Deze studie richt zich op de vraag in hoeverre overheidsinitiatieven gericht op gedragsverandering rekening houden met de intermediërende invloed van sociaalpsychologische mechanismen bij de totstandkoming van gedrag. Het onderzoek laat zien dat een sterk rationele aanpak en een gebrek aan aandacht voor de alledaagse realiteit waarin burgers hun keuzes maken, kan leiden tot onbedoelde effecten. In de dagelijkse praktijk blijken burgers verre van rationeel en zijn tal van onbewuste, irrationele processen, die kunnen worden getriggerd door diverse situationele factoren, van invloed op gedrag. Dit besef is essentieel om te komen tot gedragsveranderend overheidsbeleid.
DOCUMENT
Ter voorbereiding van zijn advies [Nr 55; 2014] over beïnvloeding van gedrag door de overheid heeft de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO) aan Baukje Stinesen en Reint Jan Renes gevraagd een verkennend onderzoek te doen naar overheidsinitiatieven die zich richten op gedragsbeïnvloeding van de burger in de domeinen gezondheid, mobiliteit en financiën.
DOCUMENT
Wat we vinden en zeggen over mobiliteit, staat vaak haaks op wat we doen. Gedragswetenschapper Reint Jan Renes krijgt van Re. (Rethinking Mobility) carte blanche om het mobiliteitsgedrag te veranderen in een denkbeeldige organisatie. Welke middelen zou hij inzetten?
MULTIFILE
Bij het ontwikkelen van interventies en scenario’s voor de coronacrisis moeten we rekening houden met crises die het gevolg zijn van de COVID-19 pandemie, want die beïnvloeden elkaar. Maar de kennis over een van die crises, de psychologische crisis, is schaars.
LINK
Op het FIAR Congres 2024 sprak Jeske Nederstigt, onderzoeker Sociale Innovatie en Gedragsverandering en auteur van het boek Consumentengedrag. Haar presentatie richtte zich op de evolutie van consumentengedrag in relatie tot veranderende maatschappelijke omstandigheden. Haar blik hierop bood inzicht in de psychologische aspecten die ten grondslag liggen aan de veranderingen in het consumentengedrag. Dit verslag geeft een inkijkje in de belangrijkste punten uit haar presentatie.
LINK
Marnix Eysink Smeets constateert dat de veiligheidsbeleving van het publiek al langer hoog op de politieke agenda staat. Criminologisch onderzoek op dit terrein heeft veel inzichten opgeleverd in operationalisering, meetmethoden en determinanten van angst voor criminaliteit. Maar over mechanismen, trends, effecten en beïnvloedbaarheid is veel minder bekend. Daarnaast valt op dat veel onderzoekers eenzijdig gericht zijn op de ‘traditionele’ angst voor criminaliteit, terwijl zich inmiddels nieuwe misdrijven en dreigingen hebben gemanifesteerd.
DOCUMENT
Ik wil vandaag vooral ingaan op de vraag hoe gedrag als object van studie gedefinieerd kan worden en hoe daar onderzoek naar gedaan kan worden. Aan de orde komen achtereenvolgens de psychologische, pedagogische, epistemologische en professionele plaatsbepaling van het lectoraat, dat als opdracht heeft om praktijkgericht onderzoek uit te voeren naar gedrag in de educatieve praxis. Die opdracht zal ik verbinden met de noodzaak om onderzoek naar gedrag van leerlingen en leraren te verbinden met onderzoek met en door leerlingen en leraren (c.q. studenten).
DOCUMENT
Ik wil vandaag vooral ingaan op de vraag hoe gedrag als object van studie gedefinieerd kan worden en hoe daar onderzoek naar gedaan kan worden. Aan de orde komen achtereenvolgens de psychologische, pedagogische, epistemologische en professionele plaatsbepaling van het lectoraat, dat als opdracht heeft om praktijkgericht onderzoek uit te voeren naar gedrag in de educatieve praxis. Die opdracht zal ik verbinden met de noodzaak om onderzoek naar gedrag van leerlingen en leraren te verbinden met onderzoek met en door leerlingen en leraren (c.q. studenten).
DOCUMENT
Regelmatig bewegen en het hebben van een gezond voedingspatroon hebben een bewezen relatie met de fysieke en mentale gezondheid. In de westerse samenleving voldoet echter een aanzienlijk deel van de bevolking niet aan de richtlijnen van een gezonde leefstijl. Er is behoefte aan meer inzicht in de oorzaken van inactiviteit en aan gedragsveranderingsstrategieën omhet beweeggedrag van inactieve volwassenen op de langere termijn effectief te verbeteren. Het doel van dit proefschrift is een verandermethode te ontwikkelen voor het stimuleren van bewegen voor de eerstelijnszorg. Daarvoor zijn er barrière overtuigingen geïdentificeerd die het beweeggedrag van zowel inactieve als actieve mensen belemmeren. Vervolgens hebben we een theorie geschreven over het werkingsmechanisme van verschillende typen barrières en zijn erverschillende veranderstrategieën ontwikkeld om barrière overtuigingen te doen afnemen. De effecten van deze ‘barrière-methode’ op barrière overtuigingen, beweeggedrag, voedingsgedrag en de kwaliteit van leven zijn onderzocht bij ‘inactieve’ eerstelijnszorgpatiënten. Zowel inactieve als actieve mensen bleken tal van barrière-overtuigingen bij bewegen te ervaren. De resultatenvan ons onderzoek tonen aan dat, in vergelijking met de ‘usual care’ binnen de eerstelijnszorg, de barrière-methode effectiever is in het doen afnemen van barrière-overtuigingen en het doen toenemen van bewegen en de kwaliteit van leven op langere termijn. De in dit proefschrift beschreven psychologische mechanismen spelen mogelijk ook een rol bij gedragsverandering van andere leefstijlgedragingen. De beschreven principes kunnen ook worden toegepast binnen andere soorten interventies, zoals in apps of community-based interventies. Daarnaast is de motivatie van Nederlandse huisartsen om te verwijzen naar leefstijlinterventies onderzocht en zijn patiëntindicatoren in het besluitvormingsproces bij het doorverwijzen in kaart gebracht. Om de motivatie van huisartsen en verwijzingen naar leefstijlinterventies te verbeteren, worden in dit proefschrift aanbevelingen gedaan voor de eerstelijnsszorg in Nederland zoals het ontwikkelen van een tool voor verwijzingen, het vergroten van kennis en het ontwikkelen van vaardigheden om leefstijl gedrag van patiënten te beïnvloeden. Ook zou de implementatie van leefstijlinterventies moeten worden ondersteund door speciaal opgeleide leefstijl professionals in de zorg. Uiteindelijk kan het bieden van effectieve evidence-based interventies voor het stimuleren van bewegen in potentie bijdragen aan een toename van delevensverwachting en de kwaliteit van leven in alle maatschappelijke segmenten.
DOCUMENT
Dit is alweer de vijfde editie van het congres Met het oog op behandeling. De afgelopen jaren hebben we gezien dat de maatschappelijke belangstelling voor mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB) sterk toeneemt. Dit jaar is er zelfs een Interdepartementaal Beleidsonderzoek gedaan door diverse ministeries over de positie van mensen met een LVB in de Nederlandse samenleving. In het onderzoeksrapport wordt gepleit voor het verbeteren van de communicatie tussen algemene voorzieningen en deze burgers. Voor alle professionals in het brede sociaal domein wordt aanbevolen dat zij meer kennis en vaardigheden moeten hebben voor hun hulp- en dienstverlening aan mensen met een LVB. Dat geldt voor alle professionals in het sociaal domein en in het bijzonder voor professionals die werken voor cliënten met een LVB waarbij sprake is van ernstige gedragsproblematiek en psychische problemen. In dat geval moet je kunnen omgaan met ‘onbegrepen gedrag’ en agressie en wil je beschikken over de beste, actuele kennis op dat gebied.
DOCUMENT