitgereikt te krijgen, • Geen trip naar de VBN nodig maar gewoon winkelen bij de supermarkt in de buurt, • Geen stigma voor de VVV-gebruiker, • Bij VVV gaat 100% naar de gebruiker, in plaats van 100% naar de organisatie bij VBN, • Geen logistieke kosten: de artikelen blijven in de supermarkt, blijven in de koeling en personeel is aanwezig om iedereen te helpen. MealTip wordt vanuit de supermarkt “betaald” en kost de gemeente niets. MealTip en de VVV zijn nieuw en nog onbekend. Maar zeer positieve gesprekken zijn gaande met 10 gemeenten en wij verwachten binnenkort een aantal schriftelijke steunbetuigingen. In dit project wordt de haalbaarheid van de propositie van MealTip verder onderzocht en ondersteund o.a. door gesprekken te voeren met gemeenten/supermarkten en consumenten. Daarnaast wordt een ontwerp gemaakt voor voedselverspillingsmonitoring om de impact van MealTip te meten op de voedselverspilling in supermarkten.
De retailsector verandert diepgaand en structureel. Door ontwikkelingen in technologie, sociaal-culturele en demografische trends en ook door veranderingen binnen het domein van retail zelf, staan veel ondernemingen en andere stakeholders, zoals gemeenten, de vastgoedsector en toeleveranciers van het winkelbedrijf voor belangrijke uitdagingen. Dit veld vormt een belangrijk onderzoeksthema van praktijkgericht onderzoek van lectoraten binnen het Hoger Beroepsonderwijs. Dat is nu nog versnipperd, maar kan en kracht en relevantie winnen bij samenwerking. Het lectorenplatform Retail Innovation beoogt door middel van bundeling en gecoördineerde en deels gezamenlijke uitvoering van nieuw praktijkgericht retail onderzoek door de lectoren in het HBO een betere gestructureerde bijdrage leveren aan de noodzakelijke innovatie in de retailsector in Nederland, in het bijzonder op basis van de nationale retail(onderzoeks)agenda. Vanuit die bundeling de verbinding leggen met de retailsector, samen met geassocieerde partners zoals TKI CLICKNL, belangstellende universiteiten en relevante organisaties en vertegenwoordigers van de retailsector om de doorwerking van bevindingen en resultaten verder te versterken.