In dit artikel worden de mogelijke gevolgen belicht van de introductie van nieuwe en bestaande toepassingen van Bitcoin-technologie. De transnationale, decentrale en gedistribueerde peer-to-peer-structuur van de Bitcoin-technologie en van nieuwe toepassingen hiervan, hebben de potentie om bestaande sociale relaties en instituties te ontregelen. Het krachtenveld waarin maatschappelijke actoren staan kan hierdoor uit balans worden gebracht. De meest radicale van deze nieuwe technologieën is Ethereum. Met name het concept van de Digital Autonomous Organisation (DOA) heeft mogelijkerwijs verregaande consequenties. Ethereum is een ‘contract validating and enforcing system’, een gedistribueerd systeem dat een platform biedt voor autonome computerprogramma’s die in staat zijn om zelfstandig overeenkomsten met rechtspersonen en andere DOA’s aan te gaan en te ontbinden. Ik richt mij op de mogelijkheden van deze toepassingen als nieuwe platformen voor International Financial (Cyber) Crime.
Kijkend naar de ontwikkelingen in de medische en farmaceutische zorg, concludeer ik dat het belang van innovaties niet altijd in overeenstemming is met de snelheid waarmee die innovaties hun plek krijgen in het standaardhandelingsarsenaal van zorgverleners. Veranderingen in de zorg gaan vaak langzaam en doorbraken worden slecht herkend. De vraag is hoe dit komt. Er blijken vele factoren van invloed op het mogelijke succes van een innovatie. Van groot belang is het inzicht dat innoveren meer is dan iets bedenken en dan maar aannemen dat het wel zal worden opgepikt door de (potentiële) doelgroep. Het aan de man brengen (‘dissemineren’) van de innovatie is mede bepalend voor een succesvolle implementatie. In de farmaceutische zorg is voor deze overbruggingsfunctie een belangrijke rol weggelegd voor de farmakundige. Mijn lectoraat, dat is gekoppeld aan de opleiding Farmakunde, zal zich bezighouden met het onderzoek naar het proces om farmaceutische innovaties te dissemineren. In deze openbare les licht ik de context en consequenties van dit onderzoeksthema nader toe. Ik begin met een uitleg van de farmakundige en diens toegevoegde waarde in het werkveld (hoofdstuk 1), en vervolg met een korte beschrijving van recente veranderingen binnen de zorg (hoofdstuk 2). In het begeleiden van die veranderingen ligt een belangrijke meerwaarde van de farmakundige, en de missie van dit lectoraat. Daarna (hoofdstuk 3) beschouwen we het innoveren in de (farmaceutische) gezondheidszorg in meer detail. Hoofdstuk 4 geeft diverse handvatten voor het kiezen van de juiste interventies om de afstand tussen de innovator en de toekomstige gebruiker te overbruggen en zodoende de toegang voor de gebruiker tot de innovatie te verbeteren. De keuze van de onderzoekslijnen van mijn lectoraat, zoals in hoofdstuk 5 beschreven, is daarvan afgeleid
Verslag van de in de openbare les aangekondigde vijf 'kritische dialogen'. Die dialogen leveren (iets als) een agenda op voor de komende jaren, waarbij het voeren van 'de dialoog' zelf ook als agendapunt genoteerd kan worden! Bij wijze van agenda laat ik zien hoe kunst - voorbij therapie - als breekijzer kan werken in het zichtbaar maken van mensen die te vaak over het hoofd worden gezien. In een tijd dat de overheid tot zorgzaamheid verplicht op straffe van verlies van uitkering, lijkt een pleidooi voor burgervriendschap voor sommigen ongepast. Toch doen we het, als uitnodiging, omdat het kans geeft op vervulling van gewenste, betekenisvolle rollen - aan beide zijden! Bewonersgestuurde initiatieven maken naast sociale ook economische aansluiting mogelijk en daarmee een inclusievere economie. Net als 'de normaalste zaak' en net als bewegingen die de hele economie op een andere leest willen schoeien. Alles om het beste van iemands mogelijkheden waar te laten worden. Er zijn teveel schrijnende voorbeelden van uitsluiting en discriminatie op basis van etniciteit, huidskleur, geloof, aandoening, beperking, armoede, status (het niet hebben van papieren). In alle gevallen is radicale aansluiting (presentie) aan de orde op allerlei niveaus, maar zeker ook op dat van zorg en welzijn. Aansluiting houdt ook in oog hebben voor de maatschappelijke context die uitsluiting bestendigt. Aansluiting betekent ook naast mensen gaan staan, als professional, als burger, als overheid en niet meegaan met de taboeïsering van kwetsbaarheid, omdat dat de kwetsbaarheid van mensen in kwetsbare posities alleen maar verergert. Zonder voorbij te gaan aan de fricties en ongemakkelijkheden vaart Kwartiermaken tussen talent en kwetsbaarheid een eigen koers met een radicale verwelkoming van diversiteit
De veranderingen die op ons afkomen, bijvoorbeeld digitalisering en de energietransitie, brengen vragen en onzekerheid met zich mee over de toekomst. Hoe kunnen we die toekomst begrijpen en ermee omgaan Een ontwerpende aanpak voor toekomstverkenningen kan helpen.Doel Hoe kunnen organisaties toekomstverkenningen verbinden met adaptief anticiperend handelen in het heden om betekenisvol te innoveren in de huidige veranderlijke wereld? Het onderzoek draagt bij aan de kennisontwikkeling over adaptieve organisaties. Ook worden er tools ontwikkelt voor de praktijk. Resultaten Dit onderzoek loopt nog. Na afloop vind je hier de resultaten. In de praktijk De inspiratie voor dit onderzoek ontstond tijdens een aantal toekomstverkenningen waarin de ontwikkeling van future probes centraal stonden: Future Health Battle in 2014, Urban Futures Lab in 2015 en Healthy Inclusive City Challenge 2016. Tijdens meerdaagse interactieve programma’s werkten teams met o.a. studenten en beleidsmakers samen aan provocatieve “wat als” -vraagstukken. Deze werden omgezet in visuele ‘probes’; verbeeldingen die een concrete impressie geven van een mogelijke toekomst. Probes zijn vaak speculatieve producten of diensten, maar zonder de intentie om ze in productie te nemen. Ze bieden de mogelijkheid om te leren van de toekomst door discussies te voeren met betrokkenen over de (on)wenselijkheid van dit soort toekomstige ontwikkelingen. De onderzoeken leveren altijd inzichten op in waarden en drijfveren. Download de volgende publicaties voor een indruk en overzicht van Urban Futures Lab en Future Health battle. Download publicatie Urban Futures lab Download publicatie Future Health Battle Bekijk ook de video's voor een sfeerimpressie. Video Urban Futures lab Video Healthy Inclusie City Challenge Looptijd 01 april 2019 - 01 april 2023 Aanpak Future probing zet verbeeldingskracht en systemisch ontwerpen zodanig in dat betrokkenen van een innovatievraagstuk mogelijke toekomsten daadwerkelijk ervaren. Met deze ervaring en bijbehorende inzichten, kunnen innovaties in het heden betekenisvoller worden vormgegeven. We gaan onderzoeken hoe deze complexe processen precies werken. Nieuws Jezelf lokaal verwarmen in plaats van je hele huis stoken Probing duurzame warmtevoorziening ten behoeve van energietransitie in samenwerking met Energie U en studenten Communicatie en Multimedia Design. HU Studenten Future lab presenteren de toekomst Probing the future is een onderwijsmodule bij de opleiding Communicatie en Multimedia Design. The Future is Calling - Werken, leren en mobiliteit Vervolg op het probing traject met Ministerie I&W omtrent toekomst van (non-)mobiliteit. Van inzichten naar inspiratie naar concrete experimenten Resultaat van dit vervolg traject: near future experimenten. De mobiele toekomst in beeld gebracht Probing the future of mobility in samenwerking met Ministerie I&W, studenten minor Co-design. Studenten ontwerpen amfibisch huis Amfibisch zelfvoorzienend wonen als NL overstroomt, studenten werktuigbouwkunde, technische bedrijfskunde en elektrotechniek. Verslag Community Meeting 3 - Smart Urban Mobility Toekomst van mobiliteit op Utrecht Science Park in samenwerking met Community Smart Urban Mobility van CoE SSC. Het boek Smart Sustainable Cities is uit Caroline Maessen en Marieke de Roos schreven samen een hoofdstuk.
Textiel – een flexibel materiaal van natuurlijke en/of kunstmatige vezels – is essentieel voor mensen: het biedt bescherming, warmte en comfort als kleding en als interieurtextiel, én creëert en geeft uitdrukking aan onze individuele, sociale en culturele indentiteiten. Kleding – verantwoordelijk voor 60% van de wereldwijde textielproductie en 80% van de textielconsumptie – wordt gedomineerd door fast fashion: een door massaproductie en -consumptie gedreven volledig geglobaliseerd systeem van snel opeenvolgende kledingcollecties, van lage kwaliteit met korstondige levenscycli. Mede door groeiende middenklasse-economieën in o.a China en India en fast fashion is kledingconsumptie exponentieel gegroeid. De gemiddelde consument kocht in 2021 60% meer kleding dan in 2000. De textielsector kent wereldwijd een van de grootste ecologische negatieve footprints door enorme water- en energiegebruik, toxische stoffen in productieprocessen, grootschalige CO2-uitstoot en veel textielafval waarvan slechts een klein deel wordt gerecycled of verantwoord wordt hergebruikt. Bovendien domineren in veel textielproducerende landen slechte arbeidsomstandigheden. De textielsector moet als gevolg van Europese richtlijnen in 2050 volledig circulair zijn. De samenwerking tussen ArtEZ, Saxion en de Hogeschool van Amsterdam op het gebied van duurzame en circulaire waardeketens voor textiel versterken we tot de excellente SPRONG-onderzoeksgroep New Ecosystems in Textile work – NETwork. Om de spiraal van overproductie en -consumptie van slecht recyclebare textiele producten te doorbreken, richt NETwork zich op een systemische benadering van textiel dat voldoet aan functionele en esthetische voorwaarden voor kleding en interieur. Design staat daarbij centraal als spil in duurzame, circulaire en regeneratieve waardeketens van grondstofwinning, productie en consumptie tot (her)gebruik. Bestaande en nieuwe textiele materialen worden onderzocht met behulp van geavanceerde (data)technologie voor radicale (geheel nieuwe waardeketens) en incrementele (binnen bestaande waardeketens) innovaties met oog voor noodzakelijke overheidsregulering, nieuwe sociale en circulaire businessmodellen en veranderend consumenten- en gebruikersgedrag.
Zorgprofessionals willen graag dat mensen die zorg nodig hebben regie houden over hun eigen leven. Het is belangrijk dat zorgaanbieders ruimte en vertrouwen krijgen om de zorgprofessionals in hun organisatie daarin op de juiste manier te ondersteunen. Aan de andere kant zijn er de afgelopen jaren steeds meer eisen van gemeenten en financiers bij gekomen. Daardoor moeten zorgaanbieders vaker verantwoording afleggen aan deze kaderstellende partijen: er is meer beheersing van buiten de organisatie. Toezicht is belangrijk, zorgaanbieders willen verantwoording afleggen, maar de huidige control-systemen hebben volgens hen steeds meer negatieve effecten. Het spanningsveld tussen toezicht enerzijds en het leveren van goede zorg en behoud van motivatie door professionals anderzijds leidt tot een suboptimale situatie tussen beide partijen. Hoe komen ze daaruit? In dit project gaat het consortium samen met zorgaanbieders, hun zorgprofessionals en kaderstellende partijen nieuwe vormen van control ontwikkelen. Het is de bedoeling control-systemen te ontwikkelen die voldoen aan eisen van transparantie en verantwoording en die ook bijdragen aan de motivatie van zorgprofessionals, recht doen aan de onderlinge relatie, minder administratielast vragen en rekening houden met de professionaliteit van de zorgprofessionals. Door te zorgen voor de juiste hulpmiddelen (in de vorm van een training en een handleiding) kunnen ook andere partijen profiteren van dit project. Het consortium bestaat uit twee zorgaanbieders, één gemeente, de Hanzehogeschool, de Erasmus Universiteit en de beweging ‘Radicale Vernieuwing’ van het Landelijk Orgaan Cliëntenraden. Het gehele samenwerkingsverband beslaat 1 hogeschool (2 lectoraten, 1 Centre of Expertise en 1 adviesorgaan), 3 universiteiten, 5 zorgorganisaties, 3 aan de zorg-gerelateerde kenniscentra en adviesorganen en 2 gemeenten.