Uit de inleiding: "Ziekenhuiszorg wordt steeds duurder en complexer. Ziekenhuis Rivierenland uit Tiel wilde daarom meer procesgericht werken, en zo de efficiency en het kwaliteitsniveau verhogen. Het ziekenhuis vroeg het lectoraat Procesinnovatie en Informatiesystemen van Kenniscentrum Innovatie & Business (Hogeschool Utrecht) om mee te denken. Het lectoraat en ziekenhuis ontwikkelden daarop gezamenlijk een procesmodel voor de zorg; alle zorgprocessen binnen het ziekenhuis zijn daarin onder te brengen."
DOCUMENT
De GIDO-Stichting en het Lectoraat Duurzame Leefomgeving van het instituut ROM van Saxion Hogeschool houden zich beide bezig met kennisontwikkeling op het gebied van duurzaam ruimtegebruik. De GIDO-Stichting doet dat door het begeleiden en ondersteunen van innovatieve gebiedgerichte projecten, waarbij altijd het uitgangspunt is ‘de burger staat centraal’. Het centrale element in het onderzoek van het Lectoraat is een duurzame ruimtelijke ontwikkeling. Het lijkt logisch dat beide partijen wat voor elkaar kunnen betekenen. In het voorjaar van 2003 is overeengekomen dat het Lectoraat ingeschakeld wordt bij de evaluatie van GIDO-pilots met als doel nieuwe praktische kennis te genereren en te verspreiden ten behoeve van nieuwe projecten. Het project-Vertrouwenspact Leefbaar Evertsoord is het eerste project dat daarbij voorbij komt.
MULTIFILE
Gezonde School-adviseurs (GSA) van de GGD ondersteunen scholen bij het implementeren van de Gezonde School-aanpak. Omdat iedere school uniek is, is een contextgerichte manier van ondersteunen noodzakelijk. Om GSA’s bewust te maken van en aan te moedigen om te werken met zo’n contextgerichte aanpak is een training ontwikkeld. Wij beschrijven hoe deze training door middel van cocreatie tot stand is gekomen en reflecteren op dit proces. Het ontwikkelproces bestond uit drie fasen: 1) inventarisatie van taken en behoeften van GSA, 2) ontwikkeling van de training, en 3) een pilottest van de training. Alle fasen hebben plaatsgevonden in cocreatie tussen onderzoekers, GSA’s uit de praktijk en het landelijke programmateam Gezonde School. Evaluatie van de twee gehouden pilots laat zien dat de ontwikkelde training goed wordt ontvangen (algemeen rapportcijfer: respectievelijk 7,4 en 8,4). Een reflectie op het ontwikkelingsproces laat zien hoe groot het belang is van cocreatie gedurende het gehele proces. Hierdoor kon continu rekening worden gehouden met de dagelijkse praktijk van de GSA’s en hun wensen en behoeften. Ook kon er zo voor gezorgd worden dat de training goed aansluit bij het huidige landelijke deskundigheidsbevorderingsaanbod voor GSA’s en de Gezonde School-aanpak in het algemeen.
DOCUMENT