Het plan van aanpak gepresenteerd in deze handreiking is bedoeld als leidraad voor het ontwerpen, ontwikkelen, implementeren en evalueren van verschillende Learning Communities binnen het RAAK-5 project Het Nieuwe Telen: gas erop! Het is bedoeld om zowel inzichten als instrumenten te bieden aan coördinatoren en facilitatoren voor de implementatie van de lokale Learning Communities gedurende het project. Deze handreiking is een noodzakelijke aanvulling op het project vanwege de prominente rol van Learning Communities binnen het project, maar ook omdat er geen wetenschappelijk gebaseerde ontwerpprincipes voor LC’s te vinden zijn. Er zijn veel projecten die Learning Communities uitvoeren, maar een grondige zoektocht naar literatuur en internetbronnen resulteerde niet in ontwerpprincipes.
DOCUMENT
Artikel over de relevantie van de regionale schaal voor hedendaagse ruimtelijke ordening en een voorstel over hoe de complexe processen van planning, ontwerp en governance door een externe partij - de mediator - zou kunnen worden uitgevoerd. Historische link met de mediator rol van de RPAA, Regional Plannaning Association of America, in de jaren '20-'30.
DOCUMENT
De koraalriffen van de Caribisch Nederlandse eilanden St. Eustatius en Saba zijn van groot ecologisch en economisch belang. Door een opeenstapeling van bedreigingen is de hoeveelheid driedimensionale structuur op het rif afgenomen en zijn herbivore sleutelsoorten verdwenen. Het rif wordt overwoekerd met algen, die nieuwe koraalaanwas bemoeilijken. Lokale natuurbeheerorganisaties STENAPA en SCF willen artificiële riffen inzetten, om het ecosysteem door middel van “Building with Nature” te herstellen. Artificiële riffen worden wereldwijd in toenemende mate gebruikt, maar de doeltreffendheid hangt in sterke mate af van hoe er rekening is gehouden met de lokale omstandigheden en doelstellingen. Als de riffen goed functioneren kunnen sleutelsoorten herstellen en kan koraal zich weer vestigen. De natuurbeheerorganisaties willen weten hoe artificiële riffen optimaal bij kunnen dragen aan het herstel van het koraalrif ecosysteem bij St. Eustatius en op de Saba bank. Van Hall Larenstein, STENAPA, SCF, IMARES, CNSI en Golden Rock Dive Centre werken samen in het AROSSTA (Artificial Reefs on Saba and Statia) project om deze vraag te beantwoorden. Hiervoor worden verschillende soorten artificiële riffen gebouwd van lokaal natuursteen en van veelgebruikte “reef balls”. De functionaliteit van de verschillende soorten artificiële riffen wordt bepaald door gedurende 1,5 jaar de vestiging van zee-egels, vissen en koraal te onderzoeken. Na afloop van dit project zal duidelijk zijn welk type artificieel rif het meest geschikt is voor beide onderzoeklocaties. Daarnaast is bekend wat het effect is van het gebruikte materiaal en het aanbrengen van extra schuilplaatsen op de functie van artificiële riffen. Tenslotte wordt inzicht gegeven in hoeverre artificiële riffen een bijdrage leveren aan het herstel van aangrenzende gebieden. Omdat het onderzoek uitgevoerd wordt op twee locaties, met contrasterende omstandigheden, zullen de resultaten van regionaal belang zijn om bestaande en toekomstige artificiële riffen optimaal te laten functioneren.
Op welke manier kunnen wij ruimtelijke data en slimme toepassingen inzetten om meer grip en inzicht te krijgen op grote regionale maatschappelijke uitdagingen zoals klimaatverandering, stikstofreductie, landbouwtransitie en bevolkingsgroei? Hiervoor willen we een digitale tweeling (Digital Twin) op een regionaal/landschappelijk niveau gebruiken. Dit betekent dat er het landschap met allerlei onderliggende processen en afhankelijkheden als het ware ‘digitaal wordt nagebouwd’. Op deze tweeling kunnen vervolgens allerlei gebeurtenissen worden nagebootst en getest in scenario’s. Een digitaal landschap als laboratorium of testruimte. Momenteel worden Digital Twins vooral ingezet in stedelijke context met veel detail. Bijvoorbeeld om nieuwe bomen te plannen tegen hittestress. Maar projecteer je die opgave naar een grotere regio, moet je schakelen van het niveau boom naar bos. Waar een Digital Twin op stadsniveau legoblokken gebruikt, zou je voor regionale opgaven eerder met Duplo willen kunnen werken, om grotere koppelkansen of conflicten te kunnen waarnemen. Als studiegebied wordt een regio uit het NOVEX gebied binnen Metropool regio Eindhoven gekozen. Het projectteam bestaat uit twee lectoraten: Klimaatrobuuste Landschappen en Ruimtelijke Data Science, een Digital Innovation Lab, Tygron een bedrijf met veel ervaring in de bouw van Digital Twins, studenten van drie verschillende opleidingen, Staatsbosbeheer, Metropoolregio Eindhoven, de provincie Noord-Brabant en Waterschap Aa en Maas.
Mensen met een verstandelijke beperking en onbegrepen gedrag zijn bijzonder gevoelig voor hun fysieke omgeving. Deze heeft een directe invloed op hun welbevinden en daardoor ook op hun gedrag. In geval van onbegrepen gedrag kan zich dit uiten door vernieling van hun fysieke omgeving. Hierop wordt door zorginstellingen vaak beheersmatig gereageerd met als gevolg een kale leefomgeving en sociaal isolement. Door het toepassen van architectuur, gebaseerd op de mentale, sociale en fysieke behoeften van mensen die zorg en ondersteuning ontvangen kan een positief effect worden bereikt. De kandidaat heeft een ontwerpaanpak voor een humane architectuur ontwikkeld, waarmee positieve gedragsverandering bij mensen met een verstandelijke beperking en onbegrepen gedrag in woongroepen in de langdurige gezondheidszorg is vastgesteld. Juist voor deze bewoners is het begrijpen van échte persoonlijke gebruikersbehoeften in een fysieke omgeving en het herkennen van hun identiteit cruciaal. Praktijkorganisaties willen de ontwikkelde aanpak van humane architectuur daarom verder onderzoeken en standaardiseren. Dit PD-project richt zich hierop door het uitvoeren van projecten in de gehandicaptenzorg en het ontwikkelen van een generieke methodiek die aansluit bij de behoeften van gebruikers. Ook wordt hiermee aangetoond hoe samenwerking tussen architecten, zorgverleners en andere disciplines kan leiden tot praktische en innovatieve ontwerpen die gebouwen verbeteren en het gedrag van bewoners veranderen. De verwachte opbrengst is dat humane architectuur het welbevinden en de kwaliteit van leven van bewoners, medewerkers en familie doet toenemen en het personele ziekteverzuim en de zorg-, personeels- en vastgoedkosten doet afnemen. Middels een regionaal, nationaal en internationaal leernetwerk wordt de methodiek van humane architectuur ontwikkeld, gedeeld, verbeterd, geïmplementeerd en daarop gereflecteerd. De doelen worden gerealiseerd met verschillende praktijkpartners. Hierbij wordt aangesloten bij bestaande (regionale) netwerken, bijv. de innovatiewerkplaatsen Health Space Design en Gezond leven met een beperking en vindt afstemming en kennisdeling plaats met het Programma à la carte van Vilans.
Centre of Expertise, onderdeel van Hogeschool van Arnhem en Nijmegen