This research paper looks at a selection of science-fiction films and its connection with the progression of the use of television, telephone and print media. It also analyzes statistical data obtained from a questionnaire conducted by the research group regarding the use of communication media.
As part of my PhD research, I investigate the factors of student success and the influence of the use of social media by first year students in higher education. For this I use the insights provided by the highly influential and leading integration theory of Tinto and diminished the amount of variables by only using the best predictive ones. Hereby, avoiding the capitalization of chance and establishing a more easy to use model for teachers and management. Furthermore, I enriched the model with the use of social media, in particular Facebook, to better suit students’ contemporary society in the developed world. Principal component analysis on Facebook usage provided different integration/engagement components, which I coined peer-engagement and knowledge engagement. Both consisted of various purposes of Facebook use (information, education, social and leisure) and the use of different pages amongst students. To uncover if these latent variables play a significant role in student success or if Facebook is a multi-distracting platform, two models were compared using structural equation modeling with SPSS AMOS; one with and one without the peer-, and knowledge engagement variables. The fit of both models are compared using the normed fit index (NFI), the comparative fit index (CFI), the Tucker-Lewis Index (TLI) and the root mean square error of approximation (RMSEA). In addition, the direct influence and indirect influence of all variables are compared to provide a better insight into what kind of influence social media can have upon student success.
Non-discursive practices such as the economy and political constellations have always caused shifts in history. However, in the network society of today, these shifts have become omnipresent. Globalization of health and medical tourism have created a shift or rupture in the history of healthcare provision and into the lives of different stakeholders. The purpose of this paper is to detect and assess the rupture caused by global health care or medical tourism within the field of the written media, in order to define the reality of medical tourism as a trans-historical field. The methodology of this study comprised an extensive discourse analysis of written and new media performed over a time frame of more than a decade. Market, medical, ethical and patient discourses were detected along scientific sources, international and local newspapers. Results indicate that a change in the market discourse has caused a shift in the attitude towards medical tourism, where ethical voices are seen as submissive to the market logic. In the current time perspective, medical tourism has become more mature with the development of non-ethical counterparts such as organ tourism and reproductive tourism as a consequence. The research framework shows that the general public receives a normative message from the medical tourism sector.
In Nederland heeft slechts 1% van de blinden een blindengeleidehond, terwijl een geleidehond het ideale hulpmiddel voor de doelgroep is. Een hond neemt de zichtfunctie over en neemt autonome navigatiebeslissingen wat een aanzienlijke fysieke energiebesparing oplevert voor de gebruiker. Helaas is een blindengeleidehond niet geschikt voor iedereen met een visuele beperking. Blindsight Mobility ontwikkelt een elektronisch sensor-gestuurd alternatief van een blindengeleidehond dat voor een bredere doelgroep toegankelijk is. Met moderne technieken brengt het zijn omgeving in kaart en begeleidt zijn gebruiker aan de hand, net als een geleidehond. Daarbovenop worden functionaliteiten toegevoegd die alleen mogelijk zijn met een elektronisch hulpmiddel.
In revalidatie-behandelteams zijn ergotherapeuten de ‘primus inter pares’ voor advisering over hulpmiddelen; hulpmiddelen die mensen met beperkingen ondersteunen bij activiteiten in zelfverzorging, onderwijs, spel, arbeid en wonen. Behoud van deze expertrol vraagt van ergotherapeuten om de nieuwste technologieën te integreren in de praktijk. Een snelgroeiende ontwikkeling betreft technologie waarmee men zelfhulpmiddelen kan ontwikkelen, maken of aanpassen. Zogenaamde do-it-yourself-technologie (DIY) met 3D-printing als bekendste voorbeeld. Revalidatie-ergotherapeuten van Adelante, Libra en Sevagram willen met DIY-technologie aan de slag om hulpmiddelen meer op maat, goedkoper en sneller te vervaardigen in nauwe samenwerking met hun cliënten. Onduidelijk is echter hoe een revalidatiedienst met DIY-technologie eruit kan zien, hoe deze in te bedden is in de dagelijkse praktijk, en hoe doorontwikkeling bewerkstelligd kan worden. Maken van hulpmiddelen met DIY-technologie past bij de identiteit van de ergotherapeut, maar vraagt om nieuwe werkwijzen en samenwerkingsverbanden om nieuwe kennis over techniek, ontwerpen en over materialen. Daarnaast spelen vragen van medische, financiële, ethische en juridische aard een rol. Met de ergotherapeuten kwamen we tot de volgende hoofdvraag: Hoe maken we als ergotherapeuten DIY-technologie, zoals 3D-printen, tot een integraal onderdeel van onze praktijk om met onze cliënten tot maatwerk-hulpmiddelen te komen? Deze vraag wordt binnen de drie centra, in vier fasen (analyse, design/testen, implementatie, doorontwikkeling) opgepakt met actieonderzoek als centrale methode en een diversiteit aan kwalitatieve en kwantitatieve manieren van gegevensverzameling. Partners in deze projectaanvraag (revalidatie-professionals, kennisinstellingen, brancheorganisaties, cliëntenorganisaties en ondernemers) zijn overtuigd dat DIY-technologie meerwaarde biedt voor het aanbod aan hulpmiddelen en invloed heeft op de eigen regie en participatie van cliënten. Met ondersteuning van hun uitgebreide expertise wordt de nieuwe dienst beschreven en wordt een toolbox DIY-technologie ontwikkeld en geïmplementeerd. Ook wordt een database voor zelfgemaakte hulpmiddelen en een DIY-community gerealiseerd. Deze kennis wordt gebruikt in het onderwijs van ergotherapie, Healthcare Engineering en Communication and Multimedia-Design.
Sinds de corona reset wordt in de culturele en creatieve sector volop geïnnoveerd om tijdelijke sluitingen en financiële verliezen te compenseren. Aanbieders van hoogwaardige culturele programma’s, zoals presentatie-instellingen en zelforganiserende collectieven, coördineren in hoog tempo digitale expositieruimtes, livestreams en online debatten, waarmee ze hun bestaande (offline en lokale) en nieuwe (online en mondiale) publiek bedienen. Soms ook tegelijkertijd, in een hybride evenement; met een beperkt live publiek én een onbeperkt aantal online bezoekers. Hoe zorgen zij dat beide groepen bij deze livecastings een gelijkwaardige ervaring hebben? En hoe benutten ze de potentie van dit opgenomen materiaal voor publicatie en blijvende publieksinteractie in hun digitaal (web)archief? Ad hoc coronaoplossingen behoeven nu toekomstbestendige doorontwikkeling. Met MKB’ers ontwikkelen we een langetermijnvisie op off/online kennisdeling van hun culturele aanbod, op voorwaarden van duurzaamheid en technologische onafhankelijkheid in het beheer en de data-opslag van hun gepubliceerde materiaal. Verregaande digitalisering en klimaatoverwegingen geven namelijk naast corona urgentie aan een visie op hybride programmering. In het onderzoek worden werkende principes ontwikkeld voor een langetermijnvisie op een hybride en kwalitatief hoogwaardig programma-aanbod, met het oog op het bedienen van nieuw en bestaand publiek na de corona reset, via participatieve livecasts van evenementen, de samenhangende verslaglegging daarvan middels publicaties die uiteindelijk in levende archieven te komen: Om het knelpunt van ‘schermmoeheid’ bij eindgebruikers van programma-aanbod te voorkomen, ontwikkelen we werkende principes in het oplossingsgebied ‘participatieve livecasting’, om de succespijler ‘gezamenlijke publiekservaring bij online evenementen’ te bewerkstelligen. Om het knelpunt van ‘gefragmenteerde informatievoorziening’ bij programma-aanbieders te voorkomen, ontwikkelen we werkende principes in het oplossingsgebied ‘hybride publicaties’, om de succespijler ‘samenhang in off/online programma-aanbod’ te bewerkstelligen. Om het knelpunt van een ‘reactieve houding’ bij programma-aanbieders te voorkomen, ontwikkelen we werkende principes in het oplossingsgebied ‘levende archieven’, om de succespijler van een ‘anticiperende houding in de werkwijze van programma-aanbieders’ te bewerkstelligen.