De positie van Polen in Den Haag is niet onder een noemer te vatten. De groep varieert in leeftijd, in sekse, in migratiegeschiedenis, in opleidingsniveau: in allerlei kenmerken die relevant zijn voor ervaringen bij migratie. De groep valt daarmee ook niet eenvoudig te vergelijken met eerdere migrantengroepen: alleen al de juridische status en de context van de Europese Unie maakt dat de migratie in een nieuwe context plaatsvindt. In het eerste hoofdstuk, de achtergrondschets, wordt ingegaan op de groepskenmerken. Deze bundel bevat verhalen over migratie-ervaringen. Het is geen poging om een totaal beeld van Polen in Den Haag te schetsen, het is bedoeld om een indruk te geven van verschillende aspecten waarmee deze groep migranten te maken krijgt. Na de achtergrondschets is de bundel gesplitst in twee delen: in deel I wordt verslag gedaan van interviews met Poolse migranten die al langere tijd in Nederland wonen en werken. In deel II zijn verslagen van de afstudeeronderzoeken opgenomen. Het tweede deel begint met het stuk van Natasja Faust en Jennifer Winter over de beelden die in geschreven media over de afgelopen jaren naar voren zijn gekomen. Daarna beschrijft Yvonne van Soest een indruk van de ervaringen van verschillende zorg- en welzijnsinstanties met Polen in Den Haag. Het onderzoek van Roy Nagessar sluit hierop aan, maar kijkt naar de verhalen van vier vrouwen uit Polen die hij bij verschillende organisaties is tegengekomen. Deze twee stukken spelen zich voornamelijk in de wijk Segbroek af. Dat is niet toevallig: het is een wijk waar veel Polen wonen en waar veel voorzieningen zijn voor Polen. Het wordt gevolgd door een beschrijving van problemen waar het MCH Westeinde tegenaan loopt bij de nazorg van onverzekerde Midden- en Oost-Europeanen (MOE-landers). Deel II wordt afgesloten met twee stukken over leerlingen in Den Haag. Het eerste is een stuk gebaseerd op het onderzoek van drie studenten bij het Nova-college over de houding en participatie van Poolse leerlingen in het schakeltraject. Dit wordt gevolgd door een onderzoek van Özlem Akbaş en Aygül Uluç Kizilboğa naar Poolse leerlingen binnen het voortgezet onderwijs. In de discussie worden de conclusies uit de hoofdstukken nogmaals in kaart gebracht en besproken. Alle namen die in de teksten voorkomen zijn fictief om de identiteit van de respondenten zoveel mogelijk te verhullen.
DOCUMENT
Draaiboek voor uitvoerders van de trainingsperiode van het TERM/IAE project te Polen
DOCUMENT
In deze publicatie staan de verhalen van drie Poolse mannen in Den Haag centraal. De onderzoeker, Karijn Nijhoff, heeft zeer intensief deze mannen gevolgd en hun verhalen opgetekend. We lezen over aankomst, vertrek en terugkomst. We zien een grillig proces van werken en niet werken, klussen en diverse vormen van inkomensverwerving. De werkelijkheid heeft tinten wit, zwart en grijs. Integratie, een veel gebezigd woord in de wereld van bestuur en beleid, ziet er soms heel anders uit dan het geplande en gefaseerde proces op papier. There is also an English version of this report in this database: "Fluidity of bounderies".
DOCUMENT
De conservatieve revolte van de Vier van Višegrad (Tsjechië, Slowakije, en vooral Polen en Hongarije) is geen conflict tussen Oost- en West-Europa. Het is een symptoom van een tegenstelling die het hele continent bezighoudt. De hardnekkige Oost-West-tegenstelling is voorbij, en kan beter vervangen worden door die tussen een vooroorlogse en naoorlogse visie op Europa. http://www.donaustroom.eu/oost-europa-en-de-slechte-oude-tijd-essay/ LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/guido-van-hengel-8312729/
MULTIFILE
Bijna tien jaar geleden publiceerde ik Grijs verleden, een geschiedenis van Nederland en de Tweede Wereldoorlog. In dit boek probeerde ik – in navolging van oudere historici als Hans Blom en Jan Bank en jongere historici-leeftijdsgenoten als Bart van der Boom, Kees Ribbens en Jan van Miert, onder de indruk van de recente onthullingen over de naoorlogse omgang met joodse mensen en goederen en aan het denken gezet tot slot door de gebeurtenissen in ondermeer voormalig Joegoslavië en Rwanda – een ander beeld van de oorlog te schetsen. Volgens mij, en daarmee beweerde ik niets nieuws, was het onjuist de oorlog telkens opnieuw vanuit het perspectief van onderdrukking en verzet te bekijken. Te midden van deze polen, zo beweerde ik, lag een breed veld vol schakeringen. Die schakeringen waren in de naoorlogse geschiedschrijving, met name in het werk van Loe de Jong en zijn ontelbare navolgers, onderbelicht gebleven en op dat moment slechts met betrekking tot enkele steden en onderwerpen beschreven. Het was tijd voor een veralgemenisering. Vandaar dat en en niet in van de ondertitel. Grijs verleden kon immers niet anders zijn dan zowel een polemiek met een beeld als een beschrijving van een andere historische werkelijkheid. Het boek maakte veel los. Veel negatieve en veel positieve reacties. Ook verscheen druk na druk. Pas na een jaar of twee werd het rustig. Tegenstanders bleven het een slecht werk vinden, voorstanders meenden het tegenovergestelde. De reden van een en ander werd me niet altijd even duidelijk.
DOCUMENT
Publicatie naar aanleiding van de door Stadslab European Urban Design Laboratory georganiseerde Master Class met als thematiek het ontwerpen van een Innovative District voor de Poolse stad Lublin. De Master Class werd gevolgd door 8 internationale deelnemers en stond onder supervisie van Didier Rebois (Europan, Parijs), Marc Glaudemans (Fontys) en Juliette van der Meijden (Fontys)
DOCUMENT
As the World Health Organization launched its age-friendly city and communities programme nearly two decades ago, it raises concerns how to measure and evaluate urban policies concerning age-friendliness. This work presents the translation, validation and results of survey research for the older population of two age-friendly Polish cities (Kraków and Wrocław), using the Age-Friendly Cities and Communities Questionnaire. The study was conducted with two representative samples of older people living in Kraków (n = 392) and Wrocław (n = 409), who were asked to rate the age-friendliness of their cities. Based on the cluster analysis three typologies of older people emerged, reflecting the different views on their experience of living in the city. These resulting typologies showed that people's socio-economic status, living arrangements and health situation play an important role in how they experience city life. Results highlight the value of quantitative city evaluation in order to design and better monitor urban policies following an age-friendly agenda. The most important findings of particular relevance to public age-friendly policy in Poland is to secure the need for the older person to receive assistance with daily activities and mobility especially among those who do not see the positive aspects of living in an age-friendly city.
MULTIFILE
In dit onderzoek is nagegaan hoe ouders en jongeren uit Middenof Oost-Europese landen hun dagelijkse woon- en leefsituatie in Den Haag en in Segbroek beoordelen. Ook zijn de meningen en ervaringen gevraagd van professionals en vrijwilligers die actief zijn in het onderwijs aan kinderen van EU-arbeidsmigranten uit Midden- en Oost-Europa. In Segbroek werd onderzoek uitgevoerd in 2011 en 2017 onder Poolse gezinnen. Seide onderzoeken laten zien dat ouders zwaar lichamelijk werk doen en lange dagen maken, vaak onder slechte arbeidsomstandigheden. Vooral de mannen werken veel. Zij hebben geen tijd om taalcursussen te volgen. Vrouwen volgen vaker een taalcursus en zijn sterker gericht op integratie in Nederland dan de mannen. Zowel in 2011 als in 2017 blijken ouders niet goed hun rechten en plichten te kennen. Zij kunnen de weg niet vinden naar instanties en hebben weinig vertrouwen in overheidsinstellingen. Ten opzichte van 2011 zien de migranten in 2017 minder mogelijkheden om Nederlands te leren, lijkt er minder optimisme te zijn over de leefsituatie van Polen in Den Haag en is er minder ondersteuning door zelforganisaties. De Poolse ouders die we hebben gesproken, benoemen een aantal problemen die gerelateerd zijn aan hun kinderen en het onderwijs. Kinderen op de basisschool warden soms gepest. Sommige ouders vinden dat door taalachterstand hun kinderen op een te laag intelligentieniveau warden ingeschat. Dat probleem speelt zowel in het basisonderwijs als het voortgezet onderwijs. Bovendien vinden de ouders dat in Internationale Schakelklassen de kinderen te veel in contact komen met andere Poolse kinderen waardoor ze geen Nederlands leren. De professionals en vrijwilligers die actief zijn in het onderwijs in Internationale Schakelklassen (12jaar en ouder) zien ook het probleem van de kloof tussen Nederlandse taalbeheersing enerzijds en intelligentie anderzijds. Bij achterblijvende schoolprestaties spelen vaak problemen in het gezin een rol: echtscheiding tussen de ouders of langdurige scheiding van het kind van de ouders en nieuwe gezinsvorming na een scheiding. De elf jongeren die we voor dit rapport hebben ge"interviewd, laten zien dat zij de migratie ondanks tijdelijke problemen goed hebben doorstaan. Alie jongeren hebben een ingewikkelde leerroute doorlopen. Voor de tieners van 13, 14 en 15 jaar is het hebben van vrienden op school heel belangrijk. De jongeren van 16 jaar en ouder wegen in hun oordeel over hoe het met hen gaat veel meer hun onderwijsprestaties mee. Volgens de jongeren zijn leeftijdgenoten die dezelfde taal spreken een prettige ondersteuning als je nog maar net in Nederland op school zit. Poolse bewoners van Den Haag zijn in 2011 meer tevreden over hun nieuwe leefsituatie dan in 2017. Het beeld dat naar voren komt over Midden- en Oost-Europese kinderen en jongeren is dat het over het algemeen goed gaat met hen. Ouders en jongeren hebben de ambitie om een hoog opleidingsniveau te halen. Scholen moeten ondersteuning bieden aan jongeren die hun ambities willen verwezenlijken, maar tegelijkertijd ingewikkelde leerroutes volgen. LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/marieke-kroneman-20ab386/ https://www.linkedin.com/in/karijn-nijhoff-89589316/
DOCUMENT
Publicatie naar aanleiding van de internationale Master Class van Stadslab European Urban Design Laboratory. Onderwerp was het ontwikkelen van een regionale ruimtelijke strategie voor deze Poolse universiteitsstad. In de publicatie, naast de resultaten van de Master Class, ook essays van Ruud Vreeman, Ewa Kipta en Didier Rebois.
DOCUMENT
One of the freedoms enjoyed by European Union (EU) citizens is the freedom of movement for workers within the EU (since 2011). This includes the rights of movement and residence for workers, the right to work in another Member State and be treated on an equal footing with nationals of that Member State. EU Mobile Citizens (EUMCs) are often not treated on an equal footing. In the Netherlands, the struggle to register and house EUMCs has been continuous since the start of the enlargement of the EU with the EU-11 in 2004. For this study student-led research was used to look at registration and housing policies in three countries, Sweden, Spain, and Germany to look for good practices applicable in the Dutch context. Students interviewed a municipal worker and a business representative (employer of EUMCs) in seven selected municipalities. The findings from this exploration highlight the complexity of addressing the needs of EU Mobile Citizens within local governance structures. Across the case studies, three critical themes emerged that shaped the dynamics of registration and housing for EUMCs: the capacity of local governments, the roles of employers, and the influence of national-level policies.
MULTIFILE