Dat er op de stagemarkt sprake is van kansenongelijkheid, wordt door alle studenten waarmee er in dit onderzoek naar stagediscriminatie is gesproken onderschreven. Studenten geven aan dat veel stagebedrijven nog altijd vasthouden aan een bepaald normbeeld. Dit is een ideaalbeeld waar een stagiair of potentiële medewerker aan zou moeten voldoen. Wanneer er aan studenten wordt gevraagd om dit normbeeld te beschrijven, spreken zij van een ‘echte Hollander’ met blond haar en blauwe ogen. Het hebben van een ander uiterlijk, een migratieachtergrond of buitenlandse naam zou resulteren in een beduidend kleinere kans op een stage. Dit geldt ook wanneer er sprake is van een van de heersende norm afwijkende religie, gender of seksualiteit. Sommige studenten concluderen dit uit eigen ervaringen op de stagemarkt. Anderen hebben verhalen gehoord van vrienden, familieleden of schoolgenoten die bij het zoeken naar of lopen van een stage werden geconfronteerd met uitsluiting of discriminatie. Ook deze verhalen van anderen blijken van invloed op de houding van studenten ten aanzien van het stagezoekproces.
DOCUMENT
De hoge percentages van het aantal mensen dat te maken krijgt met online haat of bedreigingen, liegen er namelijk niet om. De sociale norm dat online discriminatie onacceptabel en niet oké is, lijkt nauwelijks aanwezig. Van augustus 2019 tot en met augustus 2022 heeft het project #DatMeenJeNiet van Movisie, Hogeschool Inholland en Diversity Media geprobeerd om een steentje bij te dragen aan het veranderen van deze norm. Dit is het eindrapport van de onderzoeken die zijn uitgevoerd binnen dit project.
DOCUMENT
Dat er op de stagemarkt sprake is van kansenongelijkheid, wordt door de ruim 50 studenten waarmee er in dit onderzoek naar stagediscriminatie is gesproken onderschreven. Studenten geven aan dat veel stagebedrijven nog altijd vasthouden aan een bepaald normbeeld. Het hebben van een ander uiterlijk, een migratieachtergrond of buitenlandse naam zou resulteren in een beduidend kleinere kans op een stage. Dit geldt ook wanneer er sprake is van een van de heersende norm afwijkende religie, gender of seksualiteit. Sommige studenten concluderen dit uit eigen ervaringen op de stagemarkt. Anderen hebben verhalen gehoord van vrienden, familieleden of schoolgenoten die bij het zoeken naar of lopen van een stage werden geconfronteerd met uitsluiting of discriminatie. Deze verhalen en ervaringen blijken van invloed op de houding van studenten ten aanzien van het stagezoekproces. Dit rapport doet verslag van het onderzoek en biedt aanbevelingen en tips.
DOCUMENT
Quota voor representatieve vertegenwoordiging hebben averechtse effecten.
DOCUMENT
De verhouding tussen jongeren en de politie in de Haagse Schilderswijk is al jaren moeizaam. Na de dood van Mitch Henriquez door politiegeweld leidden de opgebouwde frustraties in 2015 tot rellen. Desondanks stelden diverse onderzoekers dat er geen sprake was van buitenproportioneel optreden of discriminatie door de politie. Tegen deze achtergrond voerde het lectoraat Burgerschap en Diversiteit van De Haagse Hogeschool een onderzoek uit naar het vertrouwen van jonge Schilderswijkers in de politie. Uit hun verhalen blijkt dat zelfs zeer kritische jongeren grote waardering hebben voor hun wijkagent, maar dat het gevoel van discriminatie alomtegenwoordig is. Ook wordt duidelijk dat de interactie tussen jongeren en politie alleen kan worden begrepen tegen de achtergrond van de ongelijke machtsverhoudingen op macroniveau.
DOCUMENT
Besef, we leven in 2021 en stagediscriminatie is nog steeds gaande. Het blijft een hardnekkig probleem waar veel jongeren mee te maken hebben. Niets is zo fucked up als het gevoel hebben dat je niet mag zijn wie je bent in deze maatschappij. Daar weten Nasrin en Samia (beiden 18) alles van. Zij kregen niet zo lang geleden nog met stagediscriminatie te maken en deelden hun verhaal met FunX om dit probleem onder de aandacht te brengen. Ook sprak FunX met de 20-jarige Francisca, die op dit moment onderzoek doet naar de oorzaken van stagediscriminatie en de mogelijke oplossingen.
LINK
Als de veiligheid verbetert, maar de Rotterdammers dat niet lijken te merken, schiet het veiligheidsbeleid tekort. Bij de behandeling van het nieuwe veiligheidsprogramma, #Veilig010 (Gemeente Rotterdam, 2013), werd een raadsbrede motie ingediend om te achterhalen wat achter deze ontwikkeling schuilgaat. En vooral natuurlijk, wat daaraan gedaan zou kunnen worden. Dus werd besloten tot een zogenaamde ‘brede consultatie’. Als Rotterdamse lector Publiek Vertrouwen in Veiligheid legt Marnix Eysink Smeets zich al geruime tijd toe op de vraag hoe burgers hun veiligheid ervaren, waardoor die ervaring wordt beïnvloed en – vooral – wat je als bestuur eraan kunt doen om de veiligheidsbeleving op een voldoende niveau te brengen of te houden.
DOCUMENT
Met dit onderzoek wordt beoogd studenten en docenten dusdanig toe te rusten met kennis en vaardigheden om stagediscriminatie tegen te gaan, opdat er in de toekomst minder sprake zal zijn van stagediscriminatie. En dat docenten en studenten gezamenlijk handvatten ontwikkelen om dit te realiseren.
MULTIFILE
Willen sociaal werkers strijden tegen sociaal onrecht, dan moeten zij de perverse kanten van regelgeving signaleren, en wijzen op onrechtvaardige machtsrelaties. Maar minstens zo belangrijk: zij moeten ook machtsmechanismen in werkwijzen – zoals het positieve denken – aanvechten, betoogt Richard de Brabander.
LINK
In een pluriforme en democratische samenleving is het leren omgaan met diversiteit en verschillen een belangrijke burgerschapscompetentie. Vanuit de contacttheorie kan worden verondersteld dat contact tussen leden van verschillende sociale groepen hier een positieve bijdrage aan levert doordat het vooroordelen en discriminatie kan verminderen. Een onderwijsomgeving met weinig diversiteit in opvattingen en sociale achtergronden beperkt daarmee de mogelijkheid om vanuit de contacttheorie positieve effecten te genereren. Het doel van dit onderzoek is om meer inzicht te krijgen in de pedagogisch-didactische handelingen van docenten Burgerschap om studenten – binnen een homogene onderwijsomgeving – te leren omgaan met verschillen. Hiertoe zijn zowel mbo-docenten als mbo-studenten geïnterviewd. Uit de resultaten blijkt dat docenten hiervoor gebruik maken van verschillende werkvormen, zoals dialogische didactiek, rollenspellen, samenwerkingsopdrachten en excursies. Deze werkvormen komen gedeeltelijk overeen met de uitgangspunten van de contacttheorie. Er kan dus worden geconcludeerd dat er diverse opties zijn om het leren omgaan met verschillen te bevorderen binnen een homogene onderwijsomgeving.
MULTIFILE