Dit artikel beschrijft een actieonderzoek waarin onderzocht is of gerichte feedbacktraining en –begeleiding aan basisschoolleerkrachten leidt tot professionalisering ten aanzien van het geven van passende feedback welke aansluit op de leer- en ontwikkelbehoeften van leerlingen. Directe aanleiding voor dit onderzoek was de veranderde onderwijsvisie waarbij geboden onderwijs en onderwijsorganisatie, gerelateerd moest worden aan het ontwikkelniveau van leerlingen. Leerkrachten hadden moeite met de rolomschakeling van kennisoverdrager naar begeleider en bewaker van leerprocessen. Om dit te ondersteunen is middels mindmapping, observaties en topicinterviews een beginsituatie bepaald waarop training en vervolgonderzoek kon aansluiten. Betrokken leerkrachten leerden door stimulated-recall interviews van het eigen feedback-handelen. De feedbackontwikkelingen zijn met behulp van een observatiemodel gemeten en in kaart gebracht. Afsluitend is het onderzoek geëvalueerd middels een vragenlijst. De resultaten van dit onderzoek wijzen uit dat de training en begeleiding positief heeft bijgedragen aan gewenste professionalisering in feedback. Verdere verdieping is echter nog gewenst. In de conclusie en discussie wordt hierop dieper ingegaan. In de aanbevelingen worden dan ook suggesties gedaan voor vervolgonderzoek en –interventies.
MULTIFILE
In dit artikel doen we verslag van een onderzoek naar het vakmanschap van de vmbo-docent in de bovenbouw. Het onderzoek is uitgevoerd in het kader van het innovatiearrangement Professional in Beeld (PiB) waarin drie vmbo-scholen en de lerarenopleiding Archimedes van de Hogeschool Utrecht gewerkt hebben aan het ontwikkelen van opleidings- en professionaliseringsactiviteiten gericht op de ontwikkeling van het vakmanschap van de vmbo-docent. In het onderzoek zijn negen praktijksituaties gefilmd en zijn met de betreffende docenten de praktijksituaties volgens de Stimulated Recall-methode nabesproken. De observaties en reflecties zijn getypeerd aan de hand van een daarvoor ontwikkeld kijkkader. De resultaten konden vertaald worden in vijf vignetten die de kern van het vakmanschap van de vmbodocent samenvatten: pedagogisch aansluiten, didactisch aansluiten, beroepsgericht werken, contextgericht werken, aandacht voor doorlopende leerlijnen en toekomstperspectief. Het artikel is als volgt opgebouwd. Eerst schetsen we de aanleiding en kader van het onderzoek. Daarna beschrijven we achtereenvolgens het kijkkader (onze operationalisering van het vakmanschap), de onderzoeksvraag, de onderzoeksgroep, de onderzoeksmethode en de dataverzameling en -analyse. Vervolgens gaan we in op de resultaten. We sluiten af met conclusies en aanbevelingen voor de lerarenopleiding
Ondanks de hygiënische voorzorgsmaatregelen heeft de voedingsverwerkende industrie te kampen met bacterieël besmette producten. Bedrijven zijn verantwoordelijk voor de veiligheid van hun producten en zijn verplicht de productielijn te bewaken en te beoordelen of hun producten voldoen aan de wettelijke eisen voor veilig consumptie gebruik. Tijdige diagnose van de veroorzaker van een productbesmetting, stelt bedrijven in staat tot sneller ingrijpen en wordt voorkomen dat besmette producten in de winkelschappen terecht komen. Dit initiatief richt zich op de ontwikkeling van de SID (See, Identify, and Destroy) robot is een initiatief van de stichting TROIKA. In de robot wordt diagnostiek gecombineerd met decontaminatie, waarbij bacteriofagen worden gebruikt. Bacteriofagen zijn bacterie-specifieke virussen die deze bacterie doden. Derhalve kunnen ze als natuurlijke vijand van bacteriën gebruikt worden voor duurzame ontsmeting. Deze behandeling is uitermate geschikt voor deze industrie, waar recalls voor enorme kosten zorgen, en waar de eisen voor voedselveiligheid hoog is. Een belangrijk onderdeel is de typering van de bacteriesoort die men wil bestrijden (Identify). De typeringsresultaten kunnen worden gebruikt om de besmettingsbron op te sporen en transmissieroutes op te helderen. De oplossing voor een typeermethode wordt gezocht in de toepassing van de DNA-sequencer (MinION) van Oxford Nanopore. Met de KIEM subsidie kan met Generade Hogeschool Leiden een pilot worden gestart om de praktijktoepassing van bacterie identificatie en -typering met behulp van de MinION te testen. De methode moet in staat zijn om zowel de bacteriestam te identificeren om de juiste bacteriofaag te selecteren en de juiste preventieve maatregelen te kunnen nemen. In de pilot richten we ons op de meest voortkomende bacteriële besmetting van voedingsproducten: Listeria monocytogenes. Naast het uitvoeren van de pilot wordt de KIEM subsidie aangewend om een consortium te formeren, waarmee een gezamenlijke projectvoorstel wordt opgesteld waarin de SID-robot verder kan worden ontwikkeld.
In Nederland hebben 75.000 tot 116.000 gezinnen te kampen met problemen op meerdere levensgebieden, zoals het voeren van de huishouding, opvoeding, financiën, individuele ontwikkeling en relaties. De lijdenslast van deze gezinnen is groot en de publieke kosten per gezin zijn hoog. Kenmerkend voor deze gezinnen is dat ze zowel problemen hebben in het gezin, als problemen met de hulpverlening. Sinds 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de ondersteuning aan gezinnen met meervoudige problemen. Sociaal werkers nemen een sleutelpositie in bij de ondersteuning aan deze gezinnen. Ze hebben de belangrijke taak om de problemen, die vaak van generatie op generatie doorgegeven worden, te doorbreken. Het realiseren van ondersteuning aan deze gezinnen is complex. Sociaal werkers verwoorden een paradox: de meervoudigheid van de problematiek vraagt om samenwerking, maar juist samenwerking is vanwege deze meervoudigheid moeilijk te realiseren. De ervaring leert dat gebrekkige samenwerking, zowel met het gezin als tussen de hulpverleners onderling, fatale gevolgen kan hebben. Sociaal werkers geven aan dat er een andere werkhouding nodig is om in gezinnen met meervoudige problemen effectief samen te werken. Zij willen komen tot een houding waarmee zij zich duidelijk positioneren, als professional verbinding kunnen leggen met alle betrokkenen (cliënten, sociaal netwerk, professionals en leidinggevenden) en deze kunnen aanspreken op (de effecten van) hun handelen. Om hun handelen te optimaliseren, willen zij structureel op hun houding reflecteren. In aansluiting op voorgenoemde behoeften van sociaal werkers ontwikkelen we, samen met sociaal werkers, een op sociale technologie gebaseerde ?tool?: een leerinstrument dat hun reflectie ondersteunt. Het doel van dit instrument is dat professionals hun op samenwerken gerichte houding kunnen observeren en hierop reflecteren in interactie met anderen als onderdeel van hun dagelijkse werkzaamheden. Op deze manier verbeteren professionals de kwaliteit van de samenwerking en daarmee ook de ondersteuning aan gezinnen met meervoudige problemen.
Onderwijs in Wetenschap en Technologie (W&T) is belangrijk om leerlingen voor te bereiden op hun rol in de samenleving. W&T onderwijs wordt in de basisschool vaak vormgegeven als Onderzoekend en Ontwerpend Leren (OOL), waarin het stellen van leervragen een belangrijke vaardigheid is om kennis te verwerven en te beschouwen. Leraren onderschrijven het belang van leervragen stellen, maar vinden het vaak lastig om passende begeleiding aan onderzoekend en ontwerpend leren te bieden in de klas. De aanvrager, ingebed in het themaveld “Kwaliteiten van leraren” van het HAN Kenniscentrum “Kwaliteit van Leren”, wil een oplossing hiervoor ontwikkelen en richt zich daarom op de vraag: “Hoe kunnen leraren worden ondersteund in het efficiënt en effectief vaststellen van het hypothetische leertraject van leervragen?” Om een ondersteuningsmethodiek te ontwikkelen, wordt eerst door literatuuronderzoek en door stimulated recall interviews in de praktijk verkend welke ontwerpprincipes leraren ondersteunen bij het vaststellen van de mogelijke leerwaarde van leervragen. Vervolgens wordt door participerend ontwerponderzoek met een team van leraren in twee iteraties een ondersteuningsmethodiek ontworpen, getest, geëvalueerd en herontworpen. De beoogde opbrengst is een “routekaart”: een visueel ondersteunde handleiding voor de bepaling van het hypothetisch leertraject van leervragen, dat een beslisschema en handelingsalternatieven voor begeleiding bevat. De kennisdisseminatie van onderzoeksresultaten zal gericht zijn op leraren in het werkveld en op lerarenopleidingen door middel van trainingen, handleidingen, materialen en artikelen in vakbladen, als ook op de wetenschap in de vorm van wetenschappelijke artikelen en bijdragen aan (inter-) nationale conferenties. De aanvrager zal als lerarenopleider verworven inzichten inzetten in zowel bachelor- en master-lerarenopleidingen, als in onderwijs- en begeleidingsactiviteiten binnen het regionale netwerk van opleidingsscholen. Om zich zelf verder te bekwamen in projectmanagement, onderzoeksvaardigheden en valorisatie van onderzoeksopbrengsten in de driehoek onderwijs, onderzoek en praktijk, zal de aanvrager cursussen volgen, intervisie- en netwerkbijeenkomsten organiseren en gecoacht worden door betrokken lector.