Most beginning food forests face the following challenge: how do we get the harvest to the consumer? At food forest 't Mortelke they had the same question. The following research presents the answer to the following question: 'What are potential outlets for the harvest of Voedselbos 't Mortelke and how can these collaborations be realized?' The research provides more clarity on the needs of the market regarding potential collaborations with Voedselbos 't Mortelke. Interviews with interested parties (restaurants, country stores, organic supermarkets, individuals) revealed that the most appropriate form of cooperation with the food forest lies with fine-dining restaurants in the Eindhoven area. To initiate these collaborations an experimental phase is needed in which the chefs can get to know the products of the food forest. As a result of this research, several collaborations with restaurants have been initiated! Due to privacy reasons, certain parts of the research have been removed from the publication version.
MULTIFILE
We explore the role of restaurants and food events in promoting local and regional gastronomy in the Minho region in Northern Portugal. Interviews with restaurant owners and event organizers in this mainly rural region reveal that innovation is driven mainly by changing consumer tastes, but also con-strained by consumer expectations of low prices. Restaurants maintain a family-run structure, also due to a lack of human resources. The main thrust of innovation lies in creating a convivial atmosphere, but there is less emphasis on locally produced food ingredients. In the long run this may undermine the regional food culture and its authenticity, despite the perceived importance of tradition.
MULTIFILE
De uitbraak van het coronavirus heeft in Nederland geleid tot ongekende maatregelen, waarbij het maatschappelijke verkeer voor een groot deel werd stilgelegd op 15 maart 2020. Onder meer alle scholen, universiteiten, bibliotheken, cafés, kapperszaken, musea, bioscopen en restaurants sloten op last van de landelijke overheid hun deuren. Ook voor de podiumkunsten hebben de beperkende Coronamaatregelen geleid tot drastische veranderingen. Het was een aantal maanden niet toegestaan voor dansers, musici en circusartiesten om op te treden en het repeteren werd ook bemoeilijkt door de 1,5 meter richtlijnen. Studenten van kunsthogescholen konden niet gezamenlijk studeren en waren aangewezen op online onderwijs. Dit was een uitdaging, omdat juist de fysieke interactie bij podiumkunsten (dans, muziek en circus) essentieel is voor het leerproces van deze specifieke studentenpopulatie. Codarts (hogeschool voor de kunsten Rotterdam) wil juist in deze roerige tijden haar sterke positie op het gebied van praktijkgericht onderzoek binnen de podiumkunsten continueren en waar mogelijk versterken. Dit is een uitdaging, omdat door de pandemie het praktijkgericht onderzoek onder druk staat. Huidige onderzoekprojecten lopen vertraging op en het blijkt lastiger om nieuwe onderzoekstrajecten op te starten, doordat samenwerkingspartners prioriteit geven aan andere, Coronagerelateerde activiteiten. Codarts wil de SPRONG-impuls middelen inzetten om het praktijkgerichte onderzoek te versterken door intensiever samen te werken in bestaande netwerken en nieuw kansen aan te boren middels het oprichten van nieuwe samenwerkingsverbanden. Dat gebeurt aan de hand van drie werkpakketten: 1. Werkpakket 1: Continueren samenwerking binnen het Rotterdam Arts and Sciences Lab (RASL); 2. Werkpakket 2: Borging onderzoekslijn door oprichting van nieuwe fieldlabs. 3. Werkpakket 3: Uitbreiden onderzoekslijn door het uitwerken van een SPRONG aanvraag;
De uitbraak van het coronavirus heeft in Nederland geleid tot ongekende maatregelen, waarbij het maatschappelijke verkeer voor een groot deel werd stilgelegd op 15 maart 2020. Onder meer alle scholen, universiteiten, bibliotheken, cafés, kapperszaken, musea, bioscopen en restaurants sloten op last van de landelijke overheid hun deuren. Ook de wijze waarop fysiotherapeutische zorg aan patiënten geleverd kon worden, veranderde drastisch. Hierdoor hebben de beperkende Coronamaatregelen grote gevolgen gehad op de voortgang van het RAAK-MKB project Leren van registreren. Centraal in dit project staat het verzamelen, verwerken en analyseren van behandelinformatie van verschillende patiënten en fysiotherapiepraktijken. De Corona-uitbraak heeft op twee manieren tot negatieve consequenties geleid voor het project: 1. Veel fysiotherapeuten sloten de deuren van hun praktijk voor onbepaalde tijd, omdat de richtlijn van het bewaren van 1,5 meter afstand niet gewaarborgd kon worden. Hierdoor zijn er veel minder dossiers ingevoerd door fysiotherapeuten en praktijken. De benodigde 1200 dossiers zijn daardoor nog niet ingevoerd in het systeem en de dataverzamelingsperiode dient verlengd te worden met minimaal 3 maanden. 2. Een deel van de behandelingen kon op afstand plaatsvinden in plaats van in de behandelkamer, bijvoorbeeld via beeld(bellen), e-mail, patiëntenportaal of telefoon. Dit betrof echter een klein percentage van alle behandelingen, aangezien deze vorm van zorg niet mogelijk is bij massage, mobilisaties, taping en verschillende vormen van oefentherapie. Dit kleine percentage van alle behandelingen geeft dus geen goede, representatieve weergave van de fysiotherapeutische behandelingen die in Nederland worden uitgevoerd. Het verlengen van de dataverzameling is ook nodig om een representatiever beeld te krijgen van behandelinformatie. Deze RAAK impuls maakt het voor het consortium mogelijk om het beoogde aantal van 1200 dossiers te behalen en ook een representatieve afspiegeling te krijgen van de behandelingen.
Door de toenemende welvaart wordt in Nederland steeds meer buiten de deur gegeten. Tegelijkertijd kampt bijna de helft van de Nederlanders van 18 jaar en ouder met overgewicht. Buitenshuis consumeert men gemiddeld meer calorieën consumeert dan wanneer het eten thuis wordt bereid. Dit draagt bij aan de overgewichtsproblematiek in Nederland. Daarnaast wordt er ook buitenshuis te veel zout, suiker en verzadigd vet geconsumeerd. De huidige trend van minder dierlijk en meer plantaardig biedt goede mogelijkheden hiervoor. Het zou dus veel gezonder kunnen: minder calorieën en betere kwaliteit (minder zout, suiker verzadigd vet, meer plantaardig). Maar hebben koks en catering personeel de tools en mogelijkheden om dit te veranderen? De gezonde keuze de gemakkelijke keuze laten zijn, dat is de opdracht. Hierbij richten we ons met dit project specifiek op het buitenshuis eten, de Foodservice markt, en meer specifiek bedrijfscatering. De volgende onderzoeksvragen staan centraal in dit project: • Welke tools hebben koks en catering personeel nodig om gezondere gerechten te kunnen samenstellen en aan te bieden in bedrijfsrestaurants? • Hoe kunnen de gasten verleid worden? Wat is het effect van nudging interventies zoals bv. menulabelling, standaard optie, portiegroottes, groente als ‘centre of plate’, etc. op het keuzegedrag van gasten in bedrijfsrestaurants? • Evalueren van een Gezonde bedrijfscateringsconcept 2.0 op een ‘real life’ locatie, gebruikmakend van de uitkomsten van de bovenstaande vragen.