De gemeente Amsterdam, Sigra en het Expertisecentrum Mantelzorgondersteuning Amsterdam werkten afgelopen jaar aan het project “In voor mantelzorg”. In dat project is respijtzorg in Amsterdam onder de loep genomen.
DOCUMENT
In dit rapport wordt aandacht geschonken aan een specifieke groep mantelzorgers, namelijk mantelzorgers die persoonlijke verzorging en/of verpleegkundige hulp bieden aan een naaste. Het rapport beschrijft de door deze mantelzorgers ervaren belasting en hun behoefte aan een specifieke vorm van mantelzorgondersteuning, namelijk respijtzorg.
DOCUMENT
Op basis van het langlopende onderzoek van Rick Kwekkeboom en Yvette Wittenberg (en anderen) over mantelzorg en respijtzorg schreven zij een artikel voor sociale vraagstukken. Zij benadrukken het belang van het vroegtijdig opmerken/signaleren van mantelzorgsituaties om zo de nodige bemiddeling tussen de formele en de informele zorg te faciliteren. Ook kan hiermee tijdig respijtzorg worden aangeboden, waardoor overbelasting van mantelzorgers mogelijk voorkomen kan worden.
LINK
Respijtzorg is het overnemen van de gebruikelijke zorg, in veel gevallen de zorg die naaste familieleden dagelijks geven (Scherpenzeel, 2013). Respijtzorg kan voorkomen dat mantelzorgers overbelast raken, of is noodzakelijk als er al sprake is van overbelasting (De Klerk e.a., 2015). Respijtzorg kan gegeven worden door familie en/of vrienden en vrijwilligers. Maar dikwijls zijn ook professionele vormen van respijtzorg noodzakelijk. Daaronder verstaan we verschillende vormen van dagbesteding, overname van zorg en tijdelijk verblijf die erop gericht zijn de zorg van familie te ontlasten, dan wel aan te vullen. Denk aan NAH hotels, ontmoetingshuizen, gespecialiseerde dagbesteding of vakantievoorzieningen. In deze Wmowijzer gaan we in op dagbesteding en tijdelijk verblijf voor mensen met niet-aangeboren hersenletsel (NAH) en dementie als belangrijke vormen van respijtzorg
DOCUMENT
Respijtzorg is het tijdelijk en volledig overnemen van de taken van de vaste mantelzorger zodat die ontlast wordt en op adem kan komen (Movisie, 2012). Respijtzorg kan gegeven worden door familie en/of vrienden en vrijwilligers. Maar dikwijls zijn ook professionele vormen van respijtzorg noodzakelijk. Daaronder verstaan we verschillende vormen van dagbesteding, overname van zorg en tijdelijk verblijf die er op gericht zijn de zorg van familie te ontlasten, dan wel aan te vullen. Denk aan NAH hotels, ontmoetingshuizen, gespecialiseerde dagbesteding of vakantievoorzieningen. In deze notitie gaan we nader in op dagbesteding en tijdelijk verblijf voor mensen met NAH en Dementie als belangrijke vormen van respijtzorg.
DOCUMENT
Wanneer iemand dementie of hersenletsel krijgt verandert (ook) het leven van de mantelzorger ingrijpend. Het gebruik maken van vervangende zorg voorkomt, onder de juiste voorwaarden, dat mantelzorgers overbelast raken. Heeft de mantelzorger eenmaal een eerste stap gezet in het gebruik maken van respijtzorg blijken de voorzieningen in veel gemeenten onvoldoende. Het perspectief van de mantelzorger blijkt nog lang niet altijd structurele aandacht te krijgen terwijl dit het vertrekpunt zou moeten zijn voor een gevarieerd aanbod aan respijtzorgvoorzieningen. Deze column is gebaseerd op het eerder geschreven Dagbesteding en tijdelijk verblijf als vormen van respijtzorg en mantelzorgondersteuning rond mensen met dementie en niet-aangeboren hersenletsel Witteveen, M.J., Van der Deure, J., Timmers, M., Wilken, J.P (2015) en op zes gesprekken met professionals vanuit welzijn, dagbesteding en kennisontwikkeling.
DOCUMENT
Onderzoek naar de respijtzorgbehoeften en overige ondersteuningsbehoeften van Eindhovense mantelzorgers en hoe de gemeente haar voorzieningen zo kan inrichten dat ze aansluiten bij deze behoeften.
DOCUMENT
De spilzorger noemen we de mantelzorger die een centrale rol speelt in de zorg en participatie van de persoon met Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH) 1. Deze persoon levert niet alleen zorg en ondersteuning maar is ook de poort naar de sociale omgeving en naar (maatschappelijke en/of zingevende) activiteiten. Wanneer deze persoon kortdurend, langdurend of helemaal wegvalt, kan het bestaan van degene met de beperking op losse schroeven komen te staan. Uit ons onderzoek blijkt dat door ongemak van de spilzorger, onmacht van degene met de beperking of handelingsverlegenheid van de professional, onvoldoende ingegaan wordt op wat in een dergelijke situatie wenselijk zou zijn. Wij pleiten er dan ook voor dit bespreekbaar te maken, en een plan te ontwikkelen voor als deze situatie zich onverhoopt zou voordoen. Dit kan voor zowel de spilzorger als de persoon met NAH de nodige geruststelling geven
DOCUMENT
Deze Wmo-wijzer biedt een handreiking voor professionals die werken met mensen die leven met een niet-aangeboren hersenletsel (NAH) en hun naasten. Daarnaast is het een leidraad voor opleiders bij beroepsopleidingen om te zorgen dat studenten de noodzakelijke competenties verwerven. Het in deze publicatie geschetste ‘profiel’ is een uitwerking van de houding, kennis en vaardigheden die studenten zich eigen moeten maken. Hoewel dit profiel specifiek gericht is op mensen met NAH en dementie, en hun naasten, is het profile ook te gebruiken voor andere groepen mensen die langdurig aangewezen zijn op hulp van anderen.
DOCUMENT
In de onderzoekslijn Zorg in Balans van het lectoraat Participatie, Zorg en Ondersteuning (Kenniscentrum Sociale Innovatie) staat het verbeteren van de samenwerking tussen formele en informele zorgverleners centraal. Er werden de afgelopen jaren samen met het werkveld competentieprofielen ontwikkeld waarin beschreven werd welke professionele competenties van belang zijn waar het gaat om samenwerken met informele zorgverleners in specifieke situaties. Er is op basis van de bestaande profielen nagedacht over wat er nodig is om in generieke zin, dus los van een specifieke situatie, aandoening of beperking, bekwaam te zijn in de samenwerking met informele zorgverleners. Dit document start met de basishouding waarna we inzoomen op het samenspel met de direct naasten, het bredere netwerk en het zorglandschap. Er wordt steeds gestart met competenties die zowel voor de verpleegkundige als de sociaal werker relevant zijn. Vervolgens worden de beroep specifieke competenties beschreven.
DOCUMENT