Dit rapport is een weergave van het onderzoek dat tussen april 2006 en april 2007 werd uitgevoerd door CESRT – Hogeschool Zuyd. Dit onderzoek heeft betrekking op de arbeidsmarktproblematiek van de jeugdzorg in Limburg, en meer specifiek op de jeugdhulpverlening. De doelstellingen van het onderzoek waren: • Inzicht te krijgen in de arbeidsmarktontwikkelingen in de jeugdzorg. • Het in kaart brengen van (het gebrek aan) de aansluiting tussen aangeleerde competenties en vereiste competenties op de arbeidsmarkt (aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt). • Het inventariseren van mogelijke efficiëntiemaatregelen in de jeugdzorg, rekening houdend met de uitstroom van professionals en met waarborging van de kwaliteit Het rapport bestaat uit 2 delen . In deel II wordt begonnen met de afbakening van het onderzoeksonderwerp. Dit wordt gevolgd door een gedetailleerde uitleg over de methodologie van het onderzoek. Daarna worden de resultaten per onderzoeksvraag gerapporteerd. Bij het begin van de laatste hoofdstukken wordt telkens verwezen naar de onderzoeksvragen op waar dat specifieke hoofdstuk betrekking op heeft. Ook de literatuurlijst treft u in Deel II aan.
Het aantrekken en behouden van de juiste mensen voor de organisatie, vereist het zijn en blijven van een aantrekkelijk werkgever. Experimenteren met nieuwe en andere vormen van arbeidsrelaties kan daarvoor een juist middel zijn.
In de periode rond de millenniumwisseling zijn veel publicaties uitgebracht over toekomstige ontwikkelingen op het gebied van arbeid (onder meer Van Driel 2001; Gaspersz & Verhoeff 2001; Leijnse 2002; Licher 2001; Paauwe & Williams 1999; Schnabel 2000; Weehuizen 2000). In diezelfde periode heb ik met enkele TNO-collega’s twee publicaties uitgebracht met een vooruitblik naar de toekomst. Dat betreft HRM in de toekomst dat ik in 2003 samen met Erik Jan van Dalen en Sjiera de Vries heb geschreven en De toekomst werkt; mens en bedrijf in 2020 uit 2007, waar ik samen met Joost van Genabeek en Cees Wevers de redactie van heb gevoerd. De publicatie HRM in de toekomst (Gründemann, Van Dalen & De Vries 2003) signaleert vier kernontwikkelingen die niet alleen essentieel zijn gezien hun effect op HRM en arbeid, maar ook omdat het vrij zeker is dat zij zich gaan voordoen. Deze kernontwikkelingen zijn: 1. veranderingen in de samenstelling van de beroepsbevolking 2. ontwikkelingen rond ICT en arbeid 3. flexibilisering van arbeidsrelaties 4. verandering in de betekenis van (betaald) werk