Dit proefschrift beschrijft productinnovatie door betrokkenheid van gebruikers en klanten van het midden- en kleinbedrijf. Het onderzoek is ondersteund door de Hogeschool Utrecht
LINK
Onze wereld verandert continu en dus veranderen onze beroepen daarin mee. Volgens Ineke van der Meule, directeur Centrum voor Lectoraten en Onderzoek, en Rianne Valkenburg, lector Kennistransfer in Productinnovatie, zou dat dé focus moeten zijn van hbo-onderzoek. "Daarmee is onderzoek van De Haagse Hogeschool niet alleen maatschappelijk relevant voor onze directe omgeving, maar ook voor onszelf en onze toekomst."
DOCUMENT
" ProRail en NS willen het spoor en haar stations verduurzamen. Een eerste belangrijk aandachtpunt was energiereductie en het opwekken van duurzame energie. Maar hoe ziet een circulair station eruit? En wat betekent dat eigenlijk, een circulair spoor? Bureau Spoorbouwmeester werkt aan de vraag hoe deze ambitie ruimtelijk tot expressie komt. In het volgende Spoorbeeld ligt daarom de focus op circulaire stations. Wat betekent het streven naar circulariteit voor het ontwerp van stationsgebouwen, voor onderhoud en beheer van assets? In dit nieuwe essay wordt onderzocht wat circulaire denken en doen inhoudt. Waarom is circulariteit belangrijk en wat houdt dat in een opgave circulair aanpakken? Er worden vier invalhoeken gepresenteerd ten aanzien van een dergelijke opgave. Verder worden circulaire strategieën omschreven om een dergelijke opgave aan te pakken. Vervolgens worden ter inspiratie gangbare circulaire strategieën gepresenteerd aan de hand van voorbeeld in de vorm van een apart beeld essay. Tot slot wordt stil gestaan bij wat er nodig is om circulair te kunnen werken. Het essay “Circulaire Stations” verschijnt op 10 oktober, op de Dag van de Duurzaamheid. Mieke Oostra is lector Nieuwe Energie in de Stad aan de Hogeschool Utrecht en gepromoveerd op productinnovatie in de bouw en de rol daarin van architecten. Zij schreef dit op ons verzoek samen met CIVIC Architecten. "
LINK
Dit Raakproject beoogt door middel van praktijkgericht onderzoek MKB-bedrijven in de agri & food -sector in staat te stellen om eindgebruikers (consumenten) effectiever te betrekken bij productinnovatie. Tot nu toe doen MKBers dat te weinig omdat ze onvoldoende kennis hebben van klantonderzoek en omdat er bij de MKB-ers vaak onvoldoende middelen zijn om onderzoeksbureaus in te schakelen. Daardoor wordt er ongericht teveel geprobeerd wat tot verspilling van middelen leidt. Tegelijk worden de directe klanten (de retailers) steeds kritischer op nieuwe producten. De vraag van de MKB-bedrijven is: hoe kunnen we de consument beter betrekken bij producttesten? De sector agri & food is qua werkgelegenheid een zeer belangrijke sector, zeker in Noord Nederland. Het is daarom van groot maatschappelijk belang dat deze sector succesvol innoveert. Aan dit Raakproject doen 12 MKB-bedrijven mee. Daarnaast is branche-organisatie MKB-Noord en TCNN vertegenwoordigd. Vanuit de Hanzehogeschool Groningen participeren twee Lectoraten: Marketing, en Voeding & Gezondheid. Voorts is het Lectoraat Food Physics van Hogeschool Van Hall Larenstein betrokken. Dit Raakproject vormt een verbinding tussen de drie Lectoraten. De onderzoeksaanpak is participatief; dat betekent dat de innovatieproblematiek van de 12 deelnemende MKBbedrijven de basis vormt van het onderzoek. Tijdens het project brengen de deelnemers de eigen innovatiepraktijk in als case. Door middel van het gericht volgen van deze processen gecombineerd met designsessies met alle deelnemers, wordt toegewerkt naar concrete handreikingen en instrumenten waarmee het innovatieproces klantgerichter en effectiever wordt. Daarmee wordt de economische positie van de MKB-bedrijven versterkt. De uitkomsten van het onderzoek worden breed gecommuniceerd, onder andere in publicaties en een symposium, en worden geïntegreerd in de opleidingen op het gebied van Marketing en Food.
DOCUMENT
"The World of the [open] innovator" described the background of the revolution we are in in innovation and what the consequences are for innovation, changing towards design driven open innovation. We reframed innovation to meet new needs and values of companies and organizations in our work field. We do not take this light-hearted. We know the field of innovation and used our experience and conversation with stakeholders to come up with the insight of The [open] Innovator. What strengthened us were reactions from companies and organization we asked to cocreate or participate. There seemed to be an instant recognition and appeal to our vision and approach. But we also realize that we are in the stage of prototyping and we need you, as our lead users to be critical, yet to trust us. You, being an [open] innovator, will do great wonders, because you will be taught to deal with this uncertainty and dig in new, unknown situations or problems. You will learn the tools for research, for communication, for visualization. You will become a cooperative, open-minded problem solver. You will be able - with all the skills and tools we will provide you - to make the difference. But we need you to reflect upon your progress and needs; help us to get an insight in to your uncertainties, values and unmet needs, to enable us to improve our thinking and teaching. However, innovation can only be learned by doing! Start cracking, start experimenting, start having fun. Welcome to the future, that has just started.
DOCUMENT
The world is rapidly transforming. Economic, ecological and technological developments transcend existing boundaries and challenge the way we innovate. The challenge we face is to reinvent innovation as well, changing the way organisations and industries innovate and cooperate. Only with a new approach we can design a better future: an approach where stakeholders from government, organisations, companies and users participate in new ways of collaboration; an approach where solutions are realised that makes our society future-proof. Participatory innovation means that the innovation team changes: expanding beyond the boundaries of the own organisation. For organisations and companies, this is a huge step. Every partner must be willing to think and act beyond their own borders and participate in a joint effort. Participative innovation is a new way of working, where new challenges are encountered. In the field of urban lighting, this transformation is strongly felt. This paper will further explore the challenge and describe a rich case study where participative innovation is used to rethink, redesign and realise the solutions to transform urban lighting from functional lighting to improving social quality.
DOCUMENT
This paper deals with the complexity of doing research in design practice. More and more projects and papers appear dealing with this topic and the time has come to draw up the balance sheet. This paper starts with explaining the status of design research until now, in which we indicate the challenges to overcome to become a mature research field. We discuss nine issues which are - according to our experience - important to overcome. Within each issue we indicate the problem that we encounter (or have seen being encountered) while executing design research in practice. For each problem we propose a solution that fit both to the quality standards and methodology of scientific research and to the quality standards required in daily design practice.
DOCUMENT
Ketensamenwerking werkt! Uit het uitwisselingsproject blijkt dat verschillende vormen van ketensamenwerking tussen woningcorporaties en bedrijven tot voordelen heeft geleid als kortere doorlooptijden, grotere bewoners- én medewerkerstevredenheid, een betere prijs-kwaliteitverhouding van de gerenoveerde woningen, en meerwaarde op de langere termijn. We kunnen op basis hiervan gerust stellen dat ketensamenwerking succesvol kan zijn. Dit neemt niet weg dat er nog veel werk verzet moet worden om de prestaties als gevolg van ketensamenwerking ook kwantitatief te meten. Betrokkenen in dit uitwisselingsproject en andere ervaringsdeskundigen wijzen er ook op dat ketensamenwerking pas echt vruchtbaar is, als het een structureel, projectoverschrijdend karakter heeft en zich uitstrekt over alle bouwprocesfasen. Het eerste houdt in dat de selectie van bedrijven (consortia) voorafgaat aan de selectie van projecten. Het tweede betekent dat ook de beheer- en exploitatiefase van de woningen in de ketensamenwerking is betrokken. Een groeiend aantal woningcorporaties omarmt de denkwijze van het sturen op levensduurkosten of ‘total costs of ownership (TCO)’ van woningen, in plaats van sturing op initiële investeringen en beheer-, energie- en onderhoudskosten. Het koppelen van de beheer- en onderhoudsperiode aan initiële ingrepen leidt naar verwachting tot lagere levensduurkosten en hogere prestaties gedurende de levensduur van woningen. Ook komen consortia van aanbodpartijen met concepten op de markt voor de renovatie van referentiewoningtypen. De verwachte exploitatieduur van deze concepten is niet duidelijk. Investeringen in nieuwe bouwproducten en technologieën als deel van deze concepten kunnen zich pas terugverdienen in de exploitatiefase.
DOCUMENT