Stakeholders in Zuid-Limburg hebben zich verenigd om te komen tot een Gezondheidsakkoord, met als doel de gezondheid en de participatiegraad te verhogen tot minimaal het landelijk gemiddelde. Aanleiding en verloop van het proces worden geschetst. Grote vraag blijft: komt de beweging op gang en is men in staat om voldoende gas te geven? Net als in het energieakkoord zijn de doelstellingen ambitieus en door geen enkele partij alleen te bereiken. De uitdaging is om te bewerkstelligen dat partijen sectoroverstijgend denken en samenwerken, en vasthouden aan gezamenlijk gemaakte afspraken.
In dit rapport worden de resultaten van de Sociale Innovatie Monitor Limburg 2019 (SIML) gepresenteerd. Dit onderzoek naar sociale innovatie in Limburgse organisaties werd van januari 2019 tot mei 2019 uitgevoerd door het Lectoraat Employability van Zuyd Hogeschool en het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) Universiteit Maastricht, in samenwerking met Neimed, Sociaal-Economisch Kenniscentrum en de Limburgse Werkgevers Vereniging (LWV). Sociale innovatie wordt door het Network Social Innovation (NSI) van de Universiteit Maastricht gedefinieerd als: vernieuwingen in organisaties en nieuwe manieren van werken, die leiden tot het beter ontwikkelen en benutten van de vaardigheden van medewerkers, om daarmee de prestaties van de organisatie te verhogen of andere organisatie-, maatschappelijke-, of medewerkersdoelen te verwezenlijken. Door de monitor jaarlijks uit te zetten en in kaart te brengen hoe het sociale innovatievermogen zich ontwikkelt binnen organisaties in Limburg, hopen het Zuyd Lectoraat Employability, ROA, Neimed en de LWV een impuls te geven aan de optimalisering van diverse bedrijfsinterne en –externe sociale innovaties. In deze editie van de monitor staat het thema ‘Economie 4.0: werken aan digitale vaardigheden’ centraal.
Al meer dan honderd jaar zijn bedrijventerreinen dé aangewezen locatie om te ondernemen en te produceren. In Nederland zorgen zo’n 3.500 terreinen (> 80.000 hectare) voor meer dan 30% van de werkgelegenheid. Bedrijventerreinen zijn voor de Nederlandse economie van groot belang en vertegenwoordigen een ongekend, maar zwaar onderschat circulair potentieel. Grote effecten zijn te bewerkstellingen op het gebied van de circulaire economie, o.a. door het sluiten van materiaalstromen1. Dit potentieel krijgt echter vanuit overheidswege nauwelijks aandacht. Zo wordt in het Klimaatakkoord (2019) met geen woord gerept over circulariteit op bedrijventerreinen en in de dertig Regionale-Energie-Strategieën, die hieraan uitvoering geven, komen circulaire bedrijventerreinen amper terug. Het organiseren van publiek-private krachtenbundeling op bedrijventerreinen is essentieel voor het aanboren van de circulaire potentie. De rolinvulling van de lokale beleidsmedewerker werklocaties (zoals de EZ/RO-ambtenaar, accountmanager bedrijventerreinen en projectleider duurzaamheid) is echter weerbarstig. Enerzijds is het een zoektocht naar operationalisering van het concept circulaire bedrijventerreinen. Anderzijds moet het oorspronkelijk vooral inhoudelijke profiel worden verbreed naar een rol als innovatieve aanjager/procesmanager. Betrokken beleidsmedewerkers missen echter de juiste vaardigheden en tools voor een praktische aanpak om samen met ondernemers tot resultaten te komen. Dit geldt ook voor de hbo-opleidingen, als kraamkamer voor deze professionals. De circulaire potentie van bedrijventerreinen wordt daardoor onderbenut. De volgende vraagstelling staat in RAAK-project SAMEN BETER centraal: “Hoe kan de lokale beleidsmedewerker een effectieve katalysator worden om de circulaire potentie van bedrijventerreinen te benutten in co-creatie met relevante stakeholders?” Fontys Hogescholen en de Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN) willen met 9 gemeenten, 3 provincies, ondernemersorganisaties en bedrijventerreinenexperts de rol van de publieke professional versterken. Het consortium beoogt ontwikkeling van kennis en kunde, integrale besliskaders en op maat gemaakte procesvormen om realisatie van circulaire bedrijventerreinen een stap dichterbij te brengen. Het project wordt gesteund door lokale werkgeversorganisaties, parkmanagementorganisaties en bedrijventerreinverenigingen.
“Een gezonder Nederland… dát is wat we willen bereiken. Met kinderen die een goede start maken en daar hun leven lang profijt van hebben (Nationaal Preventieakkoord 2018). Scholen kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan de gezondheid en het gezondheidsgedrag van kinderen. Dat blijkt uit het onderzoek ‘de gezonde basisschool van de toekomst ’. Binnen dit project is onderzoek gedaan naar de impact van gezonde voeding en (meer) bewegen van kinderen in het primaire onderwijs. De resultaten zijn veelbelovend; ‘kinderen bewegen meer, eten gezonder en hebben een beter gewicht’ Het onderzoek is kleinschalig uitgevoerd en de resultaten zijn zo veelbelovend dat er behoefte is om te onderzoeken hoe het project uitgerold en opgeschaald kan worden. Doel van deze aanvraag is om samen met bedrijven, de gemeente Venlo, de Provincie Limburg en kennisinstellingen de mogelijkheden te onderzoeken om een rekenmodel te ontwikkelen waarmee de kostentechnische haalbaarheid, alsmede de schaalbaarheid van ‘de gezonde basisschool van de toekomst’ naar een Limburgse en Nederlandse omvang inzichtelijk gemaakt wordt. Dit onderzoek sluit aan bij thema’s ‘voedsel’ en ‘gezondheid’ van het missie gedreven topsectoren en innovatiebeleid en sluit aan op lijn 4 ‘praktijkgerichte instrumenten met focus op mkb en regio.